Haagse Pop Week 2012; vrijdag 19 oktober

Met Face Tomorrow, Beatlab, Slyder, het Coverkwartier, Atlantic Attraction en meer

Liza Kleijberg, Loïs Koot, Lilianne Laan, Jasper Hartog en Tessa Bentvelsen | Foto’s: Ramond Jaggessar, Peisam Tsang, Remie Stronks en Nienke Verhoef ,

Ook de vrijdagavond van 19 oktober stond tijdens de Haagse Pop Week weer bomvol met een gevarieerd programma. Van akoestische acts in de SuperMarkt tot coverbands in het Coverkwartier en van experimentele muziek in De Vinger tot een nieuwe editie van Beatlab in de Pip. 3voor12 Den Haag struinde de verschillende locaties een voor een af.

In de SuperMarkt organiseert de Popunie een akoestische avond in de SuperMarkt, maar het had ook gekund dat het een gewone SuperMarkt avond is, want een banner van de Haagse Pop Week zou toch niet misstaan naast het doek van Popunie. Jan Minnaard speelde in Jay Minor & The Early Birds waarmee hij in 2010 door 3voor12 tot Hollandse Nieuwe uitgeroepen werd. Toen Minnaard naar Rotterdam verhuisde heeft hij een nieuwe start gemaakt met Wolf In Loveland en speelt hij ingetogen singer-songwriternummers. Ook werd zijn nieuwe band tot Hollandse Nieuwe uitgeroepen. Zijn nieuwe band Wolf In Loveland, die wat wegheeft van een rustige versie van Mumford & Sons, is de openingsact van de akoestische avond. Waar normaal een zevenkoppige band het podium betreedt zijn het nu alleen Jan Minnaard, gitarist en achtergrondzanger Bas van Holt en zangeres Merel Moelker. Het drietal gaat helemaal op in de muziek en Moelker zingt de hele avond met een grote glimlach op haar gezicht. De beste manier om een optreden van Wolf In Loveland mee te maken is om de ogen te sluiten en je mee te laten nemen op de muziek. Tokkelende gitaren en warme stemmen nemen je mee. Minnaard en Moelker zijn enthousiast aan het spelen, maar Van Holt lijkt er niet echt bij te zijn met zijn hoofd. Het hele optreden blijft het helaas rustig in de SuperMarkt, terwijl ze toch een mooi staaltje werk hebben afgeleverd. (LKo)

So The Meters is gebaseerd op de rauwe old school funk van de Amerikaanse band The Meters. De naam is een verwijzing naar het ouderwetse sodemieters. Tijdens de soundcheck laat het geluid te wensen over (de gitaar staat niet goed afgestemd), maar zodra de officiële set begint is dat in orde. In O'Casey’s wordt het langzaam wat drukker als de avond vordert. Het publiek, dat voornamelijk bestaat uit dertigers, is gedeeltelijk voor de muziek gekomen. Ongeveer de helft staat naar de bands te kijken, terwijl de andere helft vooral voor een gezellige kroegavond is gekomen. So The Meters bestaat uit zes enthousiaste rasmuzikanten, die allen zeer geïnspireerd op het podium staan om old school funk ten gehore te brengen. De band speelt de nummers van zijn idolen met verve en weet daarmee ook het aanwezige publiek mee te krijgen. Vooral tijdens het strakke 'Cissy strut' is de respons groot. De gitarist/zanger heeft er duidelijk zin in en wil er, ook als de band een stapje terug doet, een feestje van maken. De saxofonist ruilt hier en daar zijn saxofoon om voor percussie-instrumenten, waaronder een cowbell. Na een set van zo'n 50 minuten houdt de zeskoppige funkformatie uit de Randstad het voor gezien. (JH)

