Het Duitse duo Holze staat als eerste op het podium. Het was aanvankelijk de bedoeling samen met Dÿse op één podium te staan en dan afwisselend nummers te spelen, maar dat bleek toch een beetje krap. Holze maakt met gitaar en drums bluesrock met de poten stevig in de jaren zeventig. Een soort hardrock-White Stripes met een betere drummer (al waren over dat laatste de meningen nog verdeeld) Ze starten met een Beatlescover en de zanger houdt van hoge uithalen die hem een beetje doen klinken als Chris Cornell van Soundgarden. Lang niet slecht. (EV)
De Duitse band Dÿse speelt daarna een paradoxale chaotisch-gestructureerde, bijna metal-achtige, noise-variant. Opgetuigd met geschreeuw en duitstalige stemsamples (‘planmäßige Abfahrt 11.37’) denderen de mathematische hardcore-drums (denk aan Shellac) voort, terwijl de gitaar knetterhard smerig overstuurd tekeer gaat. De geluidsman vertelt me dat de PA zelfs uit staat, behalve voor de samples en de zang. Voor de trommelvliezen is het dus een ware Blitzkrieg, maar het verrast en wordt ontzettend goed en ‘in-your-face’ gebracht. Gelukzalige geseling of zoiets. Erg fijn.
The Bigger Beef Bonanzas brengen daarna een heerlijk potje pretentieloze rock & (vooral) roll. Ze spelen alleen covers, maar dan wel van de meest rollende band in de garagerock & roll van de laatste vijftien jaar: The Devil Dogs. Ze bestaan inmiddels al een aantal jaren niet meer, maar hun ‘Saturday Night Fever’ is een klassieker in het genre en de favoriete plaat van Bonanzas-zanger/gitarist Jim Pacobs, bekend van zijn werk met The Budgetics en The Skidmarks. De Bigger Beef Bonanzas zijn verstandig en spelen vooral vroeger werk van The Devil Dogs, want de kwaliteit van ‘Saturday Night Fever’is moeilijk te benaderen. Drummer Rockstar Barry (van de Stilettos) ramt vrolijk rechtdoor in Stilettos-stijl, terwijl bassist Rocko Sonido (El Superflaco, Fat Pete & The Sherpas) zorgt voor de roll en er als een trein op los swingt op zijn prachtige Hagström-bas. Een geslaagd gelegenheidsproject, dat boven verwachting goed uitpakt, mede dankzij de prima vocalen en ironische rockster-pose van Pacobs en Sonido en de flauwe mop van Barry.
Hoogtepunt: de drum-, bas- en gitaarsolo die de heren tegelijkertijd en gedurende slechts één maat uitvoeren in het laatste nummer van de (korte) set. Helemaal op z’n plek.
Dan de laatste band van de avond: de Haagse garagerock-helden van Spider Rico. Ze hebben met ‘Garage Sale’ een van de beste Nederlandse platen van 2004 uitgebracht en schitterden onlangs nog in Club 3voor12 met een fantastische cover van de Bloc Party. Helaas geldt voor vanavond dat ik ze veel beter heb gezien, namelijk alle keren dat ik ze eerder zag. Dennie, Lennie, Bassie en Leffie doen hun vuige best, maar er is net te weinig publiek, het geluid is te hard en te schel en de nummers en de manische presentatie worden net niet overtuigend genoeg uitgevoerd. Hét is er gewoon niet vanavond. En dat weet de band ook. Het is absoluut geen slecht concert, ‘My Girl’ blijft bijvoorbeeld ook in het Pakhuis Wilhelmina een te gek nummer, maar Spider Rico maakt de verwachtingen simpelweg niet waar. Wat ook opvalt is dat ze, in tegenstelling tot The Bigger Beef Bonanzas, steeds minder rollen en alsmaar hoekiger worden. Iets te veel aangestoken door het Bloc Party-virus misschien?
Rocken en rollen in Pakhuis Wilhelmina
...met Holze,Dÿse, The Bigger Beef Bonanzas en Spider Rico
Het had wel wat drukker mogen zijn afgelopen donderdag in Pakhuis Wilhelmina. Er stonden niet alleen twee fijne garagerockbands geprogrammeerd; the Bigger Beef Bonanzas en Spider Rico, op het laatste moment waren ook nog twee Duitse duo's toegevoegd; Holze en Dÿse. Er werd stevig gerockt en hier en daar gerolled en Ernst Jan Jonkman was erbij om verslag te doen.