De avond wordt geopend door Modder, een band die zijn naam meer dan eer aandoet met een geluid als een modderstroom. Dat wil zeggen, als een modderstroom een eigen soundtrack zou hebben zou het zo klinken. De vijfkoppige band, opvallend zonder vocalen, maakt een lekkere dosis doom metal, met elementen uit de sludge en post-metal. In combinatie met smeuïge bass riffs wordt het publiek een vol half uur meegevoerd met een muzikale vloedgolf waarin de drums prominent zijn, opgezweept door de bassist die alles in zijn spel gooit.
Op de woensdagavond is het weer tijd voor een editie van Club Void, de ondertussen bekende clubavond in de Effenaar gericht op alles wat in de zwaardere genres valt. Deze avond is het de beurt aan Wiegedood en Modder, die de zaal komen vullen met hun stuwende en kwellende riffs.
Modder
Wiegedood
Al net zo’n perfect gekozen naam is Wiegedood, de hoofdact van deze Club Void. Het eerste nummer opent als een scene uit een apocalyptische film en komt net zo hard aan als de kwelling van een moeder die een kind verliest, en dat gevoel wordt in alle nummers doorgetrokken. De nummers bouwen steeds op elkaar door, totdat het luisteren bijna fysiek pijn doet en door de stroboscoop de zaal een grote zwetende, blinde vlek is geworden. Een uitmundend voorbeeld van wat black metal kan zijn.
Na een minuut of veertig begint naast het fanatieke clubje headbangers linksvooraan ook de rest van de zaal wat meer in beweging te komen. Lichamen nu gewend aan de muur van geluid die op ze af komt, en er opent zich een ware moshpit. Geen grote, maar toch mag ie er wezen. Op de jagende gitaren van de band bewegen zij zich, stilvallend als de band afremt, en met volle kracht door wanneer alle registers weer open worden getrokken. De energie in de zaal is zo goed dat er wat verwarring ontstaat wanneer het concert plotseling is afgelopen, het publiek hongerig naar meer. Toch gaan mensen verzadigd en voldaan weer naar buiten, de warme lenteavond in.