Sudan Archives gooit het tempo flink omhoog. Op haar nieuwe album The BPM verruilt de Amerikaanse artieste haar avantgardistische r&b en vioolexperimenten voor iets wat ze zelf “orchestral dance music” noemt: drum ’n bass, dubstep, house en hyperpop, allemaal met haar eigen swing. ‘Niemand heeft jouw ritme. Dat is je superkracht.’

Wie de eerste songs hoorde die van het geweldige album The BPM naar buiten druppelden, vraagt zich waarschijnlijk af: waar is toch de viool gebleven bij Sudan Archives? Dat was immers waar de Amerikaanse artieste Brittney Denise Parks zo mee opviel: avantgardistische pop, r&b en folk met een zeer prominente rol voor haar vioolspel. Op het podium stond ze erbij als een soort afro-futuristische amazonestrijdster, met strijkstok in een pijlenkoker. ‘De viool zit er nog steeds in, hoor!’, verzekert Sudan Archives in 3voor12 Radio aan Eva Cleven, ‘maar soms is het moeilijk te horen. Ik ben een experimentele violist, dus het is vaak een beetje Where’s Waldo? Hij verstopt zich. Op Instagram laat ik vaak alleen de vioolpartijen horen, zodat mensen snappen hoe het begon.’

Ze is altijd al een ‘gadget girl’ geweest, vertelt ze. ‘Mijn eerste gadget was een iPad, en daarmee begon ik beats te maken. Mijn tweede gadget was de elektrische viool, zo begon ik viool te combineren met beats. En mijn derde gadget was de loopstation. Daarmee begon ik vioolarrangementen te bouwen en een veel groter vioolgeluid te creëren met slechts één viool. Sindsdien ben ik geobsedeerd door gadgets, want ze hebben me geholpen om een veel betere performer te worden. Op het podium heb ik nu geen kabels meer: ik heb een headsetmicrofoon en een draadloze viool. Dat betekent dat ik kan ronddraaien en zingen tegelijk, als ik dat wil.’

Eerdere albums lag de hartslag van haar muziek vaak aanzienlijk lager. Nu schroeft ze de beats per minute (BPM) omhoog richting drum ’n bass, dubstep, house en hyperpop. ‘De BPM staat voor je inner rhythm, je eigen tempo. Niemand heeft jouw ritme, dat is je superkracht. Niemand kan jouw groove of je manier van maken afpakken. In het begin maakte ik de beats op mijn loopstation, dus bleef het tempo ook traag, 90 of BPM. Maar nu ik meer ervaring heb, kan ik eindelijk het tempo aan dat eigenlijk altijd al in me zat. Ik hoorde het in Costa Rica op het Envision Festival - een soort hippieversie van Burning Man. Daar was alle muziek heel snel en ritmisch, rond de 130 bpm of hoger. Ik dacht: dít is het tempo van mijn nieuwe album. The BPM is the power. En ik hou van raves. Mijn vriendin Kumi - dj Bae Bae - organiseert Hood Rave in Los Angeles: een nacht met Black en queer mensen, DJ’s die mashups draaien van oude nummers en Jersey beats. Dat is mijn ideale avond uit. Ik wilde dat gevoel in dit album stoppen, experimentele rave-vibes. Zoals ik het noem: orchestral dance music.’

Haar eigen ritme, dat ontving ze (natuurlijk) van haar ouders. ‘Mijn artiestennaam komt deels van mijn moeder: zij noemde me Sudan als bijnaam. “Archives” komt van mijn interesse in etnomusicologie; ik luisterde vroeger veel naar traditionele snaarinstrumenten uit Ghana en Oost-Europa. Maar uiteindelijk ben ik gewoon een meisje uit Ohio. Mijn moeder komt uit Detroit, mijn vader uit Chicago, de steden van funk, house en techno. Dus dat ritme zit in mijn bloed. Ze ontmoetten elkaar in Cincinnati, Ohio. Ze studeerden er allebei. Mijn vader zat in de toneelwereld, mijn moeder deed volgens mij iets met business. En ze werden verliefd. Ik kom dus uit Cincinnati. Er zit iets kneuterigs, iets liefs in het Midwest-gevoel. Mensen zijn er vriendelijker op een andere manier – niet nep, maar gewoon hartelijk. In L.A. zijn mensen directer, harder. In Ohio krijg je een soort gastvrijheid die je in een grote stad niet snel vindt.’

Een van de meest opvallende tracks op de plaat is het weirde, trappy ‘MS. PAC MAN’. ‘Het is een heel seksueel geladen nummer… nou ja, zo lijkt het. Eigenlijk gaat het over nerden tot het uiterste. Het is een metafoor voor het verzamelen van alle stippen om de hoogste score te halen. Maar de hook heeft een grappige, satirische, seksueel getinte toon. Ik maakte het met mijn neef in Detroit. De verloofde van mijn neef speelde een beat – niet eentje waarop ik normaal zou performen – en we begonnen gewoon wat woorden te roepen. Mijn neef zei: “Put it in my mouth.” En ik bleef daarop riffen. We lagen in een deuk. De verloofde van mijn neef zei: “Dit nummer is zó fout.” Iedereen in de kamer dacht: wat doen jullie?! En mijn neef zei: “Je laat nooit je gekke kant zien, maar dít ben jij echt.” Die zin, “put it in my mouth”, werd voor mij een soort symbool voor: wees de beste versie van jezelf, blijf naar het volgende level gaan. Net als Miss Pac-Man die alles opslokt.’

Sudan Archives speelt 29 november in Paradiso.