SFN en de missie van Peter Dragt

Muzikanten die uitblinken door liefde voor muziek

Eelco van Eldijk | foto's Didi Willems ,

Op een meer dan dorre zondagavond speelt Stonerfront Nijmegen (SFN) in Trianon. Zelf georganiseerd, op aanvraag van een bevriende band die op tour is. Die band, het malle Jimmy Glitschy, is op strooptocht door Noordwest-Europa en is op zoek naar een plekje om hun show op te voeren. Ook zoeken zij een plaatsje om te slapen en een hapje om te eten. Een van de Stonerfrontleden, drummer Peter Dragt, kent het ploeteren van binnen en buiten en kan het niet over zijn kant laten gaan om de band in de kou te laten staan.

Genoeg bands worden tijdens hun tocht langs hokken en gaten met hun apparatuur in een hoek gezet tot ze hun kunstje op mogen voeren op de (kleine) ‘podia’. Het is een zuur bestaan wanneer je niet kiest voor de paden van het makkelijke geld en de uitgeholde consumptiemaatschappij. De lol om de ellende vergaat spoedig wanneer de zelf bij elkaar geschraapte centjes als sneeuw voor de zon verdwijnen door brandstofkosten, blikvoer en overnachtingsperikelen. Het busje slaapt best aardig voor twee nachten, maar daarna komen de bierscheten van de drummer je ongeveer letterlijk de neus uit. 

De ervaring leert en daarom zorgt SFN dat de Duitse vrienden van Jimmy Glitschy een dag en nacht fatsoenlijk onderdak (bij Peter thuis), een lekkere maaltijd (in Trianon) en een goed ontbijt in huize Dragt aangeboden wordt. Peter is een rocker van het genoeglijke type, dat gek is op muziek en alle randzaken. Zijn niet aflatende energie brengt hem vooralsnog geen genoegdoening in de vorm van grootse waardering of budgetten, maar een mooie veer in die welbekende plek verdient hij des te meer.
 
Een van zijn eigen bands, Stonerfront Nijmegen, die hij samen met Remco Verweij en John Munnich bestiert, zorgt voor de support van de avond. Vijf handenvol lieden die op dit niet meest handige moment van de week de kater van de voorgaande dagen verwerkt hebben, zien het drietal hun stinkende best doen om een goed stuk instrumentale stonerrock op de planken te brengen. De muziek waarvan men idolaat is en waarvan het evangelie gepredikt moet worden. Dat doen zij prima en ze durven deze avond zelfs te laten horen wat over de eigen (opgelegde) grenzen heen te kijken (funk!). De grooves, opgezet met harde drums en holle (in plaats van zompige) gitaarpartijen worden ondersteund door gortdroge baspartijen. Deze laatste zouden wel wat uitgetild mogen worden boven de bejaarde ‘bluesfeel’ die het nu heeft, want een uur droog heen en weer schuren in de holte levert vervelende brandplekken op. Maar de liefde zit diep en het drietal zal niet rusten tot ze hun uiteindelijke vorm hebben gevonden, reken daar maar op!
 
Een vorm waarnaar het nog lang zoeken zal zijn, is die van Jimmy Glitschy. Deze oosterburen uit Jena rommelen maar wat aan. Disco-stoner noemen ze het zelf, maar Disco Stu (The Simpsons) wil hier echt niet naartoe. De lekker vettige gitaarriffs ten spijt hinkt het vehikel op twee onvaste benen. Een maffe publieksjenner moet zorgen voor de extra vibe, maar dit slaat op deze zondag-kleum-avond de plank geheel mis. In een dronken en balorige toestand is Jimmy Glitschy misschien de juiste band op het juiste moment. Hedenavond echter zeker niet.
 

Ondanks de goede zorgen van Peter D. mag Jimmy G. gauw weer het busje in richting thuishaven of andere oorden. Maar fijn dat zij even gebruik hebben mogen maken van  de gastvrijheid van lieden die muziekliefde hoog in het vaandel hebben staan en daar ook volledig voor gaan. Chapeau!