Popronde Eindhoven 2016: naveltruitjes, groupies, topmuzikanten en ijzersterke songs

Mega Poprondeverslag van optredens door heel Eindhoven met o.a. The Future’s Dust, Torii, Blupaint, 45ACIDBABIES en AVI ON FIRE

Tekst: Paul Knippenberg, Patric Muris, Ateke Willemse & Rens Peters / Fotografie: Nadia Hagen & Lionne van der Hagen ,

Van De Gouden Bal naar PopEi en van Kaffee de Groot naar Café Altstadt, we zijn er allemaal geweest voor een groot verslag van een grootse editie van Popronde Eindhoven. Het festival leverde dit jaar bijna 60 (gratis!) optredens op in Eindhoven en kende een reikwijdte die nog nimmer zo groot was. Maar het is niet alleen kwantiteit gebleken wat Popronde te bieden had, de kwaliteit was er zeker ook. Niet te zuinig zelfs.

Potman Jr.
Ietwat aarzelend druppelen de eerste Poprondebezoekers café De Gouden Bal op de Hoogstraat binnen. Deze locatie doet voor het eerst mee aan het festival en dat is voor iedereen wennen, zo lijkt het. Om half acht moeten de stamgasten toch echt even stoppen met hun biljartspel en worden de klanken van Benny Neyman’s  ‘Ik weet niet hoe’ verruild voor het stem- en gitaargeluid van singer/songwriter Potman Jr.

Freek Potman wist in mei al indruk te maken als voorprogramma van Matthew and The Atlas en dat doet hij vandaag nog eens dunnetjes over, onder het bijzondere plafond van deze kroeg – volgehangen met pannen, pollepels, oude instrumenten en andere prullaria. 

Met zijn opvallende, donkere stemgeluid en getormenteerde voordracht bezingt de Utrechter vooral vrouwen, drank en de soms catastrofale gevolgen van deze combinatie. Het is bij tijden een zeer apart schouwspel in de kleine kroeg; de serieuze toon van Potman Jr., tegenover het gelach, gepraat en klinken van glazen aan de bar. De zanger laat zich echter niet van zijn stuk brengen en speelt onverstoorbaar door. Wanneer hij zijn publiek voorzichtig verzoekt om mee te zingen, krijgt hij juist vanuit diezelfde hoek de meeste bijval. Dat enthousiasme beweegt Potman Jr. er zelfs toe reclame te maken voor zijn debuutalbum ‘Next of Kin’, waar hij vanavond voornamelijk uit put. Een nummer dat niet op het album staat maar wel als een van de mooiste van de avond in de boeken kan is de prachtig uitgevoerde Bruce Springsteen cover ‘The Wrestler’. (PK)

DÉMIRA
Ook PopEi doet dit jaar voor het eerst mee als Popronde-locatie. ‘Ligt net wat te ver buiten het centrum’ is altijd de reden als PopEi ergens niet aan meedoet. Het heeft echter alles in huis voor een leuke avond: een gezellig café en een prima popzaal. Dat bezoekers van Popronde Eindhoven nog even moeten wennen aan de deelname van PopEi bijkt als de eerste act er van start gaat. In een behoorlijk lege zaal begint folkpop-act DÉMIRA. Wat een verschijning komt er daar dan ineens het podium op: een mooie, jonge vrouw met een enorme knot op het hoofd – categorie spring-in-'t-veld, gekleed in een jeugdig kort broekje en naveltruitje dat alle kanten opzwiert, de drukke dansbewegingen navolgend. En dan is er nog haar onweerstaanbare enthousiasme. Een soort hippiemeisje 2.0. Een met fraaie liedjes ook nog. Soms kan erop gedanst worden (en dan nodigt zangeres Démira, om wie het project draait, je ook hoogstpersoonlijk uit), soms is het alleen luisteren en genieten van de subtiele melodieën en zachte drumslagen met paukstokken.

