Geen Bokito-toestanden bij Go Back To The Zoo

Amsterdammers moeten het van de hits hebben

Tekst: Nikkie Vinke, foto’s: Edwin van de Rijke ,

Het Haagse Pop Up Animal Kids mag opwarmen en doet dit met verve: stevige gitaren en een jankend orgel zijn de hoofdingrediënten. Go Back To The Zoo is ijzersterk in het produceren van hitsingles, maar bij de rest van het materiaal gaat het publiek niet massaal los.

Amsterdammers moeten het van de hits hebben

Voorprogramma Pop Up Animal Kids heeft zich vernoemd naar een muzikaal speelgoedinstrumentje dat iedereen van boven de twintig wel zal kennen. Het Haagse kwartet verschijnt voor de tweede keer binnen korte tijd op het Mezz-podium: in december mochten ze ook al openen voor stadgenoten Di-rect. De heren zijn gekleed in matchende outfits in primaire kleuren en nemen hun speelgoedreferentie blijkbaar erg serieus. Kinderachtig is de muziek van Pop Up Animal Kids geenszins: tegendraadse, hoekige gitaarriffs met af en toe stonerachtige uitspattingen, ondersteund door een jankend Hammond-orgel; uitwaaierende gitaarsolo’s zonder dat het té psychedelisch gejengel wordt. Deze groep heeft potentie om groot te worden, maar die rood-geel-groen-blauwe kleding mag achterwege blijven.

Het Amsterdams/Nijmeegse Go Back To The Zoo mag met recht een ware hitmachine genoemd worden. Hun singles zijn niet van de radio te branden en wie het intro van ‘Electric’ niet bekend in de oren klinkt, heeft het afgelopen jaar waarschijnlijk onder een steen geleefd. Live optredens zijn steevast uitverkocht, zo ook vanavond in Mezz, en in juni staat Pinkpop op het programma. Reden genoeg om Breda volledig op zijn kop te zetten.

Het podium is voorzien van een levensgrote jungle-achtergrond op doek en onder oerwoudgeluiden komt Go Back To The Zoo op. De eerste paar liedjes dienen als opwarmer: het publiek juicht achteraf luid, maar tussendoor gebeurt er niet veel. Gedanst wordt er amper. Pas na een nummer of vier komt ‘Beam Me Up’ voorbij en begint het in de zaal een beetje los te komen. Dit patroon blijft zich de rest van het optreden herhalen: het contrast tussen de hits en de rest van de nummers is erg groot. Zo komt er nog een ballad met Kings of Leon-trekjes voorbij en blijft de set eigenlijk netjes binnen de lijntjes. Ze komen er best mee weg: zanger Cas Hieltjes is een rasentertainer en heeft een goede strot. Verplichte joligheden zoals een borstcrawlwave en meezinginstructies bereiken het gewenste effect, maar zelfs bij monsterhit ‘Electric‘ die netjes was bewaard tot het eind van de set, duurt het tot de tweede helft van het nummer voordat het publiek ècht uit zijn dak gaat. Als toegift wordt het nieuwe  nummer ‘Can’t Stop My Feet’ gespeeld, dat, in tegenstelling tot een ander nieuw liedje dat eerder voorbij kwam, wel de typische GBTTZ-hitfactor bezit. Met ‘I’m The Night (See You Later)’, nog een klassiek voorbeeld daarvan, wordt de avond in stijl afgesloten.

Met hun hippe rock ’n roll imago, de groep werd in 2009 door tijdschrift Esquire verkozen tot bestgeklede band, en een truckload ijzersterke singles, is Go Back To The Zoo enerzijds rauw en scherp, maar anderzijds ook commercieel en toegankelijk. Met de opvolger van debuutalbum ‘Benny Blisto’ kan het dan ook alle kanten op. Laat die baard weer staan, neem een paar tatoeages en trap dat distortionpedaal nog wat dieper in om echt te rocken of ga terug het laboratorium in en verfijn de hitformule nog wat verder. Go Back To The Zoo is immers al een flink stuk op weg.

Gezien: Pop Up Animal Kids en Go Back To The Zoo. Mezz, donderdag 27 januari 2011.