2011 is een belangrijk jaar voor The Fudge. De band presenteert hun debuutalbum 'Morning Comes Again' in een volle Paradiso en tekent een contract bij platenmaatschappij Suburban. De band schakelde een manager in waardoor er meer tijd over blijft voor het creatieve vlak.

De mannen van The Fudge hebben elkaar ontmoet in 2009 tijdens hun opleiding op het conservatorium Terwijl het jaar 2010 vooral in het teken staat van mee doen aan competities (en het vaak ook winnen daarvan), is het in 2011 tijd voor het serieuzere werk. “In de zomer van dit jaar hebben we getekend bij platenmaatschappij Suburban. Ook hebben we sinds begin van het jaar management. We zijn heel dit jaar heel druk geweest met het hele plaatje rondom de muziek te organiseren. We hebben dat allemaal op poten gezet”.

“Door het management is het werken als artiest niet persé makkelijker geworden, omdat er nog steeds veel taken blijven waar aan gedacht moet worden. Het brengt de band zeker wel naar een ander niveau, het team is versterkt. We blijven zelf nog veel doen want als je dat niet doet gebeurd er ook niets. We willen ook betrokken zijn. We hebben nu een breder netwerk, daardoor kunnen we dingen beter voor elkaar krijgen. De regelkant valt een beetje weg en we kunnen ons hierdoor meer gaan richten op muziek maken en de creatieve kant. Het is wel belangrijk dat je blijft werken, want het is een harde business.”

“In 2010 hebben we veel wedstrijden gedaan, ook de Grote Prijs waar we tweede werden. Maar dit jaar waren we daar echt klaar mee. Het is wel heel goed geweest voor ons, maar volgens ons moet je daar niet te lang mee door gaan. We hebben het een heel jaar gedaan en toen echt zowat alles gedaan wat er was, maar we willen geen wedstrijd-band zijn. Op een gegeven moment wil je ook niet meer wanneer je met andere bands samen speelt dat er een jury is die bepaalt wie er heeft gewonnen. Muziek is in principe voor ons ook geen competitie. We willen samen een leuke avond neerzetten. De wedstrijden zijn heel leerzaam voor ons geweest, maar je moet er op tijd mee kappen.” De bandleden wonen in Amsterdam, Utrecht en Den Haag. In Amsterdam en Den Haag genieten ze al de nodige bekendheid. De bandleden zien zichzelf als een Nederlandse band, qua shows hebben ze toch wel een voorkeur voor Den Haag. “Als we in Den Haag spelen is het altijd lekker druk. Mensen in Den Haag lijken te denken dat ze iets missen als ze niet komen. In Amsterdam is dat veel minder. Bij bands die ze vaker hebben gezien gaat het publiek echt los en we hebben in Den Haag ook een leuke club mensen die vaker komt.”

De band heeft ook buitenlandse ambities. “We zijn al eens eerder naar Duitsland geweest, de eerste keer was een tourtje en daarna zijn we nog eens geweest voor een festival. Dat is alweer een tijdje geleden, maar dat willen we graag vaker doen. Eerst willen gaan kijken naar de buurlanden dan een beetje naar het zuiden, daar waar de zon schijnt. Maar we hebben zeker geen land waar we niet heen willen gaan. We denken ook dat er een markt is voor onze muziek in het buitenland.” De reacties op de het album zijn erg positief: “Het is een verzameling van wat we de eerste 1,5 jaar hebben gedaan. In zo'n periode gebeurt er natuurlijk erg veel. Oudere nummers die niet op de plaat staan spelen we soms nog wel, maar de nadruk ligt op de nieuwere nummers. We zijn al druk aan het schrijven aan de tweede plaat en die wordt nóg veel vetter! We hebben nog geen datum wanneer het album uit komt. We weten nu heel goed waar we aan toe zijn, bij ons eerste album waren we nog heel erg aan het groeien. Nu zijn we veel bewuster bezig met keuzes, maar het blijft toch altijd een verrassing. We zijn nu veel conceptueler aan het denken in het maken van muziek.”

The Fudge wil volgend jaar het liefst op Lowlands staan en ze hebben er het volste vertrouwen in dat het goed gaat komen. Morning Comes Again wordt de tweede single en die wordt in het voorjaar 2012 verwacht. “Nu is de tijd gekomen om nog grotere stappen te gaan maken!".