Dat hoeft ook niet, maar met invloeden als Muse, Jeff Buckley, The Who en Queen verwacht je toch een zekere intensiteit. In plaats daarvan leveren de heren van Sir James een debuut af dat vooral nergens aanstootgevend is. Popsongs met mierzoete koortjes, een frontman met een falsettofetisjisme, een drummer die liever aait dan slaat en een openingstrack met een fade-in, voor het geval dat er mensen met een hartconditie luisteren. Ook aan de slechthorenden is gedacht: veel nummers herkauwen eindeloos dezelfde tekstregels waardoor je na één couplet en refrein al geen trek meer hebt in de rest. De tolerantiegrens wordt vaker opgezocht: hoewel Tommaso Sarri een prima zanger is, wordt zijn stemgeluid nogal lijzig zodra hij op kopstem overschakelt. En dat blijft ons in bijna geen enkel nummer bespaard.
Toch is het niet eerlijk om Sir James meteen weg te zetten als een gezelschap zonder potentie. 'Good morning' heeft originele zanglijnen (met een knipoog naar 10cc's 'I'm not in love') en is muzikaal gevarieerd. 'Chapel' is al even meezingbaar. Een leuk detail zijn de drums die in couplet twee fragmentarisch invallen. 'Cheer up', dat speciaal voor hun crowdfunders geschreven is, kan zomaar een voorjaarshit worden en ook de bro-folkpop van 'Lion' zou het goed doen op de radio. Verder verdient de warme productie met eightiestintje een compliment. 'Colder place' en 'This one's on me' hebben een hoog Springsteen-gehalte, tijdloos en nostalgisch tegelijk. En wanneer de voltallige band samenzingt, levert dat een prettig geluid op. Prettig, maar gladjes.
Sir James liet als winnaar van de Grote Prijs van Zuid-Holland 2011 al horen ook lekker te kunnen rocken, maar heeft er op 'My Love The Drunk' blijkbaar bewust voor gekozen om een kinderkoor in te huren, iets teveel naar Coldplay te luisteren en bij het studiowerk heel attent rekening te houden met de buren. Een volgend album biedt echter nieuwe kansen voor een iets spannender aanpak. Tot die tijd kan de huishoudbeurs de band voor optredens boeken.