Dylan Adrian: “Nummers schrijven is gewoon echt kut”

Singer-songwriter breidt takenpakket uit met rol als frontman

Tekst: Thijs Portz / Fotografie: Patric Muris ,

Als je in je eerste jaar als soloartiest meteen al de titel ‘Stadstroubadour’ toebedeeld krijgt, is er iets bijzonders aan de hand. Opgegroeid in het nest van Ad van Meurs en Ankie Keultjes, stroomt er muziek uit elke porie van Dylan Adrian. Die muzikaliteit etaleerde hij eerder al als drummer in Hootenanny Jim (samen met zijn vader) en sinds kort ook The Harlets. Maar zoals zo vaak, kroop ook hier het bloed waar het niet gaan kan. Gitaar, banjo, traditionals, folk en blues trokken de jonge muzikant achter zijn drumstel vandaan en plaatsten hem op de voorgrond van het podium. 3voor12/Eindhoven zocht de troubadour op en trof hem tijdens een repetitie. Op de zolder van Café Altstadt.

Dylan, we zagen je eigenlijk voor het eerst in het voorprogramma van James Wood. Was dat ook je eerste wapenfeit als solo-artiest?
“Nee, de Studentenkapel was niet de eerste keer. Ik ben op het Rockcity Institute begonnen met deze stijl en heb toen ook pas echt gitaar opgepikt, puur omdat ik thuis vanwege de herrie niet kon drummen. Nu ben ik erachter dat ik gitaar eigenlijk gaver vind, maar het is superfijn om het drum-element erbij te hebben. Tijdens die schoolperiode heb ik al een paar keer opgetreden, dat was na afgelopen zomervakantie.”

Wanneer ben je dan met gitaar begonnen, want je speelt toch al heel behoorlijk…
“Nou, ik speelde al een beetje gitaar maar was gewoon drummer. Nooit beseft dat ik dit ook kon doen. Tot mijn vader John Fullbright boekte en hij een maand bij mij bleef slapen. Toen wist ik het zeker, dit is echt vet, dat wil ik ook. Ik heb het tijdens mijn leven natuurlijk wel altijd al gezien. Maar dat fingerpicken is nog vrij recent. Je moet mij ook echt geen plectrum geven, daar kan ik helemaal niks mee.”

We treffen Dylan Adrian vanavond met twee andere muzikanten. Fabian Cornelissen op gitaar en Stef Gubbels op bas. Is er sprake van een echte band?
“Ik zou wel graag met zijn drieën doorgaan. Met Fabian speelde ik al en ik wilde er graag een bassist bij. Stef, die ook in ¡Pendejo! speelt en die ik van het Rockcity Institute ken, stond al heel lang op mijn lijstje maar die had het altijd veel te druk. Ik ben echt blij dat het nu gelukt is. Wat mij betreft blijft het zo, ik hoop dat ik hem kan overtuigen bij ons te blijven.”

Fabian, wat is jouw muzikale achtergrond?

“Ik was altijd meer Bob Dylan enzo, The Dubliners en veel blues.”
Dylan: “Ja, jij bent meer van het Iers, maar ik steel wel al je licks. Sinds ik met Fabian speel, ben ik ook echt beter geworden.”
Fabian: “Ik speel zelf al 14 jaar gitaar, maar heb nooit in succesvolle bands gespeeld. Al die bands zijn verwaterd, ik ben meer een zolderkamergitarist.”
Dylan: “Ik probeer hem eruit te halen haha.”

Zitten jullie muzikaal op één lijn?
Dylan: “Ons samenspel op gitaar sluit goed bij elkaar aan. Wij vergelijken onszelf graag met John Renbourn en Bert Jansch. Het blijft natuurlijk wel een feit dat ik Amerikaans en Fabian Iers speelt.”
Fabian: “Ja, dat wel wel, maar ik ben echt niet zo’n Keltische gast ofzo.”

Schrijven jullie ook samen?
Dylan: “Muziek wel, maar teksten laten zich zo niet schrijven. Je kunt niet zeggen: Kom, laten we over de liefde gaan schrijven. Dat werkt voor mij echt niet zo. Bij rockmuziek kan dat wel, dan hoeft het niet per se ergens over te gaan, maar nu niet meer. Het schrijven van teksten is ook echt werken, ik vind het verschrikkelijk om te doen. Nummers schrijven is gewoon echt kut! Als het dat niet is, doe je het niet goed.”

Jullie spelen nu veel traditionals, is dat iets waar je mee opgegroeid bent?
“Vooral country en blues, mijn moeder kent echt elke countryplaat die er is. Verder ben ik onbewust opgegroeid met artiesten als Townes Van Zandt. Toen ik het zelf ging luisteren, dacht ik: “Hey, dat ken ik allemaal al.””

En hoe zit het met eigen nummers?
“Gitaarstukken heb ik genoeg, maar teksten zijn echt een project. Ik ben nu mijn Engels aan het oefenen. Niet dat ik bang ben om iets slechts te schrijven, dat hoort er zelfs bij, maar de standaard is tegenwoordig echt laag. Ik zeg niet dat alle teksten slecht zijn, maar als ik zelf zoiets doe, kap ik ermee. Voor mij is het belangrijk.”

