Rats On Rafts moet zich een beetje gedragen

“We waren over het hek naar de backstage geklommen en hadden zes flessen whiskey gestolen.”

Joeri Pisart ,

Rats On Rafts is een van de weinige Hollandse acts die deze week op het hoofdpodium staan, maar van hun moederland moeten ze weinig hebben. In hun muziek, maar ook in hun antwoorden geven zij blijk van een gezonde portie brutaliteit.

Wie: Rats On Rafts
Waar:
Backstage bij de Arc
Wanneer:
Zaterdag 14 juli 2012

Houd je van wandelen?
Joris Frowein (drummer): “Vroeger liep ik altijd de Avondvierdaagse met mijn ouders. Je had meerdere afstanden: vijf, zeven of tien kilometer. Ik heb ze uiteindelijk allemaal gelopen. Ik vond het leuk; ik houd sowieso wel van wandelen.”
David Fagan (zanger/gitarist): “Ik ook, als ik dronken ben en de metro heb gemist. Laatst nog heb ik twee uur moeten lopen. Maar dat is goed voor je; je voelt het dan de volgende dag in je benen. Overigens lopen we allevier veel. Je ziet dat mensen weinig lopen tegenwoordig: als ze tien meter verder moeten, willen ze al een taxi nemen.”
Joris: “Ik heb vanochtend nog negentig minuten naar de repetitieruimte gewandeld. Waarom? Omdat ik geen geld heb.”

Met wie wil je een affaire op de-Affaire?
Joris: “Spelen er mooie meiden?”
Arnoud Verheul (gitarist): “Savages, toch?”
Joris: “Ik zou wel een affaire willen hebben met Getatchew Mekuria. Het zou hot ’n steamy worden, met heel veel sax.”
Florian Veenhuis (bassist): “Wacht, The Ex heeft natuurlijk een vrouw als drummer.”
David, geschrokken: “Die is bijna tachtig! Dat staat een affaire wel in de weg.”

Hebben jullie plannen voor de komende tijd?
Joris: “We moeten vooral veel op dit soort festivals spelen. Hoogtepunt wordt ons optreden op het On The Sea Festival in Los Infiernos, Spanje. We hebben de programmeur van dat festival ontmoet op Primavera. Hij was compleet van de kaart.”
Arnoud: “Hij bood ons toen speed aan.”
David: “We namen het niet aan, we moesten ons een beetje gedragen.”

Zijn jullie zo’n brave band?
Joris: “Nou, die avond zijn we niet echt braaf geweest.”
David: “We waren met z’n tweeën over het hek van de backstage geklommen en hadden zes flessen whiskey meegenomen. Die flessen verkochten we vervolgens voor de deur van het hotel waar alle bands verbleven. We stonden daar vrij lang, want we hadden in het hotel nog een krat bier gestolen en dat buiten uitgedeeld. Op een gegeven moment kwam de zanger van Deerhunter langs om in te checken. Toen pas beseften we dat het al tien uur ’s ochtends was. In het buitenland spelen bands vaker tot diep in de nacht, dat maakt het makkelijker om het zo laat te maken.”

Wat vinden jullie eigenlijk van het muziekklimaat in Nederland?
Joris: “Kut.”
David: “Er zijn veel toffe dingen, maar alternatieve bands komen alleen verder als ze zich op het buitenland richten. We speelden met Harry Merry als voorprogramma, hij wordt door mensen als John Maus en Ariel Pink op handen gedragen, maar in Nederland begrijpen ze hem niet.”
Joris: “Ze zien hem als freakshow.”
David: “Harry’s muziek is uniek, maar voor veel mensen te raar.”
Joris nuanceert: “Wat een boer niet kent, dat vreet-ie niet.”
David: “Het is jammer dat muzikanten in Nederland geen risico durven te nemen. De meeste acts zijn voorzichtig en saai, ze lijken muziek te maken voor het publiek, niet voor zichzelf. Maar misschien is hun smaak gewoon beperkt.”