Rode cijfers, een Asterix die het opneemt tegen de Romeinen, een tegenvallend programma. Geluiden van de straat die Wietze Meetsma, programmeur van Poppodium Romein, zou moeten doen transpireren. Maar geen voortijdige zweetlozingen. Integendeel: Het zijn louter geruchten en het gaat bovendien goed met Poppodium Romein.

‘Het gaat meer dan goed met Poppodium Romein. Net als andere poppodia hadden we tegenvallende bezoekersaantallen, maar dat het nu zo goed zou gaan had ik niet verwacht,’ vertelt Meetsma enthousiast. ‘Als je kijkt naar de afgelopen avonden hebben we een gemiddelde van vierhonderdachtenveertig bezoekers per concert. Zo hadden we een volle bak tijdens de seizoensopening en bij bijvoorbeeld Chi Coltrane.’ Het zijn de duurdere acts die het dit seizoen goed doen bij Poppodium Romein. Een Miss Montreal is niet de goedkoopste, maar verkocht Poppodium Romein afgelopen zaterdag wel uit. Over smaak valt te twisten, maar een uitverkochte zaal is wel datgene waar het volgens Meetsma om draait: ‘Uiteindelijk is het gewoon business.’

Ook op het gebied van lokaal talent loopt het los bij het grootste poppodium van Friesland. De MPDrie-Gigs lokken regionale bandjes naar de hoofdstad en zijn gratis toegankelijk. Bovendien worden de sets op een usb-stick opgenomen. Aan de hand daarvan kunnen acts zich verbeteren. ‘Bands nemen hun eigen publiek mee en kunnen nadien eventueel hun live opname op MySpace zetten. Dat is een hele fijne wisselwerking,’ vindt Meetsma. ‘We hebben iedere keer zo’n zeventig man in de zaal.’ Ondanks dat het goed gaat, zijn er geruchten over het terug treden van programmeur Harrie Muis. Dat zou vooral te maken hebben met tegenvallende cijfers  tijdens het afgelopen seizoen.

Op geruchten wil Meetsma niet in gaan. Het viel vorig seizoen tegen, maar dat was volgens Meetsma een landelijke trend. ‘Tijdens een overleg in Amsterdam hoorde ik dat het voor bijvoorbeeld Luxor Live (Arnhem, red.), 013 (Tilburg) en het Paard van Troje (Den Haag ) ook tegenviel. Dat hoeft bovendien niets met de progammering te maken te hebben,’ legt Meetsma uit, ‘maar als we het over de programmering hebben, zijn we bij Poppodium Romein vooral iets commerciëler geworden. Eerst hebben we het iets rustiger aan moet doen, maar je ziet dat er straks alweer zo’n vier acts per week op het programma staan.’

Podium Asteriks

Toen Meetsma hoorde over de oprichting van Podium Asteriks, moest hij vooral denken aan de definitie van het woord poppodium. ‘Ze doen het zelfde als wat voorheen al veel gebeurde in muziekcafė De Gloppe. Maar, de jongens achter Podium Asteriks zijn marketingtechnisch heel sterk. Misschien zelfs sterker dan wij,’ zegt Meetsma voorzichtig. Als programmeur heeft Meetsma in ieder geval geen last van Podium Asteriks. ‘Ik vind het hartstikke leuk wat daar gebeurt.’ Maar wat vindt Poppodium Romein eigenlijk van de naam? “Dat viel me eerst niet op, maar ik vind het eigenlijk wel grappig”, lacht Meetsma.

Naast het feit dat Meetsma geen problemen heeft met de komst van Podium Asteriks, vindt hij dat het goed is voor zijn eigen zaken. ‘Het houdt ons ook scherp. Op deze manier wordt het niet meteen een dode boel in Leeuwarden. Maar of zij een gat hebben gevuld? Deze dingen werden al eerder georganiseerd door initiatieven als Wat een AAP!. Ik moet overigens nog wel afwachten hoe het er over een half jaar voor Podium Asteriks voor staat,’ concludeert de ervaren programmeur, ‘In het begin is het nieuw en komt iedereen langs. Maar ik moet nog zien hoe dat straks zal gaan.’ Dat kan echter ook weer meevallen: ‘Ze zijn goedkoop. Dat kan best wat opleveren’, weerlegt Meetsma.

Samenwerken

Friesland is volgens Meetsma in ieder geval geen popwalhalla. ‘In het westen heb je het IJsselmeer en in het noorden is ook water. In het oosten heb je Groningen. Daar lokken we wel steeds meer bezoekers vandaan, maar als er in Zwolle wat georganiseerd wordt, blijft er niet veel over. Tilburg heeft bijvoorbeeld zelfs België, een stukje van Duitsland en dan alles uit het noorden en westen.’ Meetsma is echter wel blij met zijn werk. ‘Het is geweldig werk en dat komt mede door onze kleine organisatie.’ Maar hoe werkt zo’n kleine organisatie samen met andere kleine organisaties? Het woord dat poppodia weinig met elkaar samenwerken wil nog wel eens vallen.

‘Het is wel eens moeilijk in Leeuwarden,’ erkent Meetsma, ‘maar laat ieder zijn eigen ding doen. Ik houd van een diplomatieke aanpak, maar anderen schuwen dat nog wel eens. Samenwerking is het keyword.’ Er zou dus meer overlegd moeten worden door de verschillende podia. Zelf doet Poppodium Romein dat vooral met Poppodium Iduna in Drachten. ‘Ik werk heel goed samen met Iduna.’ Binnenkort staat het steeds terugkerende overleg tussen de verschillende partijen in Friesland op de agenda. Meetsma zou graag samenwerkingen willen smeden.

Qua samenwerking mag het dan wel niet helemaal boteren, maar het schip Romein vaart rustig de goede kant op. Zo wordt er sinds kort meer en meer aandacht besteed aan marketing. Dit merkt Meetsma aan de kaartverkoop. ‘Jort Visser doet bij ons hele goede zaken. Boekjes die we uitbrengen, posters die we rond geven en de banners die op websites prijken. Bovendien hebben we een hele strakke website gekregen.’ Het lijkt Meetsma helemaal voor de wind te gaan. ‘Ja, ik zit hier en hier doe ik mijn ding. En dat gaat goed.’