We hebben het allemaal wel ‘es meegemaakt. De was moet nog gedaan worden, de kattenbak verschoond, je zou eigenlijk naar dat feestje gaan vanavond: allemaal zaken die eigenlijk gedaan moeten worden, maar je wilt vooral slapen omdat je moe bent. Monobloc straalt zaterdag op de Arc iets soortgelijks uit. Futloos en weinig dynamisch, hoewel er soms wel een aantal energieke vonkjes te bespeuren zijn. Terwijl de voortekenen juist zo gunstig waren: de muziek van de band wordt omschreven als een ‘mix van post-punk attitude en pop-gevoeligheid’ en noemt Joy Division als een belangrijke invloed. Hype is iets gevaarlijks: wordt het te groot opgeblazen dan ontploft het in je gezicht. De relatief nieuwe New-Yorkse band rondom zanger Timothy Waldron kreeg vorig jaar enthousiaste kritieken op hun debuutsingle ‘I'm Just Trying To Love You’ en ook de singles erna werden gretig opgepikt. Dus alle redenen om uit te kijken naar hun optreden vandaag.
De korte samenvatting echter? Het viel tegen. De band heeft een matheid over zich die het slechts af en toe van zich af kan schudden. ‘Where Is My Garden’ en ‘Take Me’ rammelen nog wel levendig van het podium en soms is er iets van frisse dynamiek, maar Waldron straalt iets te vaak uit dat hij zo geen zin heeft om de kattenbak te verschonen. Maar goed: dat kan. De band zit middenin een tour en snakt naar rust zoals de zanger aangeeft. Dus hop: nog even aanzetten voor het laatste kwartier van hun optreden en dan naar bed. Ware het niet dat de band het om 18.02 uur wel goed vindt geweest: krap een kwartier voor de eigenlijke eindtijd. Heel jammer, want in aanleg zou Monobloc in staat moeten zijn een prima show neer te zetten. Vandaag is het - afgezien van wat sparkjes - té mat om lang te boeien. (PSB)