Voor het nieuwe album kreeg Bombino hulp van Dan Auerbach. Met het huidige succes van The Black Keys mag het best bijzonder heten dat Auerbach Bombino uitkoos om mee samen te werken. Het vorige week verschenen Nomad onderscheidt zich dan ook van haar voorganger. De gitaar heeft een grotere rol ingenomen en in het gros van de nummers wordt er net wat harder en ruiger gespeeld.
Bombino laat tijd voorbij vliegen
Hypnotiserend gitaarwerk in de Oosterpoort
Na enkele verschijningen op obscure tapes, wist Bombino met het album Agadez twee jaar geleden in een klap zijn naam te vestigen. Het album was hypnotiserend en het gitaarspel, dat sterk aan Jimi Hendrix doet denken, blies je tegelijkertijd omver. Nu is er een nieuw album en staat Bombino voor de tweede keer in de Oosterpoort.
Dat valt vanavond tijdens de opening niet op. Bombino gaat rustig zitten en begint voorzichtig wat op zijn akoestische gitaar te pingelen. Begeleid door een man op de kalebas, een op djembé en een bassist begint Bombino in de microfoon te mompelen. Vanaf dit moment heeft de zanger iedereen in zijn greep, ondanks dat het onverstaanbaar is wat hij zachtjes zingt. De drums zetten een hypnotiserend ritme neer en het gezang in een mysterieuze taal voert je steeds verder weg van deze wereld.
Na een drietal nummers worden instrumenten omgewisseld voor het stevigere werk. Bombino pakt een elektrische gitaar, de kalebas wordt ingewisseld voor een tweede elektrische gitaar en de djembé speler verhuist naar een drumstel. Verrassend genoeg blijft het hypnotiserende gevoel net zo goed bewaard.
Naarmate het concert vordert wordt het spel alleen maar sterker. De gitarist plukt solo’s uit de lucht alsof het niks voorstelt. De drummer weet met zijn harde slagwerk het geheel een garage sound mee te geven. Tussendoor zingt Bombino verder in zijn onbegrijpelijke taal waar soms een vleugje Frans passeert. Het zouden sprookjes kunnen zijn, meestal zijn de nummers echter odes aan de woestijn of trieste verhalen over het zware Toeareg leven. Nieuwe nummers passeren de revue, maar het blijven toch de liedjes uit 2011 die het sterkst tot zijn recht komen. Tar Hani is een ode aan de woestijn en voert je binnen luttele seconden naar die verre wereld. Enkele nieuwere nummers zijn voorzien van een iets te nadrukkelijk aanwezig drumritme.
Elk genre heeft een artiest nodig die het aan het mainstream publiek kan verkopen. Voor de reggae was dat Bob Marley, voor Cuba de Buena Vista Social Club en wellicht kan Bombino deze rol voor de desertblues gaan vertolken. Met zijn indrukwekkende gitaarspel en opgefokte ritmes weet hij prima op het snijvlak tussen de desertblues en popmuziek te opereren. Met een naam als Dan Auerbach achter zich en boekingen op mainstream festivals gaat het in ieder geval al de goede kant op. Dit fenomeen moet iedere rockfan een keer aanschouwd hebben!
Noot van de redactie: Het album Nomad van Bombino staat nu op de Luisterpaal. Rechts van dit artikel vind je de playlist (of op kleinere computerschermen: onderaan dit artikel).