"We hebben ook ballads hoor!” grinnikt Élénie Wagner, frontvrouw van AbART. Het publiek, dat door AbART getrakteerd wordt op een steengoede set, gniffelt. AbART gaat er in de intieme bovenzaal van Luxor meteen vol in. Niks opbouw. AbART trapt af met stevige nummers, gezongen in het Duits, en neemt pas halverwege de set gas terug. Ze spelen hard, het geluid lijkt bijna teveel voor de kleine, warme zaal maar gek genoeg is het niet té. Het spel van gitarist, violiste en drummer vergezellen haar sterke stem. Helaas is de viool niet goed te horen als ze akoestisch speelt, maar dat is dan ook een van de weinige minpunten. Versterkt voegt ze een bijzondere metaalachtige klank toe aan de band, die technisch erg goed speelt.
AbART houdt de vaart er ook tijdens rustigere nummers goed in. De drummer introduceert die soms met 'spoken-word'-achtige, korte monologen waarbij hij in spookachtig licht zit en daardoor bijna duivels overkomt. Zo kondigt hij ook op dramatische wijze het nummer 'Fleisch' aan. AbART is niet alleen technisch goed maar brengt de set zeer goed over met een theatrale manier van spelen. Zangeres Élénie heeft een krachtige lichaamstaal. Ze zit bijvoorbeeld ineengedoken op het podium terwijl ze 'Ich bin verzweifelt, ich bin verzweifelt' zingt en ze vergezelt teksten over eenzaamheid en angst met grote, opengesperde ogen. Daardoor zuigt AbART je vanzelf mee in hun wereld. Het publiek is dan ook vanaf het eerste moment enthousiast en dat is verdiend. Kan LAKSHMI daar nog wel overheen?