Byinoar - het alias van Jaap van der Velde (The Homesick, Ether Infinity) - opent de avond in halfduister. Van der Velde is een vertrouwd gezicht in Vera. Met de vocoder-gedreven outsiderpop van Byinoar klinkt hij als een futuristische volkszanger. De klanken zijn sacraal, er klinkt stem op stem, een koor dat in volume toeneemt. We zwemmen in een meer van golvende geluiden, met af en toe een vin van een haai die net boven het oppervlak uitsteekt. Het is vervreemdend en dromerig, maar ook romantisch en stuwend. Zijn set balanceert tussen structuur en desoriëntatie. Denk aan Panda Bear in een zwaar galmend klooster, of Enya die in een rave haar zonden overdenkt. Dit is loop-opstapelende outsiderpop met bezieling. En bovenal een set met sfeer.
Op vrijdag 27 juni is er geen ruimte voor brave refreintjes of keurige hooks in Groningen. Vanavond is het betreden van de grote zaal van Vera voor 'eigen risico'. Het podium waar de internationale pop underground liefdevol wordt omarmd, is vanavond getransformeerd tot een vervaarlijke speeltuin voor de muzikale buitenstaander. Met optredens van Byinoar, Jespfur, Nicolini, en natuurlijk de curator van deze sonische chaos: Eigen Risico. We verwachten geen ‘safety first’, maar vooral duizelingwekkende wendingen, Spaans benauwde momenten en een paar stevige psychische tikken. Is het allemaal Arbo-technisch verantwoord? Dat valt nog te bezien. Dit is ons risico-assessment.
Byinoar opent met galm
Jespfur strooit opzettelijk met plezierige ongelukjes
Jespfur (a.k.a. Jesper Vervoort) verschijnt als een eenzame wandelaar in een post-apocalyptische droom. Volledig door mist omringt. Zijn bekraste sampler, zijn gitaar met een strijkstok, effectpedalen en falsetstem vormen het onregelmatig kloppend hart van een set die zich traag ontvouwt. Diverse stijlen worden in de Hadron Collider geschoten: elementen van hypnagogische pop, experimentele rock en neo-psychedelica scheren langs elkaar heen maar zijn onderdeel van hetzelfde systeem. In het begin is er wat rommelige opbouw - alsof het geluid zelf worstelt met coherentie - maar zodra de beat binnenvalt, vindt alles zijn grillige balans. Of eigenlijk: een prettige disbalans. We ervaren een clubgevoel en krijgen onverwachte wendingen over onze hoofden geslingerd, als een opeenvolging van happy little accidents.
Jespfur fascineert. Hij vertelt dat hij vijf t-shirts heeft meegenomen als merch. Hij speelt met structuur, maar breekt er ook heel snel mee. Soms pulseren bastonen door onze broekspijpen heen of klinkt hij als een zombie-Prince die uit het graf is opgestaan. Zijn sound is even broeierig als broos. De spanningsboog kraakt soms, vooral naar het einde toe, maar dat maakt het vooral spannend. Het slotnummer is stroperig en stuwend tegelijk, een mengeling van krachten die elkaar tegenwerken. Het slaat een gat in de realiteit. High word je ervan - ook zonder de hulp van stimulerende middelen.
Nicolini brengt clubdub en twisted beats
Nicolini (Nic Mauskovic - The Mauskovic Dance Band, Devon Rexi) staat niet op het podium, maar ervoor. Op gelijke hoogte met het publiek serveert hij PENNI FUNK: dubby, zweterig en met een dikke knipoog. De beats zijn stuwend en speels. Zijn vocalen klinken als prettig gestoorde gibberish. En de muziek heeft een brede range, van raggamuffin tot clubmusic en gaat van rettettet en rakketak, net als in een overvolle knikkerbaan.
De sound zit vol nasty twists, lekkere drops en bruut dansbare grooves. De zaal beweegt gretig mee, benen door de knieën, hoofden in trance. Het voelt als een duistere streetwise clubnacht die per ongeluk in Vera is binnengelopen. Wanneer de laatste beat wegglijdt en het felle zaallicht aanfloept is het even wennen. Even weer terug uit de roes. Dit was een meer dan leuk outsider-feest!
Eigen Risico sluit af met schurende liefde en glitched-out frustratie
Om twintig over elf is het dan eindelijk tijd voor Eigen Risico zelf - de curator van deze muzikale jungle. Héctor Garcia Martin, dit jaar nog geselecteerd voor de Popronde, start zijn set met frustratie, glitch en hardcore hiphop. Zijn Spaanstalige noise-rap is geen optreden maar een aanval. We kennen hem vooral van optredens in donkere kelders, optredens met een punk-vibe en een sterke hang naar de underground. Nu staat hij op het grotere podium waar een grote rol is weggelegd voor de aanwezige visuals. Er worden beelden getoond achter hem die lelijk durven zijn en veel aandacht opeisen. De beelden zijn geen willekeur, het past elke keer bij de sfeer van de nummers. Het werkt versterkend. De zintuigen worden op diverse manieren geprikkeld.
Wat niet anders is, is het contact met het publiek. Eigen Risico duikt zelf het publiek in, mosht mee, zoekt nabijheid. Soms om wild te duwen, soms om gewoon een bekende een hug te geven. Het is liefdevol en onvoorspelbaar, rommelig en oprecht. Ergens tussen de keiharde samples duikt ineens Spaanse kitsch op, gevolgd door dronken romantiek en glitchy vriendschap. Muzikaal is het alsof je tegen een muur aan blijft botsen, telkens opnieuw, maar steeds met meer overtuiging. En met steeds meer pijn. Eigen Risico geeft ons niet een veilig gevoel, maar wel een ervaring die schroeit en tegelijk troostend is. Wat een avond! Dit is iets waar je oren nog een week van moeten bijkomen. Het was meer dan een gruwelijke aanslag op de zintuigen. Maar wel gruwelijk lekker!