DTRH16: Beyond the Wizards Sleeve op psychedelische strooptocht

De magische wereld van Erol Alkan & Richard Norris

Atze de Vrieze ,

Alles staat klaar: de versterkers, gitaar, bas, een drumstel met drie doodshoofden, en dan nog de nodige elektronische apparatuur. Maar de muzikanten? Die zijn ver te zoeken. De hoes van het debuutalbum van Beyond The Wizards Sleeve toont de twee kanten van de groep: een bandplaat gemaakt door twee dj’s met een voorliefde voor psychedelica. Komend weekend staan de twee op Down The Rabbit Hole.

Het idee was dat ze anoniem zouden blijven. Niet voor even, maar voor altijd. Gewoon, omdat er iets magisch vanuit gaat om naar muziek te luisteren zonder dat je iets weet over de achtergrond. En natuurlijk ook omdat een van de twee leden van Beyond The Wizards Sleeve een beroemde dj is, die tien jaar terug - toen dit nieuwe duo voor het eerst opdook - al met meer dan genoeg projecten bezig was. Maar het plan van geheimhouding lag al snel in duigen. Achter Beyond The Wizards Sleeve gaan twee Britten schuil: Erol Alkan en Richard Norris. Die beroemde dj is dus Alkan, groot geworden in de scene rond LCD Soundsystem, Tiga en de DeWaele Brothers, en in Nederland graag geziene gast op Joost van Bellens RAUW. Internationaal befaamd werd Trash, zijn avond in de Londense club The End, waar hij school maakte door zo’n beetje alles door elkaar te draaien, van house tot indiepop tot cross-overs daartussen waar hij zelf niet zelden een vinger bij in de pap had. ‘In al die jaren heb ik heel vaak anoniem dingen uitgebracht, en dat vind ik elke keer weer geweldig’, zegt Alkan. ‘Ik zou willen dat we ons nog steeds konden verschuilen.’

Het andere groepslid - Richard Norris, verdient iets meer introductie. Hij was al actief in de laten jaren tachtig, toen hij met Throbbing Gristle-lid Genesis P Orridge een plaat opnam die Jack The Tab heette en die de boeken in mag als een vroeg experiment met acid house. Samen met Dave Ball van Soft Cell vormde hij vervolgens The Grid, een experimentele elektronicagroep die meerdere albums maakte en tot zijn eigen stomme verbazing in 1994 een wereldhit scoorde met Swamp Thing, een novelty nummer met een banjo. ‘Het was de grootste grap van ons leven, maar wel een die ons onze carriere gekost heeft,’ lacht Norris. ‘Ik heb me er jaren voor geschaamd, maar inmiddels ben ik er weer trots op. Het nummer en de clip waren geïnspireerd door de idiote Warhol-film Lonesome Cowboys, over een paar speedfreak gay cowboys in de woestijn. Het was ook een steek onder water naar alle serieuze technoliefhebbers zonder gevoel voor humor in die tijd. Je had de gezichten moeten zien toen dat het live speelden in de Fabric voor een publiek dat op Derrick May stond te wachten.’

‘Schamen voor Swamp Thing?’, zegt Alkan vol ongeloof. ‘Ik schaam me voor niets dat ik ooit gedaan heb. Je moet je jongere zelf een beetje vertrouwen geven. Zo ben ik nog steeds blij met Lemonade, de track die ik zeven jaar geleden maakte met Boys Noize. Na al die jaren willen mensen dat nummer nog steeds horen.’  Alkan en Norris ontmoetten elkaar bij het lokale radiostation van de tweede. Norris: ‘Ik maakte daar met iemand anders een alfabet van de psychedelische muziek, en Erol vond dat tof. Ik geloof niet dat we verder gekomen zijn dan de L, maar het bracht ons wel samen. Vanaf dat moment zijn we tapes gaan uitwisselen. Vervolgens begonnen we samen te draaien. Veel van die psychedelische muziek hadden we zelf ook nog nooit op een goed soundsystem gehoord. Wat blijkt: als je aan een 18 minuten durende Can-track begint, wil je hem echt niet meer afzetten.’