Favoriet van de set is openingsnummer ‘Dragons’ waarin het beste van de vele werelden van DÉMIRA samenkomt. En vaak wordt het beste tot het laatst bewaard, maar slim van de jonge zangeres om dat nu niet te doen. Want je gaat als bezoeker meteen overstag in de hoop dat er nog zo’n nummer voorbijkomt waarin haar excentrieke stem het middelpunt is en haar dienstbare (en verlegen) band uitstekend om haar heen draait. In ‘Trophy’ wordt zo’n nummer later in de set gevonden, gezien en gehoord door een inmiddels wat voller PopEi. Ook al liet de band – met haar voorop – merken er totaal geen last van gehad te hebben dat er maar voor een klein groepje mensen werd gespeeld, dit had een groter publiek verdiend. Maar het lijdt geen twijfel dat DÉMIRA dat nog wel gaat vinden. (PM)

The Future's Dust
Een galmend microfooneffect in een reeds galmende ruimte, je zou het dubbelop kunnen noemen. Het Friese The Future’s Dust – voorheen met zangeres, nu een vierkoppig mannenbolwerk – verzorgt het eerste Stroomhuis-optreden van de avond. De bassist mag zingen, de toetsenist ook. Drummer Jochem mag halverwege het optreden eens wat anders doen en kruipt achter de toetsen voor het verse nummer dat de band net grappend “Eindhoven” heeft genoemd. Het publiek mag naar de schoenen staren en geïnteresseerd meewiegen op de muziek. 

De nummers vormen een lange tunnel van weerkaatsend geluid, maar waar de songteksten over gaan is een raadsel. Als een boodschappenlijstje was opgenoemd, was dit wegens de grote onverstaanbaarheid niet opgevallen. Verder is het optreden een waar festijn voor mensen met een knopjesfetisj. Vol bezieling worden deze omgedraaid en ook toetsen worden met de nodige dramatiek aangeduwd. Dit geeft het plaatje iets doordachts en onoprechts. 

Hoewel sommige nummers de nodige portie prettige aanzwellerigheid bevatten, verveelt het werk van de noorderlingen vrij snel. Een vers gehaald biertje is verfrissender, de playlist die na afloop wordt aangezet ook. (AW)

Torii
Vorig jaar was Purple Noise Record Club goed vertegenwoordigd op de Popronde met Santa Fé en The Homesick. Dit keer is het de beurt aan Torii om de eer van het Dokkemse platenlabel hoog te houden. Je zou verwachten dat dit vijftal uit Leiderdorp dezelfde schurende garagerock maakt als hun labelmaatjes, maar niets is minder waar. Torii maakt dromerige indierock die soms aan het wijdse geluid van The War On Drugs doet denken en dan weer 'poppy' uit de hoek komt à la Real Estate.

Blikvanger van de band is zanger Domenico Mangione, die ondanks zijn rustige voorkomen een opvallende verschijning is met zijn rode shirt en een bril die wel erg veel lijkt op die van George uit de serie Seinfeld. Muzikaal pakt niet alles goed uit, daarvoor is de band nog teveel zoekende, maar bij het mooie ‘Submerged’ vallen alle experimenten op hun plek. Des te spijtiger dat het optreden opeens abrupt stopt. “We zijn allemaal een beetje ziekjes”, luidt de verklaring, maar daar nemen de aanwezige stamgasten van 't Rozenknopje geen genoegen mee. Aangespoord door het publiek besluiten de bandleden toch nog één nummer te spelen. En ondanks dat ze halverwege flink de mist in gaan, blijkt dit nota bene het beste lied van deze korte maar prima set te zijn. (RP)

PYN
De populariteit van de jaren 80 en 90, waarvan de revival zijn weerga maar niet lijkt te kennen, is ook terug te zien in het programmaboekje van Popronde Eindhoven. En in dit geval op het podium van Café Altstadt waar PYN een lastige set speelt. Er is een afstand tussen band en publiek die niet te overbruggen valt. Wellicht ook verkeerd neergezet, net als het avantgardistische April een paar edities geleden. De vaste bezoeker van het alternatieve rockcafé kan in ieder geval helemaal niks met de kille, elektronische synthpop van PYN. Of het hoort bij de act, of de zangeres is zich er ook pijnlijk bewust van, afgaande op de zoekende blik in de ogen. En dan zit zo’n spannende outfit – met naveltruitje opnieuw – vast ook een stuk minder lekker. Het plaatje klopt wel hoor, inclusief felrode jas van de toetsenist met wie soms een bijzonder goed samenspel wordt opgezocht.