Atlantic Attraction stond eerder dit festivalseizoen al in het Paard van Troje, op Plein Open en op Schollenpop en de band laat ook de Haagse Pop Week niet aan zich voorbij gaan. Het viertal heeft al een aardige fanbase opgebouwd, want de SuperMarkt stroomt gestaag vol. Waar Atlantic Attraction eerder akoestisch de stad door liep om reclame te maken voor Plein Open, is het nu voor het ‘echie’. Het akoestische aspect nemen de heren erg serieus en de twee gitaristen zitten dan ook op een barkruk. Zodra ze beginnen met spelen is de toon gezet, lekker vlotte nummers met op drums Sibren Huijsmans, waardoor dat akoestische element toch wat extra pit krijgt. Ook spelen ze het nieuwe nummer ‘Crayons’, maar een groot gemis is dat ze hun hit ‘Rye’ niet spelen. Als zanger Kevin de Haas een nummer solo speelt, wisselt hij zijn akoestische twaalfsnarige gitaar in voor de semiakoestische gitaar van zijn medegitarist. Dat dit nieuw voor de heren is laat De Haas weten: “Normaal staan we te beuken op gitaren en nu zijn we intiem aan het spelen.” Intiem wordt het als bassist Joris van der Poel vraagt of het publiek dichterbij wil komen staan. Toppunt van intimiteit is als De Haas een nummer aan zijn vader opdraagt die alweer zes jaar in Brazilië woont. (LKo)

In de cafés in de Papestraat vindt vanavond het Coverkwartier plaats. 9-2-5 (uitgesproken als ‘nine to five’) geeft de aftrap in Lokaal Vredebreuk. De band begint een uur later dan aangegeven in het programma, maar voor welke mensen eigenlijk? De ondergrondse bar staat zo goed als leeg. Zes man band speelt voor tien man publiek. Na een paar nummers begint het wel wat voller te lopen maar het aantal mensen stijgt niet uit boven de dertig. De band is dan ook niet erg interessant. Een huis, tuin en keukencoverband die op zich niet heel veel interessants te bieden heeft. Geen klassiekers, meer nummers van de afgelopen tien jaar. Gwen Stefani, The Strokes, The Wombats. Op zich leuke nummers die wat hoofdjes mee laten deinzen en die voor een paar mensen zelfs goed genoeg zijn om te vragen om een toegift maar geen muzikaal hoogstandje, meer een bij elkaar geraapt zooitje muzikanten die het leuk vinden om muziek te maken. (TB)

De Vinger staat deze vrijdagavond in het teken van het experiment. Het gezelschap van Trapper, of voluit the Trapper Drone Orchestra, trakteert de nietsvermoedende Haagse Pop Week bezoeker op onheilspellende soundscapes waarbij een breed scala aan instrumenten wordt ingezet, waaronder een basgitaar die met een strijkstok wordt bespeeld, een dwarsfluit die de meest unheimische geluiden weet voort te brengen, een middeleeuwse draailier en ook iets met een lampje en een bierflesje. Dat levert de artiesten van Trapper al een pluim op, die hiermee het muzikale spectrum van de Haagse Pop Week gigantisch de breedte in trekken. Met ‘pop’ heeft het optreden van Trapper in de verste verte niets te maken. De groep brengt geen afgeronde nummers voort, maar één lange, instrumentale compositie gebaseerd op drones (continu aanhoudende noten of akkoorden). Dit effect wordt bereikt door de gebruikte instrumenten monumentale sustain mee te geven. Het resultaat is een wereld van geluid waarin af en toe een mooie spanning gecreëerd wordt, maar waar ook lange periodes weinig tot niets gebeurt. In combinatie met de duistere belichting, die voornamelijk uit laserstralen bestaat, schept Trapper een muzikale terra incognita die zeker niet aan iedereen besteed is: het publiek bestaat dan ook uit een selecte groep liefhebbers. (LL)

Vanavond kunnen de bass heads genieten van een interessante line-up. In samenwerking met de organisatie Beatlab staan er verschillende soorten artiesten op het podium. Pip is met zijn undergroundsfeer het perfecte decor voor deze avond. Macxi opent in een vrijwel lege zaal en dat is jammer, want zijn magische geluid met diepe kicks zorgt voor een intense sfeer. Als er publiek zou zijn, is dit een hele goede opwarmer. Bij Pip is dit wel normaal dat het stil is tot een uurtje of half een, een uur, dus wanneer zo’n artiest zo vroeg gepland staat is bijna niet anders te verwachten. Macxi wordt opgevolgd door Holowave, die nu zo’n anderhalf jaar in het vak zit. Hij heeft zijn eigen publiek meegenomen, waardoor de zaal niet helemaal leeg is. Zijn set heeft een behoorlijke opbouw nodig voordat het eindelijk los wil gaan. Dit gebeurt onder meer door de mix van het populaire nummer ‘Niggas in Paris’ van Kanye West en Jay-Z. Waar de meeste dj’s slechts de eerste vijf seconden van dit nummer laten horen, durft Holowave het lang door te draaien. Hij mixt het geruisloos met zijn eigen sound waardoor het nummer op een hoger niveau komt. (LK)

