Beequeen: wegdromen voor gevorderden

‘Sandancing’ fraaie nieuwe plaat van studiojunkies

Tekst: Maarten Wagemakers, ,

Beequeen treedt weliswaar niet vaak op, maar het vruchtbare samenwerkingsverband tussen Frans de Waard (Kapotte Muziek, Goem) en Freek Kinkelaar (Brunnen) levert wel bijna jaarlijks een nieuwe langspeler op. Hun 19e werkstuk heet ‘Sandancing’, een fraaie, ingetogen plaat die echter niet zomaar te doorgronden is.

‘Sandancing’ fraaie nieuwe plaat van studiojunkies

Normaal gesproken is het gebruikelijk om bij een nieuwe plaat van een productieve band deze te vergelijken met eerder werk van de betrokken leden, om op basis daarvan een wat beter beeld te krijgen van het ontwikkelingsproces. Maar die tactiek is bij Beequeen onbegonnen werk: als het rekensommetje van de band zelf klopt, is ‘Sandancing’ albumpje nummer negentien in even zoveel jaar tijd. En dan vergeet je nog bijna de vele dozijnen nevenprojectjes / samenwerkingsverbanden / op plaat gesmeten hersenspinsels, uitgebracht op die tientallen verschillende labels waar kernleden Frans de Waard en Freek Kinkelaar zich de afgelopen decennia op hebben gestort. Het CV van de beide heren leest weg als een intimiderende jungle van veel ambient, drone, (post-)industrial en andersoortige experimentele muziek. Al weet Beequeen op deze nieuwe langspeler nooit echt het aardse uit het oog te verliezen. Dat ‘aardse’ blijft in het wereldje van Beequeen wel een relatief begrip. Aan de basis van de composities staat steevast een repetitieve droon, een dwingende melodielijn van gitaar, toetsen en soms zelfs voorzichtige drums. De daadwerkelijke inkleuring van de stukken gebeurt vervolgens met glockenspiel, saxofoon en zo'n beetje alles aan bliepjes, glitches, vreemde samples en gekraak dat de heren nog voor een regenachtige dag in een oude schoenendoos hadden weggestopt. Om er vervolgens nog de warme, cryptische zang van Olga Wallis overheen te leggen, die een verdere doorgronding van het totaalgeluid eerder bemoeilijkt dan verduidelijkt. De uiteindelijke luisterervaring is dan ook vooral heel vervreemdend; tegelijk warm en afstandelijk. Alsof er zich een romantische scène afspeelt in een koelkastenfabriek, waarbij het monotone gezoem van de koelelementen als soundtrack dient voor een wegdoezelend verliefd stel. Een haast claustrofobische serenade: altijd op het randje van Zen, maar steeds net één stapje te koppig en abstract door de machinale constructie erachter. Meer Yo La Tengo en Max Richter dan de zoveelste lounge verzamelaar; wegdromen voor gevorderden. Het is ook zeker geen toeval dat juist de tekst van de vocale opener ‘Breathe’ de achterkant van het hoesje siert: ‘This is like you’re floating out of reach / I’m on tiptoes – on the wire it requires / Staler and staler the air / Please breathe in the air…’ Het leest weg als de sleutel naar deze plaat. ‘Sandancing’ is een beklemmend en ongrijpbaar kleinood geworden, met elementen die immer intrigeren, maar nooit echt hun geheim prijsgeven. Een duidelijk signaal om die 18 andere albums toch maar eens te gaan opgraven.