Misschien stonden de nummers al op de setlist, maar anders is het duidelijk een handreiking naar het afstandelijke publiek: de twee covers, waarvan die van ‘Let’s Talk About Sex’ echt wat te zouteloos is. Daar valt dan wel weer een compliment uit op te maken: de eigen nummers, sexy ingezongen, zijn een stuk leuker. Zoals ‘My Baby’, dat doet denken aan het zomerse geluid van Chairlift. Het is de nieuwe single van PYN die ze vast meer fortuin gaat brengen dan deze avond in Eindhoven. (PM)

GOLD
“GOLD is een iconoclastisch, vooruitziend sextet. Op 'No Image' worden grenzen geslecht, normen vervaagd en nieuwe paden gevormd” zo luidt de tekst op de Popronde-site. Helder is de omschrijving niet, nieuwsgierig makend is de tekst des te meer. 

GOLD blijkt geen typische Popronde-act. We hebben het hier niet over een jonge band die zijn eerste schreden in de muziekwereld zet. GOLD bracht al twee albums uit, toerde in de afgelopen maanden met Converge door Europa en bestaat uit ex-leden van bekende bands als The Devil’s Blood, Madball en Born From Pain. Die ervaring is duidelijk te zien op het krappe podium van The Jack. De gelouterde muzikanten storten in een korte, strakke set een bezwerend, aardedonker en gelaagd – mag ook wel met drie gitaristen – geluid over de belangstellenden in café The jack. De grootste blikvanger van de band is zonder twijfel zangeres Milena Eva. Haar lijzige stemgeluid, maar bovenal haar onvoorspelbare, schokkerige mimiek en soms ijskoude blikken die dwars door het publiek lijken te gaan, geven het zestal een mysterieuze uitstraling.  

Waar bij veel Popronde-acts de invloeden van succesvolle voorbeelden nog goed hoorbaar zijn, bewandelt GOLD duidelijk een eigen pad. Dat pad neigt soms richting doom, de andere keer naar post-hardcore, maar is telkens zeer meeslepend. Exemplarisch hiervoor is het prijsnummer van de set: het repetitieve ‘Old Habits’. (PK)

Blupaint
Indie(rock) is lang niet meer zo populair als het ooit geweest is, maar deze Popronde lijkt al genoeg bands te presenteren die – in ieder geval in Nederland – kunnen zorgen voor wat eerherstel. AVI ON FIRE is er daar een van, daar komen we dadelijk op, Blupaint mag zeker mee op het vlaggenschip. Dit is zo’n 3FM (Serious Talent)-band waar alles aan klopt: de looks, de rol van de duidelijke frontman, de liedjes met een ijzersterke hook en – ja, nu al – de groupies. Ze staan er hoor, helemaal vooraan. Ze zingen alles mee. En niet alleen bij ‘Save Me’, de 3FM-hit die de band momenteel heeft. Uitgerekend bij dat nummer gaan, en ik citeer, “alle dingen mis die mis kunnen gaan”. De bravoure slaat even noodlottig toe bij de gitarenwissel en de microfoon die telkens uit de standaard wordt gepakt en opnieuw erin gezet, werkt ook niet meer mee. Zoals zo vaak maakt dat een band alleen maar leuker, want: niets zo menselijk als falen. Zeker als de zanger-gitarist er zelf om kan lachen en hij kan rekenen op een empathische glimlach van de mensen die voor hem staan.

