In de keuken met My Girlfriend = My Weapon

"Is Falabella dan geen briesoort?"

Tekst: Cilla Geurtsen Fotografie: Minze Dijkstra ,

Dat muzikanten het graag over hun muziek hebben weten we wel. En we hebben ook genoeg foto’s van mannen met gitaren om hun nek. Daarom is het nu weer tijd voor een interview met vijftien willekeurig gekozen onzinnige en bovenal niet aan muziek gerelateerde vragen (nou ja; bijna niet dan) en een bijbehorende fotosessie op een locatie naar keuze. Ditmaal de mannen van de screamocoreformatie My Girlfriend = My Weapon.

"Is Falabella dan geen briesoort?"

“We willen wel graag in een keuken gefotografeerd worden.”  Het drietal van My Girlfriend = My Weapon blijkt namelijk een mixer als logo te hebben. Dat verklaart natuurlijk een hoop. Getooid in überhippe brandwerende kokpakjes laten de mannen in de keuken van Café Café in Leeuwarden zien dat ze echt wel uien kunnen flamberen. In de keuken met: My Girlfriend = My Weapon.

1: Wie is eigenlijk de kok in jullie gezelschap? 

Maar zo goed blijken de mannen elkaars kookkunsten niet te kennen. Alwin komt met hulp van Wouter tot de conclusie dat hij eigenlijk van de “ovenschuifpizza”’ is. En Wouter sluit zich daar meteen van harte bij aan. Peter: “Ik maak ze wel zelf.” Wouter wil ook nog kwijt dat hij Chinees ook wel lekker vindt. Die kokskostuums mogen dan wel heel schattig en professioneel staan, maar voor uitmuntende kookkunsten moet je toch blijkbaar niet bij MG=MW zijn.

2: Waar heb je over gedroomd vannacht?

Peter: “Ik weet dat echt niet meer. Ik weet niet hoe lang je moet slapen om te dromen. Mijn derde kind is net geboren en ik heb vannacht twee etappes van drie uurtjes gemaakt.” Alwin: “Daar ben ik wel jaloers op. Ik heb er maar ééntje van dezelfde lengte gedaan vannacht.”

3: Hoe vaak verschoon je je bed?

Er volgt hard gelach na deze vraag. Wouter geeft vervolgens toe dat hij zijn bed maar één keer per maand verschoont (yukyuk), maar voegt daaraan toen dat hij meestal bij zijn vriendin slaapt, zodat het voorgaande wel in een ander perspectief geplaatst kan worden. “Mijn vriendin ververst het bed meestal al na vier dagen, want ze vindt het zo lekker slapen in een schoon vers bed. ’s Ochtends haalt ze dan fanatiek de lakens eraf en dan ga ik ’s avonds naar bed en dan moet ik *!&!^!&&^!%!$ nog het bed op maken.”

4: Wil iemand van jullie nog iemand zijn excuses aan bieden? En zo ja. Waarvoor?

Peter: “Wij zijn heel netjes. Ik zou echt niet weten aan wie ik voor iets mijn excuses zou moeten aanbieden.”

5: Hoe versier je iemand? (Je laatste prooi was?)

Peter zucht even diep: “De volgende keer neem ik andere nummertjes hoor.” (De vragen zijn namelijk genummerd en de bandleden mogen om de beurt een nummer tussen de één en achtendertig kiezen.) “Maar mijn vriendin was mijn laatste prooi. En ik heb haar versierd door haar mee uit eten te nemen en interesse te tonen. En door een bosje lolly’s voor haar te kopen. En dat vond ze, heeft ze me later verteld, de overtuigende factor.”

6: Wat is je droomauto?

Wouter: “Vroeger was dat een Peugeot 205, dat leek me zo’n leuk autootje voor in de stad. Nu heeft mijn vriendin een auto, ik deel hem met haar, en het is een Golf en het ding rijdt gewoon echt goed. En als ik de lotto win dan koop ik niet meteen auto maar eerst een drumstel waarvan de bekkens het langer dan een half jaar uithouden.” Alwin ziet daarentegen wel wat in een Lotus Exige. “Die heb ik laatst ergens zien staan en ik vond dat een leuke auto.” Dit soort vragen zijn meer aan Peter besteed: “Een Jeep Grand Wagoneer uit 1977! Met hout op de zijkant, heel cool.” (De overige twee bandleden denken daar trouwens heel anders over.) “Maar er past wel veel in dus hij mag wel als bandauto.”

7: Hoe hadden jullie geheten als meisje?

Alwin: “Er was geen naam voor mij. Mijn naam bestaat uit allemaal letters van familieleden: Watze, Annie en Trynke. Wouter houdt het erop dat hij Janke (naar zijn oma) of Jetske (zo heet zijn zusje) geheten had. Peter pakt zijn telefoon en belt zijn vader op. Het blijkt dat hij Sonja Christina geheten zou hebben. “Ik ben blij dat ik een jongetje geworden ben.”

