The Doo Run Run verheft het 'loser-schap' tot een ware kunstvorm

'Basement tapes' van Roy Santiago's zijproject komen uit op nieuw label Smikkelbaard

Arina Banga ,

The Doo Run Run releasete vandaag zijn tweede plaat, die fantasievol No. 2 is gedoopt. No. 2 is opgenomen in de echt bestaande dan wel spreekwoordelijke kelder van Nijmegenaar Roy Santiago. Het is niet voor alle betrokkenen de tweede plaat: voor het nieuwe online label Smikkelbaard is hij de vierde handvol liedjes dat het daglicht ziet. 3voor12 gelderland smult ervan en bespreekt de ep hopelijk zonder hoorbaar gesmak. Hoewel... Smakken zou eigenlijk ook wel goed passen bij de loser-sfeer die de eenmansband neerzet.

Dat een zekere melancholie Roy Santiago niet vreemd is, wisten we al sinds Mt. Ventoux. Op No. 2 klinken de lo-fi indieliedjes van zijproject The Doo Run Run (vernoemd naar Run, Run, Run van Jo Jo Gunne) opnieuw zwaarmoedig en droefgeestig, alleen dan wél zo dat de droeve geest zich in een behoorlijk vrolijke omgeving bevindt. Een zomerse wellicht, waarin gekleurde opblaasspeelgoedjes van kinderen die dol zijn op zwemmen, het decor vormen en uitgelaten geschater de soundscape.

De luisteraar hoort rustige liedjes met een shoegaze-achtig geluid, die qua stem zo nu en dan iets hebben van Bright Eyes. De luisteraar ziet daarbij de protagonist (naar we aannemen Santiago zelf - ja, het is lastig om deze ep niet te recenseren als een roman of autobiografie) in zichzelf gekeerd dwalen tussen alle vrolijkheid. De protagonist voelt niet de drang andermans bonte verzameling waterbeesten lek te prikken. In plaats daarvan aanvaardt hij in zijn lot. Misschien doet hij aan yoga of misschien is hij een fanatiek surfer; in elk geval is hij een geoefend man in het accepteren van Dingen. Ach, hoor je onze hoofdpersoon bijna denken. Komt de beste kunst niet voort uit lijden?

Deze sfeer van berusting wordt tekstueel geïllustreerd: "you don't know my name and that's fine" en "turning on the radio knowing that it's useless". De highschool loser verandert niet zomaar tijdens een onbewaakte zomervakantie in een knappe jongeman voor wie de meisjes in de rij staan, noch als hij zijn nerdy bril afzet, noch als van de beugeltandarts zijn beugel de prullenbak in mag. Maar wie weet wordt het ooit in de toekomst beter.

De 'wereld' van No. 2 contrasteert met The Doo Run Runs eerdere werk, precies zeven jaar geleden uitgebracht als titelloze ep. Waar iets in Santiago's geluid daar nog bij vlagen aan rusteloos rebellerend muzikaal geweld als Muse en At The Drive-In deed denken, klinkt hij nu ingetogener en meer in evenwicht. Leids label Smikkelbaard mag zich in de handen knijpen vanwege het bemachtigen van deze 'basement tapes'.

Als een mislukkeling zijn het schrijven van zulke goede liedjes mogelijk maakt, wens je als luisteraar dat de protagonist voor altijd een mislukkeling blijft. Bovendien steken dagdromen de kop op waarin je jezelf een loser waant. The Doo Run Runs No. 2 refereert namelijk niet aan de underdog maar aan de antiheld, die voorzichtig een danspasje poogt terwijl hij naar The Crystals luistert.