Daaronder bevinden zich naast de piepjonge meisjes overigens ook de nodige jongens. Zij kunnen de nummers geschreven volgens een Kensington-hitformat ook niet weerstaan en, niet zo goed wetende hoe daar uiting aan te geven, slaan ze hun dijen bont en blauw. Blupaint is muzikaal een erg leuke band gebleken, alleen aan de podiumpresentatie mag nog wat gewerkt worden. Met die frontman komt dat wel goed, maar de guitige drummer en gitarist mogen wel iets meer over hun eigen schaduw stappen. (PM)

Radio Eliza
Een woord: hitpotentie! Oké, nu dat label uit het systeem is wat over de inhoud. Denk Das Pop, denk natte droom van ieder zeventienjarig meisje, vergeet de vette synths niet, en van die elektronische beats die dansvoetjes wakker schudden. Het is een energieke bedoening, de zes mannen (jongens eigenlijk) vinden het leuk in de Altstadt. Of ze kunnen heel goed faken, zeg maar zo goed als ze kunnen loensen

Het opvoeren van vrolijke, catchy nummers als 'I [Don’t] Care', 'Fast/Slow' en 'Kids' is echter ook een nadeel: men swingt wat en vindt alles wel best. Erg verrassend of onderscheidend ten opzichte van elkaar zijn de liedjes niet. Edoch, de lamp van de Alstadt zwiert traditiegetrouw op en neer en het publiek doet gezellig mee. Hiep hoi, dit was prettig. (AW)

Orange Maplewood
‘Intense, melancholische muziek met hints naar de alternatieve scene uit de jaren 90’, aldus de bio van Orange Maplewood. Dat de jaren 90 een grote invloed zijn voor dit rockende kwartet moge duidelijk zijn tijdens dit optreden in Aloys, al is de melancholie ver te zoeken. Het uit de Achterhoek afkomstige Orange Maplewood gooit meteen de beuk erin met een old school punknummer, om vervolgens met veel bravoure door de rest van de set te razen. Dat de band zichzelf niet al te serieus neemt blijkt wel uit een nummer over honden – beter gezegd: hun haat tegen Chihuahua’s. 

Ondanks dit soort onderbroekenlol, bewijzen de nummers van hun ‘Sorry’ EP dat het viertal wel degelijk een volwassen geluid heeft. De EP werd dit jaar uitgebracht op het Eindhovense platenlabel Lighttown Fidelity, en getuige dit optreden zijn ze daar goed op hun plek. Hoe meer de bril bij de drummer van zijn neus zakt, hoe beter de nummers worden. De melancholie mag dan ontbreken, intens is het zonder meer. (RP)

AVI ON FIRE
Met een dikke radiohit op zak (‘Pearls’) is het lekker rondreizen voor AVI ON FIRE. Wat veel bezoekers van het optreden voor aanvang vermoedelijk nog niet weten, is dat deze band er nog veel meer heeft. Zoals ‘So Far Away From Me’ dat door die aanstekelijke brug heel fijn langgerekt wordt. Het catchy refrein laat je geen keus: meezingen is wat je zal. Ook een sterke cover is meegenomen vanuit Amsterdam: ‘My Favourite Game’ van The Cardigans. En dan is het heel begrijpelijk dat ze alle zes zo zelfverzekerd en uitgelaten op het kleine podium van De Burger staan. Even begrijpelijk is het dan dat de bomvolle Burger bomvol blijft tot aan het laatste nummer. Hier wil je niets van missen. En dat de weg naar het toilet door de drukte (en de manager van de band?) is afgesloten maakt dan ook niet meer uit.

