Indian Askin mag in de Onderbroek het spits afbijten. De band opent heel sterk met een nummer (laten we het geen liedje noemen omdat de band niet vasthoudt aan de traditionele liedjesstructuur) dat omschreven kan worden als een mengsel van garage, grunge en experimenteel. Er wordt flink gebruik gemaakt van een hele rij pedalen die beide gitaristen mee hebben genomen. Een drumcomputer fungeert als backbone in het geheel. Het tweede nummer is rustiger, leger. Beide heren zingen, ook harmonieus, begeleid door een elektrische gitaar. En dat was het interessante deel van het optreden; al het volgende is onopvallend en een beetje saai. Misschien vinden de bandleden dat zelf ook. Meer dan eens lijken ze afgeleid door iets anders, in gedachten en niet overtuigd van wat ze doen of zijn. Mogelijk denken ze dat ze iets moeten doen aan de drumcomputer. Daarin hebben ze gelijk, want die is saai en het geluid is niet het meest classy dat ooit ten gehore is gebracht. (I.S.)
Café De Klinker is vanavond omgetoverd tot een huiskamer. Op het podium staan kaarsjes en een sfeerlamp tegen de achtergrond van een rood gordijn. Het is de perfecte setting voor voormalig straatmuzikant Tom Gerritsen, ofwel The T.S. Eliot Appreciation Society. Onversterkt en akoestisch brengt hij met enkel een gitaar, een mondharmonica en een krachtige stem zijn prachtige folkliedjes ten gehore. Hij gaat volledig op in zijn muziek en is daardoor geloofwaardig, maar moet ervoor oppassen dat hij niet het contact met het publiek verliest. (D.P.)
Vanavond betreden de ruwe en bebaarde mannen van Richie Dagger het podium in Extrapool. De muziek van de heren valt op door het repetitieve karakter van de nummers en de grote rol van ritme in de nummers. Daarnaast zitten er regelmatig intermezzo's in de nummers, waardoor er ook genoeg afwisseling in de nummers zit. Wat in het oog springt, is dat de band drie zangers kent, waaronder de drummer. De band is dan ook het sterkst wanneer de zang afgewisseld en gecombineerd wordt. Het is merkbaar, onder meer aan een valse start van een nummer, dat de band met zijn nieuwe muziek nog speelervaring moet opdoen. Dat kan het vanavond aanwezige publiek niet deren, want dat pruimt de genre-overstijgende muziek goed. (M.V.)
Het rockbandje Sidewalk speelt om 21:45 in café Daen. En dat blijkt nog niet zo simpel, aangezien de wedstrijd Nederland-Turkije op een flatscreen te zien is en de Popronde totaal niet centraal staat. Ook al begint de band ruim een kwartier te laat te spelen, tijdens de soundcheck is al gebleken dat Sidewalk over een warm en toegankelijk repertoire bezit. De dynamiek tussen akoestisch en elektrisch gitaar is mooi, waar de zang soms nog wat onzeker is. Denk Racoon, in de blender met John Mayer, en je hebt Sidewalk: een jong en onzeker bandje in café Daen, waar voetbal belangrijker blijkt dan muziek. (G.J.)
Yesterday's Men is een grote band, met maar liefst twee toetsenisten en een hele hoop extra instrumenten. Zijn muziek laat zich het best omschrijven als bombastische indie, en zoals elke zichzelf respecterende indieband, zijn de bandleden multi-instrumentalisten. Het opvallendste bandlid is, zoals de traditie wil, de voorman. Zijn typische jaren tachtig, Gary Kemp-achtige (van Spandeau Ballet) stem past prima in het huidige sterk door de jaren tachtig beïnvloedde popklimaat en is simpelweg fantastisch. Het geluid is, behalve aan de harde kant, echt goed. Alle instrumenten zijn duidelijk hoorbaar en goed op elkaar afgesteld. Hierdoor kan de muziek op twee manier beluisterd worden: het als geheel tot je nemen of meer focussen op één van de lijnen. Wie voor dat laatste kiest en inzoomt op de gitaarpartijen, zal opvallen dat deze opmerkelijk jaren negentig pop/rock zijn. Van het soort dat zowel solo- als slaggitaarpartij beoogt te zijn. In gedachten zie je het ravijn al in panorama-view. Het optreden als geheel is prima in orde, de band is goed op elkaar ingespeeld en heeft duidelijk plezier in het optreden. (I.S.)
Het is gezellig vol bij de aftrap in Merleyn. De eer is aan de Utrechtse punkrockers van John Coffey. Vol energie en enthousiasme spelen ze voornamelijk nummers van hun nieuwe plaat Bright Companions. Ze spelen heel strak en door hun perfecte mix van snoeiharde punk en beheerstere rock kun je niet anders dan dansen. Ze hebben besloten er een feestje van te maken en zanger David Achter de Molen loopt het publiek in en klimt overal op. “Als jullie er niet van genieten, dan doen wij dat wel”, is zijn reactie op het wat tamme publiek. Hier een daar knikt er een hoofd mee op de maat van de muziek maar de echte actie vindt plaats op het podium. Maar zelfs zonder een wild publiek kunnen de mannen van John Coffey terugkijken op een geslaagde show. (D.P.)
