De verwachtingen waren hoog gespannen. Mummy's a tree bracht afgelopen vrijdag haar nieuwe cd 'Dancing in the light that my baby spreads' uit en trad op in Merleyn om die gelegenheid luister bij te zetten. Om het feest compleet te maken, werd ons ook nog een reünie van de originele lineup van de band beloofd. Eerst valt aan Bert Hoogma de eer om de avond te openen, en dat doet hij zeer overtuigend. Eén man met een akoestische gitaar, een aantal effectpedaaltjes, een goede stem en een doorleefde kop staan garant voor een boeiend halfuur. Uit zijn instrument haalt Hoogma dan weer een heel intiem, dan weer een heel vol geluid.
De zang is helder en mooi, met soms een rauwe uithaal. Zijn stem draagt bij aan het gevoel van frustratie, woede, verdriet of wanhoop. Wat hij ook met zijn nummers wil uitdragen, je gelooft hem! De nummers kennen onverwachte wendingen en afwijkende ritmes. Het tempo zit er regelmatig goed in, en het publiek wordt per nummer enthousiaster. Na een tijdje beginnen de nummers wat op elkaar te lijken, maar toch blijft het boeiend. Al met al een sterke opwarmer voor een opvallend drukbezocht Merleyn.
Een goed opgewarmd publiek is natuurlijk gunstig voor een hoofdprogramma. Daarom is het extra jammer dat Stefan van den Berg en Frank Antonie van Alphen het publiek al weer snel laten afkoelen. Mummy's a Tree bestaat sinds 2005 nog slechts uit een duo: Van den Berg op gitaar en zang en Van Alphen op percussie en tweede stem. De band speelt degelijke en intieme liedjes. Op zich zitten ze goed in elkaar, maar ze komen vanavond niet over. Van den Berg's stem klinkt te broos, en begint al snel tegen te staan, vooral ook omdat hij er soms 'net tegenaan' zit. Aan het begin van de set lijkt de sfeer nog redelijk vrolijk te worden, met twee nummers die lijken op Ierse pubmuziek.
Daarna zakt het in en verzandt Van den Berg in zijn eigen gitaarspel. De ritmes van Van Alphen kunnen hem dan niet meer helpen. De komst van oud-bandleden Otto Jogems op bas en Jeroen van den Berg op drums, zorgt voor meer afwisseling. Van Alphen kruipt dan achter zijn twee analoge synthesizers. Toch kan ook dit het optreden niet meer redden. Ingetogen nummers kunnen prachtig zijn, als ze met passie en overtuiging worden gebracht. Dat gebeurt vanavond vrijwel niet.
Slechts bij een enkel nummer gebeurt er iets op het podium dat even anders klinkt, dat verrast en dat laat zien dat de band wel degelijk talent heeft voor het schrijven van mooie nummers: een uithaal, een mooie tempoversnelling of een lekkere gitaarsolo. Die momenten blijven schaars. En als de band dan ook nog anderhalf uur lang blijft doorgaan, slaat de verveling bij mij en een aanzienlijk deel van het publiek toe en overheerst het gevoel dat het een degelijk, maar vooral saai optreden was.