De zaal staat helemaal vol, wat snel gaat in de kleine zaal van MEZZ. De lichten dimmen en door de speakers schalt plotseling ‘I’m Afraid of Americans’ van David Bowie, een goed gekozen opener met een ranzige baslijn die precies op zijn plek lijkt te vallen. In het publiek heerst er zelfs wat verwarring, of dit niet een nieuw nummer van de band is. Niet veel later staat de band op het podium, ietwat krap, want het drumstel neemt vrijwel de gehele diepte van het podium in. De mannen beginnen rustig en het publiek is afwachtend, want wat er komen gaat is nog niet helemaal duidelijk. De band heeft sinds hun rebranding slechts twee singles uitgebracht. Maar wanneer het gloednieuwe ‘Cowboy Sinatra’ wordt gestart, weet iedereen hoe laat het is. Er komt namelijk een muur van geluid op het publiek af als de simpele maar bruut distorted gitaarriff van het nummer wordt ingezet. Het werkt aanstekelijk en het publiek komt al wat losser, zo bewegen steeds meer mensen op hun plek.
“Ik hoop dat dit de show is waardoor onze ouders niet meer durven te komen”, vertelt Guy, aka Gijs Teuwsen, frontman van het trio. En dat is waarschijnlijk ook wel zo. De band is rauw en eerlijk, met harde, strakke drums om kippenvel van te krijgen. Het is gedaan met de vriendelijke liedjes van PEER; Magazines is uit op vuur. Guy zingt en schreeuwt gepassioneerd dat hij niet langer luistert naar alles wat van hem verwacht wordt, terwijl zijn zonnebril vrijwel heel het optreden op zijn hoofd blijft zitten. De boodschap is duidelijk, ouders.