The Local Alliance is de enige coverband die vanavond op tijd begint. Stipt tien uur starten de drie jonge mannen met spelen in de Libertijn. Een leadzanger ondersteund door de stemmen  van de twee heren op gitaar. De vaste barhangers zijn aanwezig samen met wat extra mensen die speciaal voor de band zijn gekomen. Er hangt een gezellige sfeer, hoe kan het ook anders met een grote verscheidenheid aan akoestische covers die ook nog eens goed klinken. Het plezier spat er bij de band vanaf. Terwijl de mannen de lach soms moeten inhouden door onderonsjes slaan ze zich door de nummers heen. Het gaat van Green Day naar Stealers Wheel en van 2012 naar de jaren ’60. Meer dan eens weet The Local Alliance het publiek mee te krijgen. Vooral met ‘Living next door to Alice’ van Gompie zingt iedereen luidkeels mee: “Alice, Alice, who the fuck is ALICE?!”. Of ook wel: een leuke avond met goede nummers in een akoestisch jasje. (TB)

Na vijftien jaar, vier albums, een EP, een live dvd en meer dan 600 optredens verder, houdt de Rotterdamse band Face Tomorrow er eind 2012 mee op. In oktober en november houdt de band een grote afscheidstour dat zal bestaan uit een aantal akoestische optredens en een aantal optredens met Green Lizard. Het optreden in de SuperMarkt is het laatste akoestische optreden in Den Haag. Als bassist Tijs Hop en gitarist Ralf Mastwijk wisselen van instrument zegt Schrooten: “Dit is ook de laatste keer dat zij wisselen van instrument op dit podium. Deze grapjes maken we al de hele dag.” Ondanks het een akoestische avond is en er wordt gezegd dat de oordoppen kunnen uitblijven is Face Tomorrow toch de hardste band van vanavond. Face Tomorrow heeft wat weg van Racoon, maar dan wat wilder. Al is er van dat wilde niet veel te merken met dit akoestische optreden. Jelle Schrooten heeft een stem waar je van moet houden, hij heeft veel vibrato in zijn stem en dat kan eentonig overkomen. Desalniettemin zetten ze een show neer waar menig fan tevreden over kan zijn en laat Face Tomorrow voor de laatste keer in Den Haag zijn gevoelige kant zien. (LKo)

De Haagse/Leidse band The Incredible Stacks heeft uit een ander vaatje getapt dan voorganger So The Meters in de O’Casey’s. Alhoewel funk het sleutelwoord vormt bij het drietal, experimenteert de band er op los. Van lome strandtentlounge tot rockgetinte funk. Zelfs het publiek wordt uitgenodigd om met een percussie-instrument op het podium mee te komen jammen. Er liggen immers tamboerijnen genoeg. Helaas wordt hier geen gebruik van gemaakt. De drummer is opvallend goed in vorm en tovert met onnavolgbare ritmes, die naadloos aansluiten bij het geheel. Jammer is wel dat er geen zang bij komt kijken, waardoor de experimentele funk meer achtergrondmuziek wordt voor de aanwezigen. Het bijzondere aan The Incredible Stacks is dat de band veel spacy tonen te voorschijn tovert zonder de bijkomstigheid van laptops of draaitafels. Gitaar en bas worden afgewisseld met toetsen. Een kunst op zich. Een grote muzikale trip op het podium van O'Casey’s is ook niet iets wat je dagelijks meemaakt. (JH)

De overgang naar Mista Sweet & Vinny tijdens Beatlab is storend. Niet alleen omdat het duo hun apparatuur niet klaar heeft staan, waardoor er een lange stilte valt na de set van Holowave, maar ook omdat wanneer er dan eindelijk geluid is het totaal niet matcht met de voorgaande sets. Vinny staat bekend om zijn liefde voor vinyl en dat is te merken wanneer hij begint met scratchen. Even is leuk, maar dan wordt het irritant. Het ene hiphopnummer volgt het andere op. Voornamelijk van de oude garde en het slaat dus totaal niet aan bij het jonge publiek. De mensen die er staan lopen vrij snel de zaal uit. Mista Sweet maakt het er met zijn raps niet veel beter op. Het is een gekke overgang en vreemd geplaatst op deze avond die voornamelijk uit bass en electro muziek bestaat. (LK)

