De Vlaamse singer-songwriter Tamino woont en werkt tegenwoordig in New York, maar binnenkort keert hij voor zijn grootste Nederlandse show terug naar de stad waar hij een tijdlang verbleef: Amsterdam. ‘Het is eng om naar een andere stad in een ander land te verhuizen. Ik ben de mensen heel dankbaar dat ze mij zo hebben omarmd. Er zijn heel mooie vriendschappen en muzikale connecties ontstaan.’

Tamino-Amir Moharam Fouad - zoon van Antwerpen, kleinzoon van de Egyptische zanger en filmster Muharram Fouad, de Frank Sinatra van Caïro - droeg altijd al een zekere internationale allure met zich mee. Hij maakte zijn debuut met het donkere, melancholische Amir (2018), een singer-songwriterplaat die op het eerste gehoor westers klinkt, maar wel met subtiele Arabische flarden. Hij bouwde het uit met Sahar (2022) en bracht dit jaar zijn derde plaat uit: 'Every Dawn’s a Mountain'. Nu staat hij klaar voor een nieuw hoofdstuk: een grootse show vanavond in AFAS Live, zijn grootste Nederlandse concert tot nu toe.

Een paar jaar geleden liep Tamino nog als student door de straten van Amsterdam. Hij studeerde aan het Conservatorium en voelde zich aanvankelijk een buitenstaander. ‘Het is sowieso eng om naar een andere stad in een ander land te verhuizen,’ zegt hij terugblikkend. ‘Maar ik ben de mensen heel dankbaar dat ze mij zo hebben omarmd. Ik heb evenveel geleerd van mijn klasgenoten als van mijn docenten.’

Die klasgenoten? Onder meer de leden van Son Mieux, inmiddels zelf een grote Nederlandse band. Tamino: ‘Voor het eerst was ik omringd door soortgenoten, mensen die bereid waren hun leven volledig in het teken van muziek te stellen. Dat is intimiderend, maar het voelde totaal niet competitief. Het was verbindend en motiverend om hard te werken.’ En dan was er natuurlijk Paradiso. ‘Dat was mijn favoriete zaal. Het mooiste optreden dat ik daar ooit zag was Godspeed You! Black Emperor. Wauw, dat was echt ongelooflijk.’

 

Nieuwe ronde, nieuwe stad

Vandaag de dag herhaalt die geschiedenis zich. Niet in Amsterdam, maar in New York. Daar bouwt Tamino ook aan een carrière als model. Hij werd eerder dit jaar het gezicht van Hermès’ geur Terre d’Hermès Eau de Parfum Intense. Maar de muziek blijft. ‘Ik beschouw muziek nooit als competitie. Wat ik tof vind in New York is dat ik er vrienden heb die heel succesvol zijn, veel succesvoller dan ik. Dat voelt als een privilege, om dichtbij te mogen staan en van hen te leren. Het voelt eigenlijk als een verlengde van mijn tijd in Amsterdam: een nieuwe plek, weer dat ongemak, weer wennen. Uit dat ongemak komt veel creativiteit en vriendschap voort.’ Maar waar Amsterdam voelde als een overzichtelijke leerschool, is New York rauw en onverbiddelijk. ‘Het is een grotere stad, nog gekker en veel vuiler. Het is een heel vuile stad.’

Wie Tamino wel eens live zag, weet dat zijn muziek vaak zwaar op de hand is. Dat maakt een lange tour niet altijd makkelijk, een bestaan dat sowieso al niet eenvoudig is. ‘Ik ga niet liegen: het is heel moeilijk,’ geeft hij toe. ‘Voor sommige muzikanten voelt touren als een avontuur: met vrienden de wereld rond. Volgens mij hangt het af van de aard van je muziek. Als je muziek lichter is, is het makkelijker om dat avond na avond te brengen. Mijn muziek is zwaar, en dat maakt het moeilijker.’

Wat hem staande houdt, is de mensen om hem heen. ‘Ik heb een fantastische band en crew. Mijn broer komt ook vaak mee. Ik ben omringd door heel fijne mensen die mij steunen, zelfs in mijn donkerste momenten.’ En het publiek helpt hem soms ook door de zwaarte heen te breken. ‘Het besef dat je op een manier in dienst staat van de mensen die komen luisteren. Dat idee draagt me niet elke avond, maar wanneer het helpt, dan echt. Het wordt op den duur abstract om contact te houden met je eigen droom of wens om daar te staan. Dat vlakt af. Vanuit een ambitieuze instelling alleen houd je het niet vol.’

Nieuwe muziek, geen beloftes

Tijdens zijn huidige tour schuift hij ook al nieuwe nummers naar voren, zoals 'Sleepwalking', een song die nog nergens officieel verschenen is. Maar beloftes doet hij niet. ‘Ik schrijf veel, ook op tour. Ik heb materiaal, maar het is moeilijk te voorspellen wat je uiteindelijk wil uitbrengen. Zelfs als je denkt: nu ga ik deze kant op, heeft het leven vaak iets anders in petto. Je hebt daar weinig zeggenschap over. Uiteindelijk zijn dat soort dingen bepalend voor welke richting je wordt opgetrokken. Dus ik doe geen voorspellingen.’

Covers speelt hij wel. Van Nirvana tot Fleet Foxes. Maar zijn allergrootste idolen, die raakt hij liever niet aan - zelfs al speelde Radiohead-bassist Colin Greenwood regelmatig mee in Tamino’s bloedeigen band. ‘Ik ben een grote Radiohead-fan, maar sommige nummers zijn zo heilig in mijn hoofd dat het moeilijk is ze te coveren. Soms is het beter om niet je ultieme idolen te spelen, maar nummers te kiezen die veel voor je betekenen.’