8: Wat vind je een leuk/speciaal cadeautje om te krijgen?

“Nog een kind?” vraagt Wouter aan Peter. (Peter werd laatst vader van nummer drie.) “Ja, ook. Maar als ik nu moet kiezen, doe dan maar een etentje. Met zijn tweeën. Wouter  houdt het natuurlijk weer op wat drumattributen. “Drumstokken zijn altijd leuk en bekkens die niet na……..en gewoon geld vind ik ook wel leuk.” Peter: “Ik ben al blij met een tientje.”

9: Spaar je zegeltjes of aanverwante zaken?

Wouter: “Als ik er aan denk wel. Bij de benzinepomp en ook voor dat voedselpakket laatst bij de supermarkt.” Alwin blijkt een fanatieke Subwaybezoeker en daar krijg je dus ook zegeltjes. “En ik heb voor die Disneyknuffels gespaard laatst.” “En die kaartjes voor gratis tweede bioscoopkaartjes,” vult Peter nog aan. En daarna bekent hij ook dat hij de punten van de DE wel eens uitgeknipt heeft. “Toen ik een nieuw koffiezetapparaat nodig had, toen deed ik dat wel ja.”

10: Vind je dat Nederland in 2028 de Olympische Spelen moet krijgen?

Alwin: “Ja, waarom eigenlijk niet? Ze mogen hier ook wel eens komen. Ze worden tenslotte overal gehouden.” Wouter: “Het lijkt me wel handiger als ze dat samen met België gaan doen, net als laatst met dat voetbal. Maar ik  vraag me wel af waarom er zo idioot veel aandacht voor sport is. Waarom dat zo de hemel wordt ingeprezen? Bijvoorbeeld ten opzichte van cultuur en popmuziek. Ik vind de gedachte wel mooi, maar persoonlijk vind ik het toch minder interessant dan andere dingen. De verhouding is wat scheef.”

11: Het lekkerste broodje van de stad is?

Peter: “En daar hebben we het reclamemomentje. Doe de mueslibollen van Bakker Bart maar. Die zijn heel lekker.” Wouter zweert bij een broodje hamburger met van alles en nog wat erop. Alwin blijkt de broodjesexpert (hij spaart niet voor niets Subway zegeltjes natuurlijk): “De steak and cheese met dubbel kaas en pepertjes meebakken en komkommer en sla en mayo natuurlijk. Dat is echt een heeeeeel lekker broodje.”

 12: Wanneer heb je voor het laatst je moeder gezien?

Wouter: “Met kerst nog. Toen hebben we met zijn allen gegeten. En ik heb samen met mijn vriendin gekookt.” (Daar hebben we dus alsnog de kok van de band te pakken!) Peter: “Na kerst,  ter ere van de kleinkinderen.”

13: Kun jullie tien paardenrassen noemen?

Wouter: “Ik weet een ponymerk! Een Shetlander.” En vervolgens komt de rest tot de overige paardenmerken: Fries, Lippizaner, Ijslander, Belg, Arabier, een langmaanpaard, een kortstaartpaard, een Falabella (“Is dat niet een kaassoort?” “Nee, dat is geen brie.”) en het paard in de gang.

14: Geloof je in ware liefde?

Peter: “Ja!”  Alwin (die zijn vriendin mee heeft genomen naar het interview): “Ja, ik geloof er ook wel in. “ Wouter: “ Ik geloof in liefde. Dat heb ik mijn vriendin ook verteld.”

15: Wat is je grootste droom of toekomstwens?

Peter: “Ik wil in goede gezondheid tachtig worden en mijn kinderen niet overleven. Ik wil niet dementerend in een rolstoel. Materialistisch gezien zou ik wel een huis in de duinen aan zee willen en genoeg geld om niet meer te hoeven werken zodat ik kan werken voor mijn lol.”

Alwin: “Gezondheid, geluk en ook zoveel geld dat je kunt doen en laten wat je wilt. En dat ik nog maar lang muziek mag blijven maken.”

Wouter: “Mijn grootste droom is dat ik genoeg geld verdien dat ik me geen zorgen hoef te maken om wat ik uitgeef. En bandgerelateerd wil ik in Doornroosje spelen en in de Melkweg en in Paradiso en in de Goudvishal in Arnhem. Die tent hebben ze dichtgegooid en moet weer open. En ik wil een platencontract en touren en en en….” Dan buitelen de ideeën alweer over elkaar heen en gaat het gesprek alweer over muziek en de band.

 

Donderdagavond speelt MG=MW tijdens het Eurosonic festival op Altersonic in Rockcafé Tramps in Groningen. Altersonic is een alternatief showcasefestivalletje dat gratis toegankelijk is. Nog niet genoeg van MG=MW? 19 februari spelen ze ook op Preipop in Groningen.