Als er één coverband is die vanavond boven alle coverbands uitsteekt dan is dat wel Sass Who!. De opkomst is dan ook overweldigend. De Paap staat afgeladen. Heel tattoo-Den Haag is aanwezig en zelfs een paar bekende televisiekoppen zijn te vinden tussen het publiek. Alle klassiekers komen vanaf half elf voorbij. Van ‘Papa was a Rolling Stone’ van The Temptations tot ‘Chain of fools’ van Aretha Franklin. En zelfs een paar nummers van deze tijd die de geschiedenis in zullen gaan als rockanthems staan op de setlist zoals ‘Sex on fire’ van Kings Of Leon. De stem van zangeres Sacha de Bruin is ondanks haar opkomende griepje alles behalve slecht. Een heerlijke ruige rookstem geeft aan ieder nummer een extra rauw randje. De gitarist weet op de juiste momenten aanvulling te geven aan de zangeres. Twee uur duurt de set in totaal. Een set met springen, dansen, meezingen en vooral erg veel zweet. Mensen die op het podium mogen meezingen. Het was een groot feest. (TB)

Na Trapper is het de beurt aan de “improv-noise-extravaganza” van Slyder. “We weten nog niet wat we gaan spelen, dit wordt een uniek optreden”, zo kondigt het gezelschap zichzelf aan. Niet het resultaat, maar de handeling is het uitgangspunt bij de noiserock van Slyder en noise is wat De Vinger krijgt deze avond: ritmisch raggen op gitaren met de gain op tien. Het resultaat doet denken aan Sonic Youth aan het freewheelen in de oefenruimte, minus de vocalen van Kim Gordon. Daarvoor in de plaats voorziet drummer Michiel Breedveld de nummers van galmende, moeilijk verstaanbare zang. Maar waar dit bij Sonic Youth tot opzwepende, sterk opgebouwde nummers leidt, stijgt de podiumact van Slyder niet boven de oefenruimte-experience uit. De explosieve apotheosen die het noise-genre aantrekkelijk maken, blijven nagenoeg uit. Daarnaast staat het volume abnormaal hard en in combinatie met de priemende lasers maakt dit het optreden van Slyder bepaald geen genot voor de zintuigen. Dit neemt niet weg dat het experiment bij tijden best lekker klinkt. Het viertal weet door geconcentreerd samenspel de eenheid overal te bewaren en hoewel echte hoogtepunten uitblijven, kent de set hier en daar knappe stukken waarin de muziek opeens helemaal klopt. Toch blijven veel nummers in het ongewisse hangen, het risico van een experimentele aanpak. Maar het gaat deze avond in De Vinger om het experiment en op dat vlak verdienen de performances van zowel Trapper als Slyder een eervolle vermelding. (LL)

Het is wachten op Torus. De Haagse producer die de Grote Prijs van Zuid-Holland in de categorie Dance/Producer heeft gewonnen. Voorafgaand aan zijn set zit hij buiten met zijn laptop op schoot en oordoppen in, onverstoorbaar door de gezellige drukte om zich heen concentreert hij zich nog eenmaal op de aankomende set. Tijdens zijn set wisselt hij snel van ritmes en geluiden en het stoort niet. Sterker nog, hij weet ze ongemerkt in elkaar over te laten gaan. Hierdoor is het vernieuwend en blijft het publiek actief betrokken. De Pip stroomt vol en er wordt flink gedanst. Ook zijn liefde voor hiphop komt naar voren; raps vanuit de L.A. beat-scene wisselen elkaar af en hij synchroniseert alle teksten mee. Een mooi gezicht. Na zo’n hoogtepunt is het voor de volgende producer natuurlijk moeilijk overtreffen. H-Sik staat al een tijdje klaar op het podium en heeft er duidelijk zin in. Wanneer zijn intro klinkt danst hij uitbundig mee achter zijn laptop. Het publiek beschouwt de switch tussen de optredens eerder als een rookpauze en wederom raakt de zaal wat leger. H-Sik produceert elektronische muziek met invloeden van hiphop, dubstep, grime en 80’s electro en daarmee is hij wel de meest veelzijdige act van vanavond. Hij wisselt deze soorten af maar het gaat in een laag tempo. Toch is het een feestje en kan het publiek het zeker waarderen. (LK)