Lookapony heeft heel wat te vieren tijdens EP-presentatie in Kafee Aloys

Cees en Mees blijven graag geziene gasten in Eindhoven

Tekst: Paul Knippenberg / Fotografie: Lotte Schrander ,

Een krap jaar nadat de debuut-EP van Lookapony verscheen, is het alweer tijd voor een opvolger. Het is een bewogen jaar geweest voor de jonge band: Lookapony werd zeer regelmatig geboekt, vertegenwoordigde onlangs Noord-Brabant op de SENA Awards en zal binnenkort door het ganse land toeren tijdens reizend showcasefestival Popronde. Ondanks alle drukte wordt er ook nog nieuwe muziek geschreven. Vandaag verschijnt de tweede EP, die in de late uurtjes van deze vrijdagavond in Kafee Aloys wordt gepresenteerd.

Cees en Mees

Aan Cees en Mees de eer om de avond te openen. Deze tweekoppige bluesformatie uit Sittard speelde het afgelopen jaar al vaker in Eindhoven en wist telkens indruk te maken met zijn rauwe bluesrock. Het langharige tweetal vuurt een dik half uur ronduit ranzige blues-riffs en stuwende drums op het publiek af. Na enkele nummers is duidelijk dat er goed geluisterd is naar de vroege albums van de grote blueshelden van tegenwoordig, The Black Keys. Weinig origineel wellicht, maar dat lichte punt van kritiek wordt voor een groot gedeelte gecompenseerd door zeer overtuigend spel en een energieke presentatie. Vooral Mees Hamer maakt indruk met zijn gitaarspel. Naar het zich laat aanzien onverschillig, en met groot gemak, beroert hij zijn snaren.
 
Tijdens het laatste nummer - The Fiddler’s Tune - krijgen Cees en Mees ondersteuning van een derde muzikant die, de naam van het nummer verraadde het al, de mondharmonica bespeelt. Het is een besluit van een prima optreden, met als grootste fans de bandleden van het hoofdprogramma van vanavond.
 

Lookapony

Wanneer Lookapony een laatste soundcheck enigszins onverwacht laat overgaan in het daadwerkelijke optreden, stroomt de Aloys stampvol. Zonder onderbreking of aankondiging vliegt de band uit de startblokken. Met hoekige en uptempo gitaarpop weet het viertal zijn publiek meteen in beweging te krijgen. Het gedrag dat de band gedurende de avond volop blijft stimuleren. Er is immers wat te vieren. Na enkele nummers neemt de boomlange zanger Jasper Grave het woord en geeft hij vol trots aan dat het vandaag zelfs dubbel feest is voor Lookapony. Niet alleen is de nieuwe - titelloze - EP vanaf vanavond verkrijgbaar, ook mag hij aankondigen dat de band komende dinsdag in DWDD mag optreden; hét nationale podium waar ongeveer iedere beginnende band uit de lage landen zich graag wil presenteren. 

Lookapony bewaart de nummers die op de EP staan - als een goed geheim - tot laat. Tijdens een tamelijk lange show lijkt de band de intentie te hebben om zijn gehele catalogus te willen spelen. Het publiek krijgt waar voor zijn geld, maar het gevaar sluipt erin dat verzadiging al is opgetreden voor het ‘moment suprême’. Aan het spel van de heren ligt het alleszins niet. Ieder nummer wordt hard, strak en dwingend gebracht. Rustpunten ‘Red Wine’ en ‘A-okay’ zorgen voor de broodnodige diversiteit in de set. Het - nieuwe - geluid van Lookapony verschuift voorzichtig van speels en springerig naar rauwere, soms zelfs stampende garagerock. Zeker het nieuwe nummer en tevens afsluiter ‘No Hope Kids’ had ook zo van Traumahelikopter afkomstig kunnen zijn. De vele tempowisselingen en het kenmerkende raspende stemgeluid met Brits accent van Grave blijven alom aanwezig in het nieuwe materiaal. De vergelijking die vorig jaar veelvuldig werd getrokken met The Arctic Monkeys gaat steeds minder op. Lookapony begint meer en meer een eigen geluid en karakter te ontwikkelen.  

De presentatie oogt soms wat onverschillig, maar dit lijkt vooral geveinsde nonchalance. Bij tijd en wijle weet een zeer scherp en gedreven Lookapony te overdonderen. Als de setlist iets korter zou zijn geweest, zouden ze daar nog beter in zijn geslaagd. Duidelijk is wel dat de band klaar is voor de volgende mijlpalen: vele zieltjes winnen tijdens Popronde en uiteraard een vlammende minuut afleveren bij DWDD.
 

Gezien: EP-presentatie Lookapony, op 6 september 2013, in Kafee Aloys.