ROOSBEEF, Into The Great Wide Open, Fortweg, zaterdag 5 september 2015
ITGWO: Roosbeef zingt pesterig de zomer vaarwel
Zangeres nog altijd kind aan huis
Ze mag dan de Excelsior-familie ingeruild hebben voor haar eigen label en Utrecht voor Antwerpen, op Into The Great Wide Open is zangeres Roosbeef nog altijd kind aan huis. Weet je nog, hoe ze de vorige keer haar hondje mee nam op podium? En hoe haar bandlid en producer Tom Pintens bij zijn solo-optreden zijn tekst vergat omdat ie de vorige avond te veel gezopen had bij het kampvuur? En hoe Roos de show stal met Torre Florim en de Speeldoos? Nu is Roosbeef terug met KALF.
HET CONCERT:
DE ACT:
Van een gek meisje met fel rood haar dat de Grote Prijs voor singer-songwriters won groeide Roos Rebergen de laatste jaren uit tot een volwassen en zelfverzekerde liedjesschrijver. Haar onderwerpen zijn een mengeling van persoonlijke ervaringen en observaties vanuit een soort outsider-perspectief, en ze gaan over de liefde, twijfels, depressies en meer aardse zaken. De uitvoering is soms plagerig laagdrempelig, met altijd ligt een komische kwinkslag of een onverwacht afbuiging op de loer.
HET NUMMER:
Het zijn de liedjes van tweede album Omdat Ik Dat Wil die het meest in het oog springen. Hier vond Roosbeef een soort definitieve vorm. Ze was de naïviteit van haar debuut voorbij, maar kon het nog altijd als wapen inzetten indien nodig. Daar komt bij dat veel van die liedjes lekker vinnig gespeeld worden. Met name Iets Te Veel (Wijn) en Niet Uitmaken. Maar het best is dan toch Twijfelaar, een nummer dat intiem en pittig tegelijk is.
HET MOMENT:
Gek genoeg ontbreekt vandaag een echt opvallend moment. Roosbeef is typisch zo’n artiest waarbij van alles kan gebeuren. Ze is een grillige performer, zo een die oncharmante poses en blikken in haar voordeel gebruikt. Enfin, binnen die verwachtingen is deze set een beetje gewoontjes. Wel leuk dat ze - met haar kop in de wind - pesterig even de zomer uitluidt. “Die zomer die begon zowat in mei.” En als afsluitende woorden: “Niet zo zeiken over het weer de hele hoor, jongens. Stelletje verwende nesten.”
OOK OPMERKELIJK:
Het nieuwe werk, van haar album Kalf, blijft toch een beetje moeizaam aanvoelen. Het album kreeg een stuk minder respons dan haar vorige twee, en er is niet echt een liedje dat er qua bekendheid bovenuit steekt. Misschien titelnummer Kalf, dat muzikaal gezien opgewekt klinkt, maar tekstueel tamelijk bittere kost is. Een ander bekend nummer - Raak Mij Aan - valt vooral in negatieve zin op. Het is een soort klassieke ballade, nogal dramatisch ingezet, en koren op de molen van een ieder die Roosbeef’s stem vervelend vinden. Afsluiter in de set is ook zo’n rustig nieuw nummer: We Hebben Alles.
HET PUBLIEK:
Terwijl verderop Ryley Walker het Bospodium tot de rand toe vol trekt, begint Roosbeef voor een bescheiden publiek, dat gaandeweg wel groeit.
HET OORDEEL:
Het klinkt altijd een beetje aanmatigend om te zeggen, maar het leukste aan Roosbeef was altijd dat ze een beetje raar was. Niet gestoord, niet gek, maar wel anders dan andere mensen. Dat maakte haar liedjes ook zo fascinerend: ze gaan over doodnormale onderwerpen die ons allemaal aangaan, maar haar blik is altijd net anders, en haar kwinkslagen werken. Precies dat zet ze overboord met haar serieuzere nieuwe plaat, en het zorgt er ook direct voor dat die liedjes wat vlak aanvoelen.