Rond poppodium Iduna staan enkele groepjes. Types die je zou verwachten bij een punkconcert; groene hanenkammen, zwarte kisten en leren jasjes met opgespelde buttons. Maar ook enkelen gestoken in het blauw-paarse shirt van West Ham. Ook staat er een groep met allemaal witte schoenen -waaronder één paar Air Max-, spijkerbroeken en voornamelijk nette shirtjes of polo’s. Is dit wel een doorsnee punkband? Nee, het zijn de Cockney Rejects.
Even terug naar London, eind jaren ’70. Het is de glorietijd van het hooliganisme. In the East End of London stikt het van de arme, maar hard werkende arbeiders. Hun enige vertier: ‘The Hammers’, voetbalclub West Ham United. Vier Engelse straatschoffies, overgoten met liefde voor The Hammers, beginnen een punkbandje om wat centen bij te verdienen. De Cockney Rejects zijn een feit. Het geld komt wel, maar een grote doorbraak in de mainstream zit er niet in. De nummers zijn namelijk niet echt commercieel, ze gaan vooral over hooliganisme. War on the Terraces, We Are the Firm, Fighting in the Streets en Police Car zijn slechts enkele voorbeelden. Dit verklaart de witte schoenen-brigade. Zij blijken fanatieke Cambuursupporters te zijn: ‘Liwwadden, weest wel?’
Dertig jaar later, anno 2009, zijn er van de vier magere Engelse straatschoffies weinig over. De vier bandleden hebben inmiddels een bierbuik waar Ricky u tegen zegt, maar de West Ham-tattoos zijn niet verdwenen op hun Engels witte huid. Hoewel het voorprogramma Gewapend Beton niks wilde weten van van geweld (‘dan begrijp je punk niet’), verpletteren de Rejects deze uitspraak met hun agressieve teksten. Niet alleen van de teksten, maar zeker ook van de muziek ontstaat een gezonde beukdrang: de pit is druk bevolkt.
De Rejects waren zelf ook niet vies van een vechtpartijtje, zo blijkt uit eerdere concerten. Supporters van ‘vijandige’ clubs namen wel eens een kijkje bij de gigs en dit resulteerde meestal in een grote vechtpartij. De Rejects lieten niet met hun firm spotten en doken het publiek in om letterlijk en figuurlijk te vechten voor hun club.
‘I fackin’ love this audience,’ zegt frontman Jeff ‘Stinky’ Turner in een heerlijk, zwaar Londen’s accent. ‘Bu’ remember one fackin’ thing, just support your local team!’ Stinky’s verzoek krijgt gehoor: een jeugdige Cambuursupporter springt het podium op, pakt de microfoon en schreeuwt de naam van zijn trots zo hard mogelijk in de mic.
Opkomst: Goed gevuld