De BTW-verhoging voor theater- en concertkaartjes is een veelbesproken onderwerp en kan zowel in de Eerste Kamer als de kunstensector rekenen op hevige discussie. Tegenstanders spreken van een culturele kaalslag. Voorstanders zien de maatregel als een broodnodige bezuiniging in barre tijden. 3VOOR12/Groningen sprak met muziekprogrammeurs en pop-prominenten Peter Sikkema en Erik Visser over de vraag: wat gaan deze bezuinigingen nou eigenlijk betekenen voor het Groninger popklimaat?
Anders dan veel mensen denken hebben de bezuinigingen op de rijkssubsidies weinig invloed op de huidige poppodia. Deze podia ontvangen hun subsidie voornamelijk van de gemeente en niet van het rijk. De verhoging van het btw-tarief van 6 naar 19 procent, echter, betekent een zware ingreep in de kostenstructuur van de huidige instellingen. Peter Sikkema, programmeur van onder andere De Oosterpoort en Noorderslag kruipt even in de rol van wiskundeleraar. Hij scheurt een vel papier van zijn kladblok en rekent voor wat er gebeurt als de btw-verhoging volledig wordt doorberekend in de entreeprijs. “Kijk, als je honderd deelt door één komma zes en vermenigvuldigt met één komma negentien zie je dat de kaartjes ruim twaalf procent duurder worden.”
Drie partijen
Deze prijsverhoging moet door iets of iemand betaald worden. Volgens Erik Visser, programmeur van Simplon, zijn er drie partijen die moeten inleveren: de artiest, de bezoeker en het podium zelf. Daar knelt het, volgens zowel Sikkema, als Visser. Sikkema: “Het kan gewoonweg niet. Punt. De prijzen die wij nu genoodzaakt zijn te vragen zijn al zo ontzettend hoog. Rufus Wainwright kostte 52,50. Paco de Lucia ook. Van de catering tot de artiesten aan toe, alles wordt echt zo goedkoop mogelijk gedaan. Alleen bij concerten die echt goed lopen hebben we een kleine winstmarge.”
Ook Visser ziet weinig mogelijkheden tot bezuinigen. “We draaien elk dubbeltje al om voordat we het uitgeven. Om deze verhoging volledig door te berekenen naar het publiek wordt moeilijk. Ik las laatst een onderzoek waaruit bleek dat een prijsverhoging van tien procent een vermindering van de bezoekers van tien procent betekent. Dit zal vast niet opgaan voor alle avonden maar voor een aantal avonden zeker wel.”
“Dat is niet onze taak”
Hoewel beide programmeurs het niet graag toegeven, lijkt deze bezuinigingsmaatregel door te gaan werken in de programmering van beide podia en zo op het Groningse popklimaat. Visser: “Ik ben echt bezig als een marketeer. Ik denk nu al drie keer na voordat ik iets boek. In de toekomst zal dit nog erger worden.” Over de populaire avonden zoals Technootjes maakt Visser zich weinig zorgen. Deze blijven wel uitverkopen. Het zijn de kleine avonden, waar het moeilijk is de zaal vol te krijgen die problematisch gaan worden. En hier wringt het volgens Visser:“Simplon heeft een signaleerfunctie”. Deze signaleerfunctie wordt in Simplon onder andere verwezenlijkt door de wekelijkse Perron-avonden waar beginnende Groningse bands de mogelijkheid krijgen zich in de kijker te spelen. Visser vertelt dat deze avonden veel meer geld kosten dan ze opleveren. Zo moet er personeel en apparatuur zijn. Ook zijn de avonden gratis. En dan, slagvaardig: “Daar gaan we absoluut niet mee stoppen. We kunnen wel alleen maar commerciële avonden verzorgen en heel veel geld verdienen maar dat is niet onze taak!”
Ook Sikkema ziet niets in een ander programmeringbeleid. Hij stelt dat het juist de functie van De Oosterpoort is te zorgen dat een artiest van het kaliber Rufus Wainwright naar Groningen komt. Hoe moeilijk dat ook is. Hij vertelt over de band Jonsi die een aantal weken geleden te gast was in De Oosterpoort. De band is al sinds maart aan het touren en moet nog steeds knokken om quitte te draaien. “Ik zie dat steeds meer artiesten maar gewoon in de tourbus slapen. De kosten worden steeds hoger.” Dit, en de kleiner wordende winstmarges, maakt dat het steeds moeilijker wordt om gerenommeerde artiesten te trekken. Sikkema: “Ik denk dat artiesten in de toekomst steeds vaker een concert in Nederland doen, in plaats van vier en dat is dan niet in De Oosterpoort maar in de Heineken Music Hall. Daar kan je gewoon veel meer kaartjes verkopen.”
Gevraagd naar zijn mening stelt Peter Weening, programmeur van Vera, dat hij het nog te vroeg vindt om in de pers hierover uitspraken te doen.