Uit je hok: Dollygrip heeft potentie, maar mist structuur

Onverstaanbare onzinpunk van Bijdehand voegt niets toe

Tekst: Daniel Hereijgers Foto's: Marjolein de Vliegher, ,

Pop Organisatie Breda (POB) organiseerde op dinsdag 21 oktober weer een ‘Uit je hok’-avond in Mezz-café. Wie er was, zag het trio Dollygrip hun alternatieve poprock spelen. Met daarna de onverstaanbare Brabantse punk van Bijdehand, die met hun keiharde kabaal de tent bijna leeg speelde, op wat punkers uit de Bredase scene na.

Onverstaanbare onzinpunk van Bijdehand voegt niets toe

Allard Detiger, de bassist van Dollygrip, heeft wat tegenslag als zijn basgitaar door een defect snoer na twee nummers enorm gaat kraken. Het probleem wordt verholpen, toch lijkt het de al aanwezige zenuwachtige sfeer op het podium te versterken. Dollygrip heeft een Breda-connectie, drummer Koen Kusters groeide op in de stad, en speelt vanavond voor hooguit 40 man, vooral familie en vrienden. Het klinkt best goed, een beetje (brit)pop en sixties en rock. Minpunt is helaas de onverstaanbare zang van Eelco Romijn en er mist structuur waardoor het publiek bijvoorbeeld vaak onduidelijk is of een liedje nu afgelopen is of niet. Maar goed, door veel spelen kan Dollygrip vast veel bijleren. Bij themalied ‘Bijdehand’ van de punkband Bijdehand denk je nog dat het leuk gaat worden. Ouderwetse up tempo punkrock met een aanstekelijke Nederlandse tekst. Daarna spelen ze, zoals de schreeuwerige zanger Pieter met constant een biertje in de hand het treffend verwoord, de tent leeg. Bijdehand claimt niet-politieke Brabantse punk te maken. Geen idee of dat zo is, want je verstaat niets van wat ze zingen. Hooguit de refreintjes als “Homo’s!” of “Kut, kut, kut!”. Bijdehand is puberaal, onzinnig en onverstaanbaar, zelfs voor punkbegrippen. En ja: het geluid stond ook te hard. Feestpunk? Met wat ze vandaag laten horen hooguit voor partijtjes van punkers die zeer lage kwaliteitseisen stellen. Uit je hok - Dollygrip en Bijdehand. Gezien: Mezz-café 21 oktober 2008