Dat komt misschien ook door je voorbeelden. Denk je dat je ooit de groten, zoals Townes Van Zandt, tekstueel kunt benaderen?
“Ik denk dat ik betere teksten in het Nederlands zou schrijven, maar ik kies voor Engels, dat vind ik mooier. Dat komt ook door de films die ik kijk.” Fabian: “Ja, Die Hard, Die Hard 2! Dat klinkt gewoon niet in het Nederlands….” Simon zegt: “Er ligt een bom.”

Dylan: “In mijn optiek zijn er twee manieren van tekstschrijven. De eerste is vanuit jezelf, heel persoonlijk. Die teksten zijn echt eng om te zingen, mensen weten meteen over wie het gaat. De tweede is een ‘craft’: verhalen vertellen op muziek en daar de hele wereld mee weten te raken. Je kunt niet kiezen voor één van de twee, het gaat vanzelf.
Ik schrijf wel zelf, maar moet echt nog beter worden, ik heb nog niet hard genoeg gewerkt.”

Dylan, het feit dat je ‘de zoon van’ bent, is niet te vermijden. Heb je het gevoel dat het muzikantschap je door je afkomst aan is komen waaien?
“Nee man, ik zei vroeger altijd tegen mijn ouders dat ik een degelijke kantoorbaan wilde. Ik zag ze natuurlijk van dichtbij, altijd hard werken, weinig geld en veel van huis. Ik heb mijn boterhammen bij de overbuurman leren smeren. Maar toen ik 17 was, kwam ik erachter dat ik eigenlijk niks anders kon en toen vroeg mijn vader of ik bij hem in de band wilde drummen. Daarna zat ik voor ik het wist op school en werd ik opgeleid tot muzikant. Toen moest ik wel.”

Wel dapper dat je muzikaal dezelfde kant opgaat als je ouders. Ervaar je je afkomst als een last?
“Je bent toch een product van je ouders, dus die koers valt wel te verklaren. Het heeft zowel positieve als negatieve zaken. Stef en ik waren elkaar een keer vriendschappelijk aan het afzeiken, dat doen we graag. “Jouw vriendin is echt lelijk” enzo. Toen maakte Stef de opmerking: “Jij leeft in de schaduw van je vader.” Toen was het wel even klaar, dat voelde ik wel. Ik kan het beste met mijn pa omgaan als ik met hem samenspeel, maar als het gaat om wie de hond uitlaat, is het oorlog.

Mijn ouders hebben me veel geleerd. Ik heb van ze meegekregen dat 70% van alles wat je met muziek doet, niets met muziek te maken heeft. Je bent constant aan het regelen, bellen, mailen. Mijn pa doet dat nog steeds, maar dat is wel waardoor het lukt. Het is een illusie dat je er op een gegeven moment niet meer voor hoeft te werken. Je kunt alleen maar rijk worden in een coverband. Lekker op feesten en partijen spelen en op de kermis in Eersel. En ik ben mijn vader echt dankbaar voor deze gitaar. Een Martin die hij voor duizend dollar in Austin heeft gekocht terwijl er allemaal gaten inzaten. Hij heeft hem hier laten reviseren maar kwam erachter dat hij te klein voor hem was. Nu heb ik hem ingepikt, haha.”

Wil je je vader iets bewijzen?
“Nou, ik speel veel slechter als hij in de kamer is. Hij heeft altijd wel iets te zeggen. Zelfs als iedereen na een optreden laaiend enthousiast is, komt ie naar me toe en zegt hij dat ik te haastig gespeeld heb. Ik heb dankzij mijn ouders veel muzikanten ontmoet, over heel de wereld. Ik zit er constant in, het is er altijd geweest. Mijn ouders hebben wel effect op mijn creativiteit. Ik wil liever bij Fabian in Wijk en Aalburg nummers schrijven, zelfs als ze superslecht zijn, dan dat ik ze hier schrijf terwijl zij me de hele tijd tips geven en me verbeteren. Ik wil het zelf leren.”

En wat kunnen we van je verwachten? Ben je al bezig met een release?
“Dat doel is er wel, maar dan moet het wel iets goeds zijn. Ik zou die traditionals ook op kunnen nemen, maar ik wil er ook iets van mezelf op hebben.”
Fabian: “Ja dat is het vetste, gewoon een eigen album, zo snel mogelijk. Maar we moeten ons materiaal nog wel verbeteren. Ik vind die traditionals ook vet, maar hoef het niet altijd te blijven doen.”
Dylan: “Er moet wel snel iets komen, gewoon om aan de mensen te kunnen laten horen. We hebben te weinig tijd, eigenlijk moeten we met z’n drieën vakantie nemen en het in drie weken doen.”
Stef: “Ook al is het allemaal nog pril, dit is geen formatie voor een jaarplan.”
Dylan: “Klopt, je kunt beter een lange, steady lijn hebben dan één keer zo’n piek. Uiteindelijk wil ik er wel langdurig mijn geld mee kunnen verdienen. Die kantoorbaan gaat er niet meer komen.” Fabian: “Jawel, dat moet uiteindelijk iedereen jongen.”

Dylan Adrian is, samen met ZES en Glasses & Mustaches, op vrijdag 7 juni 2013 te zien tijdens Club 3voor12/Eindhoven in de Effenaar. De voorverkoop is inmiddels gestart. Kaarten kosten €5,- en zijn te verkrijgen via de kassa van de Effenaar en Ticketmaster.