Een wat vreemde bandnaam, maar Kiss The Anus Of A Black Cat is een bijzonder mooie opener die je verleidt de zeer donkere zaal in te komen. De Belgen, die overigens niets vreemds met katten doen, spelen duistere, apocalyptische folkmuziek met een stadiongevoel. Dat uit zich in krachtige, onheilspellende klanken en een zanger die doet denken aan David Tibet. De naam is een verwijzing naar een inwijdingsritueel in heksenkringen die de lading van het optreden aardig dekt. De veelzijdige formatie rondom Stef Heeren weet in een dik half uur het publiek te verbazen en charmeren.
Het wankele voetstuk van Peter Murphy
Kille Bauhaus vertolkingen op een warme zomerdag
Eindelijk is het zonnetje er en lijkt ook Eindhoven zomer te krijgen; geen prima dag voor kille, donkere muziek. Dat blijkt ook in de grote zaal van de Effenaar. Niet alleen het gordijn achterin blijft gesloten, er is met een extra gordijn nog een deel van de zaal afgesloten en er is een aangepast podium geplaatst. Jammer, want openingsact Kiss The Anus Of A Black Cat verdient een groot en aandachtig publiek en hetzelfde geldt voor goth-held Peter Murphy.
Kiss The Anus Of A Black Cat
Peter Murphy
Het is tijd voor Peter Murphy, niet de makkelijkste man als je de literatuur mag geloven. Voor opkomst kondigt zijn assistente aan dat er een nieuwe plaat aankomt, niet echt waar het om draait vanavond natuurlijk. Een kleine vergelijking is te maken met de shows van Peter Hook, die onlangs nummers van zijn band Joy Division speelde in de Effenaar. Bewust van het feit dat hij op nostalgie teerde, waren dat gezellige, gemoedelijke sets. Hook besefte goed dat hij maar een schim was van het origineel. Niets van dat voor de Godfather of Goth, die lang op zich laat wachten. Wanneer hij het podium op komt trapt hij eerst tassen en glazen van de rand van het podium af. Met een air van arrogantie en de houding van een rockster in zijn gloriedagen, is de eerste indruk bepaald geen goede. Dat hij in een erg lege Effenaar iemand heeft om zijn jasje aan te doen spreekt boekdelen.
Maar dat is slechts één kant van het verhaal, want Peter Murphy zet wel een erg sterke show neer. Goed, hij haalt zijn hoge noten niet altijd, de haarlijn wijkt en het bloesje zit iets te strak, maar de kwaliteit is er nog altijd. De lichten blijven uit terwijl de show op gang komt. De donkere en kille atmosfeer geeft het optreden van Murphy, die als een vampier de zaal in kijkt, extra kracht. Gaandeweg komt de oude frontman van Bauhaus wat meer los. Bauhaus had net als Joy Division drie decennia geleden haar hoogtijdagen, maar de nummers klinken goed en de fans met vale, dertig jaar oude shirts smullen ervan. De Bowie cover ‘Ziggy Stardust’ is hard en rauw, klassieker ‘Bela Lugosi’s Dead’ juist dansbaar en spannend.
Tussendoor babbelt Peter Murphy wat, stelt zijn bandleden voor en grapt over Bela Lugosi. Er is een vreemde interactie met het publiek, van waaruit regelmatig wat geroepen wordt. Nummers als ‘She’s In Parties’, ‘Dark Entries’ en natuurlijk ‘Passion Of Lovers’ kunnen op bijval rekenen. Zijn wilde uithalen en gepassioneerde, elegante vertolking van deze songs is dan ook bijzonder mooi. Hoe klein de opkomst is blijkt wel even op pijnlijke wijze als Murphy zijn microfoon omdraait en er een doodse stilte valt. Zijn band speelt echter gedienstig en valt meteen bij waardoor de frontman ternauwernood op zijn voetstuk blijft staan. Murphy sluit zijn set af met een nummer van een ander. Ironisch genoeg is dat ‘Transmission’, van Joy Division, de band van Peter Hook. Zonder ooit te beseffen dat hij een relikwie uit vervlogen tijden is, laat hij vanavond toch een tevreden publiek achter.
Gezien: Peter Murphy & Kiss The Anus Of A Black Cat, op 6 juni 2013, in de Effenaar.