Benjamin Herman speelt al jaren met de crème de la crème van de muzikanten.
In januari stond hij met New Cool Collective in de grote zaal op Noorderslag dit jaar, maar diezelfde avond speelde ook zijn kwartet in een klein donker achterzaaltje.
Goed, met een paar kleedjes en een tafel is Simplon niet ineens veranderd in een chique jazzclub, het is echter wel een atmosfeer waar Benjamin Herman zich zeer thuis voelt en veel beter tot zijn recht komt dan vorige maand.
Het kwartet bestaat naast Herman uit Carlo de Wijs, Jesse van Ruller en Martijn Vink. Met zoveel talent op een podium kan er weinig fout gaan, al liggen eindeloze en ontoegankelijke jazz improvisaties altijd op de loer.
De altijd stijlvolle Benjamin Herman staat met saxofoon groot op de posters, de leidraad voor de muziek is tijdens dit optreden toch echt het Hammond orgel. Deze wordt door Carlo de Wijs met handen, (blote) voeten en ziel bespeeld. Dit geeft de hele set een swingend karakter.
Dat wil niet zeggen dat dit monsterlijke orgel de avond domineert. Met zijn karakteristieke saxofoongeluid en verschijning verveelt Herman geen seconde. Ook de andere muzikanten krijgen ruim de gelegenheid voor solo’s, keer op keer aangemoedigd door het publiek en Herman zelf die aan de zijkant van het podium meegeniet. Gitarist Jesse van Ruller blijft er nog het koelst onder.
Ook al duren de nummers door de solo’s vaak lang, de afwisseling in tempo en melodie tussen de nummers is ook groot. Daardoor weet het kwartet ruim anderhalf uur te vermaken. Na afloop danken ze het publiek oprecht. Het was genieten voor zowel de kenner als de leek.