In drie rondes van elk een half uur werden tijdens Stukafest honderden mensen op één avond gepropt in ruimtes van zo'n paar bij een paar meter en tegelijkertijd vermaakt door artiesten zoals Belmondo, Sellerie, Peter Pannekoek, Crappy Dogs, Ysis en Meindert Talma. Charlie Déé was de publiekstrekker en zij speelde als enige niet in een studentenkamer, maar in het “gewone” podium van het USVA-theater. Behalve knus en gezellig was de gemiddelde kwaliteit van de muziek erg hoog. Ook was er tijdens dit festival te genieten van onder andere cabaret, film, theater, performance, kleinkunst tot literatuur. Het aanbod was dus heel gevarieerd en alles was opvallend goed geregeld. Het Studentenkamerfestival, beter bekend als Stukafest, mag dan in Groningen gisteren voor de tweede keer zijn voorgekomen, in Nijmegen vond het op 31 januari al voor de zevende keer plaats. Alsof een dergelijke geschiedenis niet al iets is om trots op te zijn is 2008 een jaar van ongekende groei voor Stukafest: dit jaar is het concept ook voor het eerst geëxporteerd naar Maastricht, Rotterdam, Eindhoven en Amsterdam. Het doel is om bij te dragen aan de culturele en educatieve vorming van studenten door ze als bezoeker, gastheer of gastvrouw bij cultuur te betrekken. Alles draait om studenten, wat je ook kan merken aan de enquêtes die in de kamers rondslingeren: “bij welke faculteit studeer je?” Met ambities om in elke studentenstad van Nederland jaarlijks een lokale editie van het Studentenkamerfestival te organiseren is Stukafest een organisatie om in de gaten te houden.