Bij het bekijken van de albumhoes valt al snel het logo op dat is geïnspireerd op astronoom Arnold Wolfendale waar de band naar vernoemd is. De hoes ziet er mysterieus uit, een stijl die goed past bij het imago van de band. Wolfendale heeft enige tijd stilletjes gewerkt in een eigen vormgegeven studio op het Eindhovense industrieterrein Strijp-S. Zonder te laten merken wat zich daar afspeelde, nam de band in de late uurtjes ‘Foghorn’ op. Geen media opzoeken, maar rustig en vol overgave eigen ideeën uitvoeren was het plan van deze indieband.
Openingsnummer ‘Vulture’ komt door het lange intro wat moeilijk op gang, maar vindt uiteindelijk langzaam maar zeker zijn draai. Hierna komt meteen debuutsingle ‘Crackling Jolts’, een bekender nummer dat ook al vaker aan bod kwam bij optredens. De nadrukkelijk aanwezige bas als leidraad laat dit nummer goed in het gehoor liggen waarbij de gehele band op het geleidelijke ritme doorgaat. De opbouw van het nummer is spannend en kent op een gegeven moment een behoorlijke tempoversnelling. Een ijzersterke eerste single keuze.
Dan hoofdstuk nummer drie, ‘Dr. Henry Kazoo’: een dromerig nummer dat doet denken aan een mistige, schemerige dag op weg naar een onbekende bestemming. Wat bij een eerste luisterbeurt van 'Foghorn' al opvalt is de mooie mix van het album: er wordt gebruikt gemaakt van diverse effecten zoals ‘stadse’ geluiden die de sfeer van het album ijzersterk maken. Bands als Doves, Athlete en Radiohead gebruiken ook regelmatig eenzelfde technieken. Zelf laat deze Eindhovense band dit effect vooral horen tijdens de overgang van 'Dr. Henry Kazoo' naar het prachtige ‘Red Sparrow’, waar zanger Sander Strick bewijst dat hij een fijne en prettige stem heeft om naar te luisteren. 'Red Sparrow' doet erg denken aan Thom Yorke op zang bij Fleet Foxes.
Titeltrack ‘Foghorn’ kon de oplettende volger al gedeeltelijk horen in de teaser die veelal verspreid werd op Facebook. De opbouw is eigenzinnig en mysterieus en laat de luisteraar nadrukkelijk de ontwikkeling van het nummer volgen. Uit de verte klinkt langzaamaan een opkomende melodie die vanaf het moment dat de gitaar en drums te horen zijn in aanzet versterkt wordt.
Een opvallende uitschieter is het nummer ‘Swindler’, waar de gitaar op de voorgrond treedt. De band laat hier horen ook wat rauwer te kunnen zijn. Het aanstekelijke “She’s a Swindler She’s a Thief” is een refrein dat bij optredens goed zijn werk zal kunnen doen om het publiek mee te krijgen.
Bij het nummer ‘Ending Up’ krijgen we voor het eerst pas echt kippenvel door het prachtig harmonische samenspel van de band waar je als luisteraar echt bij wegdroomt. Het nummer gaat diep waardoor het nog lang in je geheugen blijft zitten. Voor het eerst verlang je niet naar het volgende hoofdstuk van het album maar wil je dit nummer nog een keer horen.
Op het einde van het album worden de nummers wat minder. ‘Island’ bijvoorbeeld doet erg denken aan de band Moss en is vooral in de eindfase erg langdradig. Ook het hierop volgende nummer ‘Common’ is vrij statisch en wat aan de saaie en degelijke kant. Dat komt vooral doordat er ditmaal geen verrassende opbouw en mysterieuze wending aanwezig zijn, waardoor de aandacht al snel weg is.
Eenmaal aangekomen bij het tiende en laatste nummer ‘Fixer’ laat Wolfendale zich weer van zijn beste kant horen, mede door het fijne ritmische effect wat de band over de gehele linie goed voor elkaar heeft.
'Foghorn' is een echt luisteralbum dat keer op keer blijft boeien. Het album is fraai gemasterd door Joe LaPorta (bekend van o.a. Foo Fighters, Vampire Weekend en Fink) en is in zijn geheel sfeervol.
Het debuutalbum van Wolfendale is een top release zo vlak voor het einde van 2011. De grootste kracht van dit album is dat je als luisteraar steeds weer nieuwe elementen ontdekt, waardoor de plaat klinkt als een verhaal dat nog lang geen einde heeft. Een luisterboek dat tot de verbeelding spreekt.
Releasedatum ‘Foghorn’: 17 oktober 2011 op V2 Recordings. Wolfendale houdt een dubbele releaseparty: op 14 oktober in de Effenaar en op 16 oktober in Ekko, Utrecht (samen met Awkward I).