De Keefmen uit Klazinaveen mogen de avond openen. Eerder al te gast in de Kelderbar, maar nu toch echt op het grote podium van Vera. De dresscode is een zwarte broek met een rode blouse vol witte stippen. Hoewel het optreden niet slecht is - de mannen zijn erg energiek - met name de zanger/gitarist die ook nog eens een krachtige rauwe stem heeft, is de keuze voor deze band als voorprogramma opvallend. Zeker ook met de gedachte dat KEI-kindjes gratis naar binnen mogen. De heren spelen garagerock uit de jaren ’60 en dat trekt niet per se jongeren die net uit de puberteit komen naar Vera.
Of er heel veel KEI-kindjes zijn is echter de vraag, want de gemiddelde leeftijd van de bezoekers ligt veel hoger dan die van de KEI-weeklopers. Feit is wel dat de zaal helemaal vol is als Mikal Cronin om ongeveer half elf het podium op komt. Headliner Mikal Cronin speelde een tijdje basgitaar in de band van Ty Segall. Dat gegeven wordt dan ook in bijna elke aankondiging van zijn optredens vermeld. Evengoed is Cronins eerste eigen album inmiddels ook al weer twee jaar oud en muzikale verschillen tussen deze artiesten zijn er ook wel degelijk.
Cronins liedjes hebben niet de gekheid van de liedjes van Ty Segall; waar Segalls liedjes zomaar kunnen beginnen met de piep van een gitaarversterker, een vreemd orgeltje of knetterhard intredend gitaarloopje dat vanaf het begin ontsporing in de hand werkt, sturen de intro’s van de liedjes van Cronin vaak al iets aan op wat er daarna komen gaat. Ty Segall is meer een absurde lo-fi artiest met fratsen, terwijl Cronin als garagerocker meer met het tempo en volume speelt. Ty Segall brengt om de paar maanden nieuw materiaal uit, terwijl Cronin pas een paar maanden zijn tweede volle plaat uit heeft. Hij had vorig jaar amper genoeg nummers om een toegift te geven. Dat maakt het optreden van Mikal Cronin allemaal misschien iets meer voorspelbaar, maar het genieten is er weinig minder om. Dat ook Cronin met gemak een vol Vera aan kan, moge duidelijk zijn.
Mikal Cronin bracht in mei dit jaar zijn tweede album uit, MCII. Dat gebeurde allesbehalve geruisloos. De plaat kreeg alom lof en Mikal Cronin speelde zelfs nog een nummer van het album in De Wereld Draait Door. Het tweede album is een album vol hard en feilloos gitaarspel, met dromerige zang en af en toe ook aangevuld met een partij van een piano of van strijkers. Het album is iets gevarieerder dan het eerste album, hoewel dezelfde soort ingrediënten (een pianootje, een fluitje) daar ook wel in zaten.
Live zijn de extra instrumenten er niet bij, maar die worden niet gemist. De sterke garagerock-/powerpopliedjes hebben hun uitwerking. Een partij die niet gespeeld kan worden wordt gewoon ingevuld met een extra gitaarsolo. Mikal Cronin en de tweede gitarist wisselen elkaar daar wat in af, hoewel wel met name die tweede gitarist de solo’s speelt. In See it My Way kent het soleren zijn hoogtepunt als Cronin en gitarist Chad Ubovich elkaar geweldig aflossen en overtroeven. Met name Ubovich gaat erg in zijn eigen gitaarspel op en schudt het lange haar heen en weer, Mikal Cronin en de bassist (tandenstoker tussen de kiezen) spelen ingetogener.
De wisselwerking tussen de artiesten is prima en de vier vullen elkaar prima aan in muziek en zang. Ze trekken daardoor echter ook allemaal de aandacht naar zich toe. Het spel van Mikal Cronin wordt soms haast een beetje overvleugeld door de harde drumsalvo's van Emily Rose Epstein (ook drumster bij Ty Segall). En op momenten dat Cronin dromerig zijn teksten ten gehore brengt, wordt hij haast overstemd door de muziek. Met de drumster wisselt hij geregeld een blik, vooral bij het begin en einde van het nummer, en zij gaat vervolgens bij het volgende nummer het felst van start.
In de toegift speelt Mikal Cronin één nummer alleen, voordat de band nog voor een cover het podium opkomt. Dat is voor de variatie allemaal prima, voor het gehele uurtje spelen is de lof ook zeker voor de bandleden.