Vast voorprogramma van Das Pop is The Hickey Underworld, een veelbelovend bandje uit Antwerpen. Als de vrolijke Belgen het podium opwandelen is het nog rustig in de Effenaar. Harde akkoorden en stevige drumritmes laten al flink wat hoofden meeknikken maar volgens frontman Younes Faltakh, die overigens vrij veel weg heeft van Dave Grohl, staat het publiek nog te ver van het podium verwijderd. Als de bassist dan ook nog bier gaat uitdelen doen we natuurlijk graag een stapje naar voren.
Naarmate het optreden vordert blijkt dat Younes niet alleen zijn looks gemeen heeft met Dave Grohl. Younes heeft eveneens een drumachtergrond (The Love Company) en demonstreert dit zo nu en dan graag door met zijn gitaar de high hat van de drums te bewerken. Hij heeft niet alleen voor de sier een gitaar om zijn nek hangen. De samenwerking tussen de twee gitaristen is mooi om te zien en vooral het feit dat de tweede partij daadwerkelijk iets toevoegt is een goed gegeven.
Er is echter wel sprake van een opdeling op het podium. Waar links drummer en frontman compleet losgaan en er een show van maken staan rechts de bassist en gitarist er wat klungelig bij. In de wat langzamere nummers horen we dat Younes’ stem na al het ruige niet zo sterk meer is dan voorheen. Hierdoor komen deze nummers wat slechter uit de verf.
Toch is het genieten met de rauwheid van deze muziek. Met zweet, bier en instrumenten die met rood tape bijeen gehouden worden zetten ze een verpletterend optreden neer.
Na een kleine ombouwing van het podium, glinsterende heliumballonletters -DAS POP- dansen vrolijk heen en weer op de versterkers, is het tijd voor de band waarvoor de effenaar wat voller is gestroomd. Het hoofdprogramma heeft een enorm contrast met het voorprogramma. The Hickey Underworld is rauw, Das Pop is juist helder, The Hickey Underworld neigt naar metal en Das Pop is uiterst vrolijk, The Hickey Underworld is stampbaar waar Das Pop dans of zelfs huppelbaar is.
En nog een verschil; waar The Hickey Underworld simpelweg het podium opwandelde is er bij Das Pop zeker sprake van een entree. Eén voor een komen de muzikanten het podium op om direct te beginnen met spelen.
Eerst de drums, daarna de bas en bij de gitaar heeft iedereen wel door dat Das Pop begint met het hitje “Fool for Love”. Bent van Looy komt vrolijk het podium opspringen en dat werkt nogal aanstekelijk. Elk nummer is catchy, dansbaar en Das Pop doet daarmee hun naam eer aan. Aan zijn dansbewegingen te merken kun je wel zien dat Bent staat te (das) popelen om te drummen en dat gebeurt dan ook. ‘The One’, een nummer van hun oude plaat ‘I Love’, zorgt voor een instrumentenwissel waar de drummer een gitaar om zijn nek krijgt en Bent op zijn vertrouwde krukje plaatsneemt. Een beetje een vreemde oplossing is dit wel, aangezien de gitaarpartij van de drummer bijna identiek is aan die van de gitarist.
Bent legt goed contact, heeft leuke intropraatjes (met dat Belgische accent zijn de foutjes op de piano hem gauw vergeven) en met het stuiteren zit het ook wel goed.
Helaas leidt dat stuiteren nou net tot het ongelukje dat de structuur van het optreden zwakker maakt. Bent blijft ergens achter haken en de microfoon houdt er mee op. Dit is een van de weinige pauzes die de band laat vallen maar zorgt er wel voor dat de spanningsopbouw een rare knik krijgt.
Het publiek in de effenaar lijkt het weinig uit te maken. Bij het laatste nummer zingen we allemaal in koor “I Can’t Get Enough“ en we houden ons aan ons woord. Niemand kan genoeg krijgen van deze muziek en gelukkig komen de mannen met een encore. ‘Fuckland’, de bijna-titelsong van het nieuwe album, is een rustig nummer waarbij alleen gitarist en zanger in actie komen. Niet dansbaar, wel sterk. Als allerlaatste word het nummer ‘Very Good Year’ van Frank Sinatra gecovered. Muziek maken en de toekomst voorspellen, wat zijn ze toch veelzijdig, die belgen.
Das Pop & The Hickey Underworld, gezien 4 oktober 2009 in de Effenaar.
Belgisch onderonsje in de Effenaar
The Hickey Underworld en Das Pop demonstreren het verschil
Twee Belgische bands die behalve hun afkomst en hun talent weinig gemeen hebben lieten zondag 4 oktober de effenaar zien wat ze in huis hebben.