Dan The Crowns, zelfverzekerd en met de nodige ervaring, in café de Opera. Deze band speelt onder andere in DWDD en op 3FM met hun bizarre mix van Alter Bridge en Arctic Monkeys. Met deze vergelijking doe je ze eigenlijk te kort, want The Crowns is uniek in zijn onverwachte bluesy creatieve gitaarpartijen. De band speelt enorm strak en de zang is bijna verdacht zuiver. De dynamiek tussen de bandleden is goed doordacht en dit stralen ze maar al te goed uit. Door deze factoren kan enkel de conclusie worden getrokken dat dit café te klein is om het enthousiaste publiek volop te kunnen laten genieten van de sterke set. The Crowns is gewoon een goede rockband. Case closed. (G.J.)
WOLVON slingert pulserende muziek de Plak in, vol overstuurde gitaren en galmende, niet altijd passende zang. Hun muziek is echter niet alleen maar overdonderend, ze weet ook andere wegen in te slaan. De drummer zoekt bijvoorbeeld voortdurend jazzy ritmes op. Absurd en de grenzen van je gehoorgangen tracerend tegelijk. Dit sfeertje wordt nog eens versterkt door de zanger-gitarist, die met zijn rug pontificaal richting het publiek, spastisch zijn kunsten vertoont. De band etiketteren als noise doet de band wellicht tekort. De vraag is echter wel of de band muzikaal aansluit bij de doelstellingen van de Popronde. Een kniesoor die zich daaraan stoort. Vanavond laten we ons simpelweg meevoeren door WOLVON! (M.V.)
Zangeres Fanny Bartels van NY Fan wordt begeleid door een bassist en drummer die, zoals het hoort, strak spelen. Het geheel wordt aangevuld door backing tracks die bestaan uit smaakvol gekozen geluiden wat het tot een interessant en fris electropop geheel maakt. De nummers verschillen wezenlijk van elkaar maar blijven dicht bij elkaar in stijl en genre. Dit doet vermoeden dat het hier om een interessant electropopbandje gaat. Hopelijk komt NY Fan snel terug naar Nijmegen. (I.S.)
Om 23:00 speelt Vine-Yard in TweeKeerBellen. Deze band uit Kampen blijkt ondanks optredens in onder andere de Melkweg, Dynamo en Hedon nog vrij onbekend in Nijmegen: aanvankelijk is het café leeg. Wanneer de versterkers open worden gedraaid, stroomt het echter snel vol. Wat sterk is aan dit poppunkbandje is de muzikaliteit. De vocalen en de gitaarsolo’s zijn creatief en strak. Ook zijn de nummers catchy en redelijk gevarieerd. De jongens gedragen zich wel alsof ze net zo beroemd zijn als Green Day (de vergelijking is niet te ontkennen), maar of dit negatief is, is aan het publiek. En dit publiek reageert positief op de nonchalante houding van de band. Het laatste nummer Everything’s The Same is tevens het hoogtepunt en iedereen gaat los. Zo los, dat Vine-Yard haast gedwongen wordt een toegift te geven: Summer of 69. Verrassend! Vine-Yard is nonchalante poppunkrock met hier en daar wat schoonheidsfoutjes, maar kan je ook punten mee scoren natuurlijk. (G.J.)
Volgens de blog van APRIL wil deze band graag de Nederlandse muziekwereld op zijn kop zetten. Dat is een ambitieus streven, maar laten we hopen dat het lukt. APRIL is een on-Nederlands stijlvol bandje dat niet bang is boven het maaiveld uit te steken. En mogelijk gaat het lukken. Op de Plus Ultra-avond in juni in Extrapool waren de muzikanten al leuk: een bassist die meer eyeliner draagt dan de gemiddelde vrouwelijke bezoeker en als David Bowie op zijn plateauzolen over het podium danst. In juni was het optreden sympathiek maar net iets te lang. Vanavond in de Plak laat de band zien dat zij veel gespeeld heeft en beter is geworden. Met name de uitvoering van de zangpartijen van de gitariste en de bassist is soepeler het klinkt minder geforceerd. Overall lijkt de invloed van de nineties shoegazebandjes af te nemen en kristalliseert het eigen geluid. Een positieve ontwikkeling. Hopelijk komen ze snel met een demo die net zo plezierig is voor het oor als de liveoptredens zijn voor het oog. (I.S.)
In Ierse pub The Shamrock laat 3rd Floor Magic hun fusionhop horen. Het is een mix van reggae, ska, blues, hiphop en funk, en klinkt als een hippe versie van Caro Emerald. De muzikanten hebben genoeg enthousiasme en kwaliteit voor een goede show, maar weten het publiek helaas niet te bereiken. Dit lukt alleen wanneer ze Think van Aretha Franklin en Stereo van Maroon 5 coveren. Ze beheersen hun muziek en hebben een goede podiumpresentatie, maar deze jonge band vol potentie had het wellicht beter gedaan op een kleinere locatie. (D.P.)
Reizend festival de Popronde deed afgelopen vrijdag Nijmegen aan. Vanzelfsprekend was 3voor12 gelderland van de partij.