Capeman, het in zwart geklede viertal (voorheen bekend onder de namen Captain Capeman en met leden van TheDarko) zet gelijk stevig in met het bekendste nummer van de band: Mass Destructo. Vol en scherp rolt de rock door de kleine zaal van Paradiso, met dik slagwerk en een ritme dat het bijna onmogelijk maakt om niet mee te deinen, te knikken of te tikken .
Vanaf het tweede nummer stuurt de bas - die zich steeds dieper en aanhoudender laat horen - op subtiele wijze het geluid de diepere wateren in: het geluid wordt donkerder. Iets dat de rest van het optreden aanhoudt en typeert. Nog dominanter dan de bas bewijst zich echter het slagwerk, dat het raamwerk voor de overige bandleden is om de sound naar nog hogere en gelaagdere sferen te tillen.
Hoewel Mass Destructo vrijwel het enige nummer is met een zodanige herkenbaarheid dat het zelfs bij de eerste keer luisteren meegezongen kan worden, doet dit niet af aan de rest van het optreden. De overige nummers onderscheiden zich onderling weliswaar niet sterk van elkaar, maar omdat elk nummer op zich zo veelzijdig en afwisselend is, en ritmisch zo goed in elkaar steekt, verveelt het niet. Zeker ook omdat de drums het geheel als een steeds aanwezige wervelwind de set zo voortreffelijk aan elkaar rijgt. Met verwrongen gezicht slaat drummer Sin er op los alsof zijn leven ervan afhangt en wat klinkt het strak.
Het tempo blijft continu hoog. Het is zeker geen muziek voor bij het kerstdiner; tenzij dit plaatsvindt in een voortdenderende nachttrein, want dat is het beeld dat de muziek van Capeman oproept. Indrukwekkend is ook hoe de mannen een sound weten neer te zetten die gelaagd en panisch is, maar niet chaotisch wordt. Er is een duidelijke focus in het samenspel; de muzikanten spelen in dienst van elkaar.
Er lijkt slechts een select groepje fans te zijn, de rest lijkt uitloop van een vroeger concert (Triggerfinger) in de grote zaal. Een hoorbare reactie komt pas wanneer de koebel van de drummer mag soleren en de frontmannen het publiek aanzetten mee te klappen met de beat: er wordt door de voorste rijen meegeklapt.
Een uurtje en negen nummers later zijn de mannen door hun setlist heen. Er wordt tevergeefs “We want more!” geroepen door het selecte groepje fans, maar nee, het is echt afgelopen. Wel komt zanger Darko nog even terug het podium op om lachend een tiental cd’s een voor een het publiek in te gooien. Een geste die onder luid gejuich (en grijpgrage handjes) ontvangen wordt.
Al met al een zenuwtintelend en krachtig optreden, met de typische bas en drums die samen zonder meer de essentie en het handelsmerk van Capeman vormen: edgy, recht voor z’n raap , gelaagd en voortdenderend.
Gezien: Capeman, Paradiso, 22 december 2010