Hoera. Het is niet direct de titel die je verwacht van een album van drie ruige bluesrockers uit de Achterhoek, die uitsluitend in het Engels zingen. Dat is precies de reactie waar de band naar op zoek is, vertellen de drie leden in de loungeruimte van de 3FM-studio’s, waar ze wachten op hun optreden bij 3voor12radio. Zanger/gitarist Wout Kemkens: “We hadden er in het voorjaar al over dat we een Nederlandse titel willen. Het is namelijk een reactie op de Hollandse hype: Ik hou van Holland, 100%NL Magazine, 100%NL Radio; noem het maar op. Schaamteloos opportunistisch als wij zijn, willen we daarop meeliften.” Volgens drummer Maarten Rischen kan de titel breed geïnterpreteerd worden: “Hij kan ofwel heel cynisch, of juist heel melig worden opgevat”, zegt de drummer. Kemkens vult aan: “Hoera kan een oprechte blijheid uitdrukken: kijk ons eens doen wat we willen! Ik speel af en toe met een Syrische gast. Hij werd opgepakt door de geheime dienst omdat hij protestliederen zong. En dan zitten wij in Nederland gewoon een beetje lekker te doen wat we willen. In die zin is het een viering van het leven. Life is grand.” Rischen denkt dat titels altijd tekortschieten. “De naam van een album heeft normaal allerlei indicaties voor wat je er van moet denken. Maar het geschreven woord dekt nooit de lading. Sigur Rós speelt daar bijvoorbeeld heel goed mee, door nonsense-lyrics te maken. Voor het buitenland heeft ‘hoera’ geen directe betekenis, dat is te gek.”
Strakker en gelikter
Bij de eerste luisterbeurt valt meteen op dat de nummers op Hoera strakker, misschien zelfs wat gelikter, aandoen dan de psychedelische jams van het debuutalbum Awe. Maar volgens Kemkens is Shaking Godspeed niet op zoek naar een 3FM-hit. “Nee, ik denk juist dat we er verder vandaan zitten nu. Ik vind de nieuwe nummers harder en rauwer. Maar misschien ook wel melodieuzer, we houden allemaal wel van een goed liedje. Als ik voor mezelf spreek: ik luister veel naar garagebands van nu, Ty Segall bijvoorbeeld. Maar ook naar klassiekers als The Kinks.” Paul Diersen, die bij de band bas, orgel en zang voor zijn rekening neemt: “We dachten: laten we net als The Kinks deze keer echt korte, compacte liedjes van tweeënhalf, drie minuten schrijven. Niet de uitgesponnen stukken van de vorige keer.”
De zanger denkt dat de leden van Shaking Godspeed daarnaast “gewoon koppige lui” zijn: Veel bands gaan tegenwoordig richting liedjes van zes à zeven minuten. Dat hebben wij ook gedaan bij de vorige plaat, dus dan gaan we nu weer de andere kant op. Een plaat is volgens mij altijd een reactie op de vorige plaat. Die was bij ons vrij vaag en freaky. Nu is zit er meer een standaard popstructuur in de liedjes. Daarbinnen proberen we met wat dissonante dingen een raar gevoel te creëren. Diersen: “Wij worden vaak in de stoner-hoek geduwd. Dat zijn groove-georiënteerde bands met repetitieve beats, maar de melodie raakt vaak ondergesneeuwd. Dat is voor ons niet interessant. Wij houden van melodie; meer melodie was het uitgangspunt van deze plaat.” Drummer Rischen heeft een andere verklaring voor de strakkere sound: “Het is onbewust gebeurd. We kunnen na pakweg 220 shows gewoon veel beter spelen dan de vorige keer.” Lachend: “De vorige plaat klonk deels zo psychedelisch om te compenseren dat het allemaal wel wat strakker kon.”
De band zoekt altijd naar iets wat een nummer uniek maakt. Kemkens: “Het eerste criterium voor een nummer is altijd: als het ergens op lijkt valt het sowieso af. Gitaar, bas en drums worden al zeventig jaar gebruikt, dus helemaal eraan ontkomen kan niet. Maar binnen bestaande conventies wil ik zoeken naar iets eigens. Het gaat dan met name om de wijze waarop je nummers arrangeert.” Rischen: “Je hoort veel goede nummers op de radio, maar de arrangementen zijn echt volgens de popconventies ingevuld: hier en daar een strijkertje. Het wordt interessanter door van een nummer op alle vlakken iets nieuws te maken. Daarnaast komen de uiteenlopende invloeden van de bandleden volgens Kemkens ten goede aan de originaliteit: “We luisteren alle drie naar heel verschillende bands. Ik heb een voorkeur voor ruigere garage-achtige dingen, terwijl Maarten meer into shoegaze en technische prog is. Paul is juist meer van de pop. Die uiteenlopende muzieksmaken die bij elkaar komen, leiden tot nét iets andere muziek.