Bij Roosbeef zeggen ze graag dat het niet alleen om Roos Rebergen draait maar om de hele band. Dat mag zo zijn, maar in het theater blijkt toch iets heel anders. Anderhalf uur lang is Roos het stralende middelpunt. Nonchalant beweegt ze zich over het podium van piano naar microfoon naar keyboard. Om uiteindelijk met haar accordeon midden in het publiek te belanden om twee mannen van middelbare leeftijd toe te zingen: 'Er komt niks zinnigs uit mijn mond, alleen mijn tong. Mij blaas je niet om. Ik sta met beide steunzolen op de grond.'
'Roos is gegroeid'
Voor en tijdens het optreden wordt er niet al te zuinig omgesprongen met de rookmachines waardoor de rood verlichte Friesland Bank zaal een mysterieuze atmosfeer krijgt. In de flarden rode mist lijkt Roos een Sirene en zingt opvallend zuiver. De hele cd Ze Willen Wel Je Hond Aaien Maar Niet Met Je Praten komt voorbij en ook een handvol nieuwe liedjes. Deze nieuwe liedjes kunnen nog niet zo beklijven als de oude en zijn soms niet helemaal goed te verstaan. Wat wel duidelijk wordt is dat Roos gegroeid is in haar liedjes. De nieuwe liedjes lijken veel meer te gaan over liefde en verleiding. Het naïeve meisje dat op haar eigen manier naar de wereld kijkt lijkt stilaan te verdwijnen. Dat is een beetje jammer, want dat naïeve was juist wat Roos van haar vele vrouwelijke singer-songwriter collega’s onderscheidde. Maar ook Roos wordt ouder.
Is het een goed idee geweest van Roosbeef om na de lange clubtour nu verder te gaan in het theater? Zeker. In het theater komt Roos volop tot haar recht. Hoewel ze verder weg staat, lijkt ze dichterbij en ze kan haar liedjes brengen zonder er over in te zitten of de mensen wel luisteren. Want dat doet de voor de helft gevulde zaal: luisteren. En zo nu en dan een beetje gniffelen. Want ze is toch ook wel grappig. Die gekke Roos. Met haar rode haar.
Wie: Roosbeef
Waar: Stadsschouwburg de Harmonie
Wanneer: 16 april 2010
Hoeveel: De zaal is voor iets minder dan de helft gevuld