Norris en Alkan begonnen hun eigen edits te maken - precies dat corny tussenstukje er tussenuit, een loopje er achter, etc - en vervolgens remixes, tot ze op een gegeven moment zo’n beetje het hele album van psychrockband Temples onder handen namen. Het kwam uit onder de titel ‘Sun Structures, Beyond The Wizards Sleeve Re-animation’. ‘Het was eigenlijk een soort album dat we maakten,’ zegt Norris. ‘Want we werkten weliswaar met veel basismateriaal van hen, maar we hebben zelf ook veel ingespeeld en gezongen. Vanaf toen waren we echt klaar voor eigen materiaal.’ Erol Alkan: ‘Het idee was dat we een album wilden maken dat echt alleen maar uit 2016 zou kunnen komen. Het moest geen retro-psychedelica zijn. Er gebeurt genoeg interessants in onze eigen tijd.’

Het aardige aan die Wizards Sleeve plaat is dat je hoort dat ie gemaakt is door twee mannen die gewend zijn muziek tot in detail te programmeren in plaats van in een soort vrije flow te spelen. En het resultaat heeft van alle twee die kanten iets: als een soort geprogrammeerde improvisatie. Er staan luchtige, poppy songs op, zoals single Diamond Girl en Creation, maar ook een duister, apocalyptisch nummer als Iron Age, en aan het eind van het album meer jam-achtige songs. ‘Het album heeft een light side en een dark side,’ zegt Alkan, ‘zoals eigenlijk al mijn favoriete albums.’

Het album eindigt met een old school psychedelische ervaring: een student omschrijft een LSD-trip, een citaat uit een boek uit 1966. ‘Then the eye appeared, a great shining eye suspended in space. The eye pulsated and shot rays of burning, sweet-sounding light through my body. But it wasn’t my body. Suddenly I was the great eye and I saw everything there is to see. It was ecstasy and it was horrible and I saw it all and understood it all.’ Richard Norris zegt erover: ‘Het is eigenlijk gek dat dit het laatste nummer is, want voor mij was dit het startpunt. Het gaat over het idee open-minded te zijn, dingen laten gebeuren. De comic book schrijver Alan Moore zei ooit: elk creatief idee dat je in je brein kunt visualiseren, is een stukje magie. Ons album draait om die magie, om de verbeelding. En ja, ik heb wel iets met spoken word teksten over repetitieve muziek. Ik heb dat altijd mooi gevonden. Die plaat die ik destijds met Genesis P Orridge van Throbbing Gristle maakte had dat ook. Ik vond het mooi in de industrial muziek, in de avant-garde, in de elektronische muziek.’

Norris en Alkan hebben nu dus een eigen album gemaakt, maar op Down The Rabbit Hole staan ze toch gewoon als dj’s. ‘Live optreden met band zou echt iets heel speciaals moeten zijn,’ zegt Alkan als een soort verontschuldiging. Wat ie bedoelt: we moeten eerst maar eens wachten hoe de plaat ontvangen wordt, voor we de lat zo hoog kunnen leggen. Maar met een lange set van de twee psychfreaks is natuurlijk ook niets mis. Ze deden het tot nu toe al in allerlei settings: op indiefestival Green Man, op het strand in Spanje, in club Fabric, vaak lange, dampende avond met veel platen die niemand anders draait. Voor Alkan als dj heeft Beyond The Wizards Sleeve een heel nieuw register aan muziek beschikbaar gemaakt voor de dansvloer. ‘Hiermee trekken we weer een ander publiek aan dan normaal op mijn sets af komen. We leven in een interessante tijd, omdat er zoveel muziek beschikbaar is. Vroeger ging het erom dat je de juiste platen te pakken kreeg, dat is nu totaal niet meer relevant. Er is zeventig jaar interessante muziek tot onze beschikking, en iedereen kan eraan komen. Het lijkt me vreselijk moeilijk om nu een beginnende dj te zijn. Vroeger hoorde je gewoon bij een scene, en dan kwam je vanzelf bij een bepaalde stijl uit. Nu is het omgekeerd: geef gerust twee dj’s dezelfde tas platen, de persoonlijkheid bepaalt het verschil.’