De Nederlandse band Pol lijkt haast uit een ander decennium te zijn weggelopen, en dat is geen toeval. Met synthesizers die klinken alsof ze rechtstreeks uit de jaren tachtig zijn geplukt, een duidelijke liefde voor de new romantic-stroming uit Londen en een garderobe die naadloos op die periode aansluit, vulde Pol Mezz op zondag 4 mei met een zorgvuldig gecureerde mix van new wave en esthetiek.

Pol ontstond in de lockdown van 2022, toen broers Matthijs en Ruben Pol hun gedeelde liefde voor bands als Visage, Japan, The Cure en Depeche Mode samenbrachten tot een eigen geluid. De twee, beiden succesvol model en woonachtig in Parijs, hadden tijdelijk geen shows of shoots en besloten zich volledig op muziek te storten. Dat werpt inmiddels zijn vruchten af; hun veelzijdigheid is onmiskenbaar. Op het podium wisselen ze dan ook moeiteloos tussen gitaar, bas, synths en een knalrode tamboerijn. Toetsenist Noa Karim en drummer Max van Dijk maken Pol tot een fraai kwartet.

De zondagavond in de Mezz begint ietwat ingetogen met nummers als ‘Celebration’ en ‘Masks’, nadat de band zich door voorzichtig gejoel van het publiek liet ontvangen. Pol lijkt op gang te moeten komen, mist vocaal af en toe een noot, oogt nog wat rommelig en individueel. Als de broers tijdens ‘Sentimental Figures’ voor het eerst naar elkaar toe trekken en oog in oog hun gitaren laten klinken, krijgt het samenspel eindelijk vorm.

Vanaf dat moment bouwt de set gestaag op. Pol brengt met ‘Adolescent Sex’ een passende ode aan een van hun grote inspiratiebronnen, Japan, en deelt zelfverzekerd een nieuwe song die nog maar twee weken oud is. De broers blijven intussen instrumenten afwisselen alsof het niets is, wat getuigt van hun muzikale en onderlinge chemie. Op tweederde van de show volgt een onverwacht maar sterk Nederlands intermezzo, waarbij Ruben een introspectief gedicht voordraagt dat gaat over omringd zijn met mensen en toch in solitude verkeren. "Door de straten, door de tijd, in de nevel, in de spijt, uit de stemmen, uit de lijn, steeds verdwijnend, steeds alleen" klinkt het met toenemend instrumentaal geluid op de achtergrond. 

Daarna krijgt de show een steeds ruiger randje en is Pol misschien wel op zijn best. De zaal is merkbaar lyrisch over de live versie van ‘L’amour Fait Mal’ en tijdens de tweede uitvoering van ‘Boys Are’ (de eerste keer ging er iets mis) waarbij op rauwe wijze wordt afgerekend met toxic masculinity, staat er niemand meer stil. 

Het is duidelijk dat Pol zich niet wil opdringen. Sterker nog, dat blijkt onnodig: een voorzichtige flirt met de zaal en een mysterieus samenspel is genoeg om stilletjes onder de huid te kruipen en het enthousiasme van het publiek beetje bij beetje aan te zwellen. Wat begon als een lockdownproject van de broers Pol is inmiddels uitgegroeid tot een band die de synthwave van toen met hedendaagse bravoure en eigenheid weet te vertalen naar het podium van nu.