Tamino-Amir Moharam Fouad - zoon van Antwerpen, kleinzoon van de Egyptische zanger en filmster Muharram Fouad, de Frank Sinatra van Caïro - droeg altijd al een zekere internationale allure met zich mee. Hij maakte zijn debuut met het donkere, melancholische Amir (2018), een singer-songwriterplaat die op het eerste gehoor westers klinkt, maar wel met subtiele Arabische flarden. Hij bouwde het uit met Sahar (2022) en bracht dit jaar zijn derde plaat uit: 'Every Dawn’s a Mountain'. Nu staat hij klaar voor een nieuw hoofdstuk: een grootse show vanavond in AFAS Live, zijn grootste Nederlandse concert tot nu toe.
Een paar jaar geleden liep Tamino nog als student door de straten van Amsterdam. Hij studeerde aan het Conservatorium en voelde zich aanvankelijk een buitenstaander. ‘Het is sowieso eng om naar een andere stad in een ander land te verhuizen,’ zegt hij terugblikkend. ‘Maar ik ben de mensen heel dankbaar dat ze mij zo hebben omarmd. Ik heb evenveel geleerd van mijn klasgenoten als van mijn docenten.’
Die klasgenoten? Onder meer de leden van Son Mieux, inmiddels zelf een grote Nederlandse band. Tamino: ‘Voor het eerst was ik omringd door soortgenoten, mensen die bereid waren hun leven volledig in het teken van muziek te stellen. Dat is intimiderend, maar het voelde totaal niet competitief. Het was verbindend en motiverend om hard te werken.’ En dan was er natuurlijk Paradiso. ‘Dat was mijn favoriete zaal. Het mooiste optreden dat ik daar ooit zag was Godspeed You! Black Emperor. Wauw, dat was echt ongelooflijk.’