Papa & Muzikant #3

Sebas (WOOT) en Fons Simoen

Tekst & foto's: Judith Zandwijk ,

Vaders. Vol heimwee, jaloezie of trots zien ze hun muzikale zoons en dochters schitteren op het podium. Met Vaderdag voor de deur spreekt 3voor12 Den Haag een aantal muzikanten en hun papa’s. Vandaag, Sebas (WOOT, Gypsy Liars en Every Kid Knows) en Fons Simoen “Godverdomme, wat houden we van elkaar.”

Sebas Simoen is bassist bij Every Kid Knows ,The Gypsy Liars en WOOT en zijn vader Fons Simoen is beleidsadviseur bij een woningcorporatie en ‘non-performing’ muzikant. “Ik ben blij met mijn vaderrol en trots, zo niet jaloers, op Sebas als muzikant. En doe de groetjes aan Thijs en Tobias”. Zo sluit Fons Simoen het interview af. Typisch Fons.

Fons is namelijk ook voor Sebas’ jeugdvrienden en medemuzikanten (hij vormt WOOT met Thijs van Teijlingen en Tobias Wolring) meer dan een vriend. Sebas: “Lopen we vast, muzikaal of anderszins, gaan we naar Fons. Drinken een fles whisky leeg, luisteren naar oude shit en blijven tot een uur of 6 ’s morgens emotioneel lullen. Godverdomme, wat houden we van elkaar!”

Fons kan zich goed in hen verplaatsen. Hij is zelf een muzikant in hart en nieren en heeft een studio aan huis. Als puber droomde hij van een carrière in de popmuziek; samen met Henk Koorn van Hallo Venray zat hij in een schoolband, daarmee traden ze op. Fons: “Dan deden we heel hard Herman Brood na.” Fons houdt vooral van lekker spelen, de onvermijdelijke bandstrubbelingen en competitie ziet hij als een last. Hij staat liever niet in de spotlights en bouwt thuis een studio om te musiceren.

Vivian

Sebas is enig kind van Fons en Femke en groeit op in Den Haag in een huis dat zich altijd vult met muziek. Sebas’ baby-oortjes en hart worden gevoed met The Beatles. Sebas: “Daardoor ben ik later ook bas gaan spelen. Paul McCartney laat de bas melodieus klinken. Geen plonk-plonk maar mooi wollig.”

 Fons zingt geen slaapliedjes voor zijn zoontje maar elke avond valt Sebas in slaap op de ‘herrie’ uit de kamer van Cmoon, de artiestennaam van zijn vader. Geen mainstream maar een mix van instrumentale muziek met een ‘fictieve’ melodielijn. Cmoon is te bescheiden om zijn composities uit te brengen: ”Als je niet beter kan zijn dan Mozart, wat heb je dan nog toe te voegen?” Voor geen van de instrumenten in de studio toonde Sebas als kind belangstelling. Maar tijdens een vakantie op een camping in Frankrijk pakte de 10-jarige Sebas de gitaar van Henk Koorn en speelde binnen 1 week ‘Blackbird’ van The Beatles.

Op de basisschool speelde Sebas in een gelegenheidsbandje met Thijs van Teijlingen en Tobias  Wolring voor de jaarafsluiting “I love rock and roll”. Het was het begin van WOOT. Zowel de jongens als de band ontwikkelden zich snel. Alle ouders hielpen de jonge muzikanten waar ze konden. Sebas: “Mijn moeder deed het management tot aan de grote platendeals, de vader van Thijs is fotograaf en had een bus dus hij reed de band.”

Fons’ bijzondere rol voor alle jongens bestond uit meedenken en reflecteren. Fons: ”Ik zit op hetzelfde level als die jongens. Ik kan mij goed in hen verplaatsen, ik luister naar ze en naar hun muziek zonder te oordelen. Dan praten we erover en spoor ik ze aan tot nadenken.”

WOOT werd al snel opgemerkt door de (inter-)nationale muziekscène. Ze wonnen De Grote Prijs Van Nederland en speelden op grote festivals. Hun twee uitgebrachte EPs werden goed ontvangen. Met behulp van producent Wieger Hoogendorp sloeg WOOT een nieuwe muzikale weg in. Het resultaat was een spannende mix van bluesrock, pop en elektronische muziek; alsof Jim Morrison met Disclosure op het podium staat. De single ‘Don’t you’ werd een geweldige hit.

 Met de vlucht van WOOT werd de muziek, naast passie en plezier ook een product met commerciële waarden en belangen. Niet altijd eenvoudig voor de jonge mannen van de band. Sebas: “Als we even stuk zaten gingen we naar Fons. Hij denkt vanuit de muziek. Hoe hij nadenkt en relativeert, ik ben een beter mens en een betere muzikant door mijn pa.”