Wie Grasnapolsky zegt, zegt al gauw 'intieme sfeer' en 'beleving'. Dit jaar komen die kernwoorden nergens beter tot hun recht dan bij de set van Joep Beving, die zijn opengewerkte piano niet op een podium, maar midden in de Zenderzaal tussen het publiek bespeelt. Doordat Beving met zijn robuuste baard en lange jas precies tussen dat publiek past, lijkt het alsof je op een willekeurig centraal station staat, waar iedereen tegenwoordig achter een piano kan gaan zitten.
Maar hier, midden op de Veluwe, razen geen treinen en niemand hoeft ergens naartoe. Dus zit het publiek als rond een kampvuur verzameld op de grond, met volledige aandacht voor de fluisterzachte neoklassieke pianocomposities, die ergens tussen Einaudi en Satie in zweven. Bepaald geen stationspianogepiel dus, en wat werkt dit goed, zo aan het begin van de zondag. Stelletjes pakken elkaar nog even vast en zelfs kuchjes worden ingehouden: niemand wil dit moment verstoren. Even onthaasten voordat we 'echt' beginnen.
Het Deense Blaue Blume is met hun dromerige indiegitaarpop op voorhand een passend vervolg op het podium van de Lange Golf. Ware het niet dat de band met Jonas Smith een ontzettend vervelende frontman heeft. Hij heeft echt een goeie stem, maar lijkt niet te kunnen doseren wanneer hij dat moet laten merken. Denk Antony (van The Johnsons) met het pathos van Morrissey. Een goed moment om een biologisch frietje met te gaan halen.