Daniel Norgren kwetsbaar in Asteriks

Band laveert tussen verschillende muziekgenres door

Tekst: Vincent Meininger | Foto's: Hans Buitink ,

Twee jaar geleden stond Daniel Norgren al op Welcome to The Village. Met een mix van blues, country, jazz en rock wist hij te imponeren. Kennelijk is het de Zweed net zo goed bevallen als het publiek, want hij speelt in Leeuwarden een van de slechts twee clubshows in Nederland. Een uitverkochte Asteriks wacht met smart op deze hereniging.

Met een steelgitaar, een duimplectrum en een slide, trakteert Leonard Ford ons op een voorprogramma met uitsluitend blues. Authentieke blues zoals Lead Belly en Robert Johnsons het oorspronkelijk hebben bedoeld. Geen Mississippi Delta maar de Bonkefeart blues, want deze jongen komt gewoon uit 058. Te gekke nummers op overtuigende wijze gebracht door een oude ziel in een jong lichaam. Wij vermoeden dat hij ergens op een verlaten kruising onder de rook van Leeuwarden zijn ziel aan de duivel heeft verkocht.  


Zodra Daniel Norgren op de planken verschijnt kruipt hij eerst achter de piano. Met zijn kompanen Anders Grahn (bas) en Tim Grundtman (drums) speelt hij een hartverscheurende uitvoering van Putting My Tomorrows Behind Me. Het is vooral die gouden stem die we de afgelopen twee jaar zo gemist hebben. Soms zacht als fluweel, soms ruw als schuurpapier, maar het komt altijd vanuit de tenen. Sinds zijn vorige bezoek aan Leeuwarden heeft de singer-songwriter niet bepaald stil gezeten. Vorig jaar bracht hij met The Green Stone en Alasbury maar liefst twee parels van albums uit.

Die nieuwe nummers moeten kennelijk nog wel even wennen. Want het zijn vooral de nummers van het album Buck (2013) die vanavond het beste scoren. Moonshine Got Me wordt vanaf de eerste elektrische gitaartonen met opgewekt gefluit ontvangen. ''On a good old sunny day'', giet Norgren met zijn warme stem bij onze oorschelpen naar binnen. Het publiek mijmert collectief over zonovergoten dagen van weleer. Prozac voor de ziel.


Zonder echt kleur te bekennen laveert Norgren vanavond tussen verschillende muziekgenres door. We herkennen Tom Waits (Moonshine Got Me), The Black Keys (Stuck In The Bones) en The Band (I Waited For You). Het adembenemende Worthless had in het oeuvre van Otis Redding zeker niet misstaan. Maar of het nu blues, rock of soul is, het is vooral heel erg goed. Norgren is zo’n artiest die niet veel nodig heeft om te kunnen boeien. Less is more. Het hypnotiserende Howling Around My Happy Home weet met een simpele gitaarriff en een paar creatieve drumfills minutenlang te boeien.

Ondanks de minimale bezetting weet het drietal een zeer gevarieerde avond neer te zetten. Voor het betoverend mooie Everything You Know Melts Away Like Snow neemt Norgren de accordeon ter hand en weet hij het publiek muisstil te krijgen. Helaas geldt dit niet voor de hele avond. Tijdens veel nummers is er behoorlijk wat rumoer in de zaal. Dit tot ergernis van een groot deel van het publiek en de band. Norgren merkt cynisch op dat sommige mensen blijkbaar met hun eigen show bezig zijn.


Het gevoelige Everlasting Friend is voor het laatst bewaard. Om zo te eindigen waar het ook begon: achter de piano. De eerdere waarschuwing van Norgren was aan dovemansoren gericht, want iemand bij de bar lacht herhaaldelijk keihard door het nummer heen. Ergernis alom maar niemand grijpt in. Het barpersoneel lijkt meer geïnteresseerd in omzet. Gelukkig weet de rest van het publiek de kwetsbaarheid die deze artiest vanavond liet zien wel te omarmen. Daniel Norgren is zo iemand die eigenlijk een veel groter podium verdient, maar juist op een klein en intiem podium als deze het beste tot zijn recht komt.