In rijen van twee zijn de bandleden achter elkaar in de smalle doorloop gezet. Het samenspel van de charmante frontman en de speelse zangeres, helemaal op de voorgrond, valt dan het meest op. Maar als de blikken naar achter gaan, is er zeker evenveel spelplezier te zien. Wat een enthousiasme en wat een energie, minstens even aanstekelijk als de sterke nummers die vanavond ontzettend goed gebracht worden. De gitarist en toetsenist op de tweede rij verdienen een bijzondere vermelding: wat een gevoel voor melodie en wat is het een genot om te zien hoe hun handen over hun instrumenten glijden.

Dat was het kleine uur wachten (de show begon om 23:20 in plaats van 22:30) meer dan waard. AVI ON FIRE had met deze setlist en podiumpresentatie gemakkelijk in Café Altstadt of de Effenaar gepast, maar wat mogen we blij zijn dat we ze in zo’n setting hebben kunnen zien. Een van de leukste Popronde-optredens ooit gezien in Eindhoven. (PM)

Jo Goes Hunting
Het geduld van het publiek wordt in ’t Rozenknopje aardig op de proef gesteld. Ruim een half uur later dan gepland tikt zanger en drummer Jimmi Jo Hueting eindelijk het eerste nummer af. Ondanks de lange soundcheck is het geluid niet best; de geluidsbrij met (te) zware bassen laat helaas alle subtiliteit uit de nummers verdwijnen. Dat maakt de band echter meer dan goed met een bijzonder energiek optreden.

Klinkt Jo Goes Hunting op hun EP ‘Glow’ vooral als een experimentele indierockband, vanavond liggen de hiphopinvloeden er een stuk dikker bovenop. Dat zorgt voor een dansbare set, waar zowel het publiek én band gehoor aan geven. Hoogtepunt is ‘Hell Of Mine’, waarin Hueting zijn drumkit verlaat en rondspringt op de houten vloer van het theaterzaaltje. Ook een aanwinst is het nieuwe bandlid Gaby, die vanavond haar allereerste show met Jo Goes Hunting speelt. Haar achtergrondvocalen zijn bij een lied als ‘Act of Leaving’ een mooie aanvulling op de stem van Hueting.

En dan springen plots de zaallichten aan. Verbaasd kijken de bandleden om zich heen: is het optreden nu al afgelopen? Nee hoor. Terwijl over de PA al muziek gedraaid wordt, zet de band doodleuk nog een nummer in. Jo Goes Hunting laat zich niet gek maken, en bewijst met dit optreden – ondanks de geluidsproblemen – een van de smaakmakers van Popronde te zijn. (RP)

45ACIDBABIES
45ACIDBABIES, een band die is ontstaan op de Herman Brood Academie en het, zoals vele producten van deze opleiding, ook tot de Popronde-selectie heeft geschopt, is een van de populairste acts deze editie: in maar liefst 26 van de 40 speelsteden mag de band aantreden. Voordat het Popronde-avontuur volgend weekend verder gaat, staat het viertal de komende week als support-act in de Melkweg en Paradiso, tijdens de afscheidsschows van John Coffey in Amsterdam. Maar eerst Eindhoven dus, waar 45ACIDBABIES de dankbare taak heeft gekregen om als laatste act in het al flink opgewarmde Café Altstadt te spelen.

Met de woorden “welkom op de afterparty, we gaan dansen!” wordt het publiek direct op zijn wenken bediend, met het gewenste effect: de volle kroeg komt bij de eerste tonen van de band meteen in beweging. Door het herkenbare en catchy ‘Just in Rot’ en een passage uit Dr. Dre’s ‘Next Episode’ in het prille begin van de set te plaatsen, lijkt 45ACIDBABIES meteen veel kruit te verschieten. Maar dankzij een zeer energieke performance weet het viertal de aandacht van het publiek zonder probleem tot het einde vast te houden. Dat doet de band met een mix van electro, punk en garage vol hooks en verrassende wendingen. Niet alle nummers halen het niveau van die vlammende opening, maar ze worden stuk voor stuk met veel pit en enthousiasme gebracht. Dat maakt op dit moment van de avond alles goed, en dan moet die afterparty in het Ketelhuis nog beginnen... (PK)