"Ik dacht dat ik dood ging. Natuurlijk dacht ik dat, iedereen denkt dat als ie het woord 'kanker' hoort." Soulzangeres Sharon Jones is nog kaal van de chemokuur, maar ze durft alweer voorzichtig aan volgend jaar te denken. 14 januari, twee weken na haar laatste behandeling, komt haar album Give The People What They Want alsnog uit. Sterker: je kunt de plaat nu al op de Luisterpaal beluisteren. "6 februari, dat is de grote test, het eerste optreden waar ik weer heen en weer moet kunnen rennen."

Daar zit ze, in haar mooiste roze jurk, met haar mooiste gouden oorringen in. Een reis naar Amsterdam - zoals eerder dit jaar de bedoeling was - zit er niet in, maar voor de webcam poseren vindt ze geen probleem. En dat is best opvallend, want naar eigen zeggen vindt de soulzangeres het niet makkelijk om zichzelf in de spiegel te zien. "Een paar maanden geleden wilde men een videoclip maken. Ik dacht: dat kan ik echt niet. Kun je mijn handen zien? Ze zijn helemaal zwart van behandeling, mijn voeten ook, mijn mond doet pijn." Het is vroeg op de dag, dus het energiepeil van Sharon Jones is goed. Zeg maar gerust: ze kletst je de oren van de kop. Ondanks dat ze een dag eerder een chemobehandeling heeft ondergaan. "Dan geven ze me steroïden, waardoor ik pas om vijf uur slaap", zegt ze. 

Queen of funk

Alles stond klaar: in augustus moest Give The People What They Want uitkomen, haar vijfde album bij Daptone. Het is haar beste plaat tot nu toe, want naast Retreat! horen we ook in de pakkende song Stranger To My Happiness en ballade Making Up To Breaking Up (and Making Up And Breaking Up) de zangeres in een blakende vorm. Dat klinkt al met al als een respectabele carrière en dat is het ook. Maar net zoals de meeste artiesten in de Daptone stal, kwam het succes voor Sharon Jones pas laat. 57 is ze nu, en pas rond het nieuwe millennium debuteerde ze. "Daarvoor werkte ik als 'correction officer' in de gevangenis", vertelt Jones. "Ik heb ook gebouwen beveiligd, en met een geldwagen langs pinautomaten gereden. Dan zat ik daar met mijn pistool in zo'n wagen, kogelvrij vest aan als ik naar buiten moest. Ik weet nog goed dat ik mijn eerste song opnam bij Gabe van Daptone in de studio. Ik had mijn bewakersoutfit aan, rode stropdas, blazer, pistool." 

Vanaf dat moment begon het te lopen, maar wel met kleine stapjes. Jones en de Dap-kings maakten de oversteek naar Europa, waar ze met Maceo Parker werkten en waar Big Daddy Magazine haar uitriep tot Queen Of Funk. Net als Lee Fields en later Charles Bradley bracht Jones het ouderwetse soulgeluid uit eind jaren zestig terug. Met liefde gemaakt, ouderwets met overtuiging, en vooral met veel kwaliteit. "Het duurde jaren voor we er geld mee begonnen te verdienen. Eigenlijk duurde dat wel tot 2006, zo'n beetje. Voor die tijd had ik niet eens een bankrekening of een creditcard. Het eerste echte geld kwam pas in 2009, toen ik een duet met Michael Bublé zong op zijn album Crazy Love, het heette Baby (You've Got What It Takes). Michael bracht dat liedje naar Saturday Night Live, het was mijn echte doorbraak. Van de royalty's van die song heb ik een huis gekocht in Georgia, voor mijn moeder en mijn zus. Zodra ik terugkwam van een tour uit Australië zijn we verhuisd."

‘Dan zat ik daar met mijn pistool in zo'n wagen, kogelvrij vest aan’

Niet klaar om te sterven

Ze is, met andere woorden, nog helemaal niet klaar om te sterven. Welnee, het is pas net begonnen, veel te laat. "God heeft me niet zo ver gebracht om het hier te laten eindigen", zegt ze ferm. "Alles in mijn leven gebeurde laat. Ik heb geen man, geen kinderen. Toen ik veertig was trouwde ik bijna, maar toen hij alles afblies, trok ik weer bij mijn moeder in. Je kunt je amper voorstellen wat het betekent om op die leeftijd terug naar je moeder te moeten. Ik heb altijd graag voor haar gezorgd. Mijn moeder had zes kinderen, en soms ook de vier van haar zus erbij. Ik heb altijd in dienst gestaan van mijn familie, dit was eigenlijk de eerste periode ooit dat ik mezelf voorop zette."

Maar ineens kreeg Retreat!, de song die in de zomer al naar buiten kwam, een heel andere betekenis. Jones omschrijft op geestdriftige wijze hoe het halverwege dit jaar ineens helemaal mis ging. Geen detail blijft onvermeld. "Ineens werd ik moe, en mijn ogen werden zo geel dat ze wel leken te gloeien. Mijn urine zag eruit als cognac, en op mijn armen ontstonden jeukende bultjes. De dokter dacht dat ik aan uitdroging leed en wilde me pas vier dagen later weer zien. Vier dagen? Ik dacht: misschien ben ik dan wel dood. Ik kreeg pillen, maar die verlaagden mijn bloeddruk, waardoor ik soms bijna flauw viel. En ik verloor gewicht: vier, vijf pond elke keer dat ik de dokter bezocht. In drie weken tijd raakte ik dertien kilo kwijt. Toen ben ik bij een oncoloog beland."

Groene smurrie

Jones werd meteen geopereerd, vertelt ze terwijl ze een slok neemt uit een beker vol groene smurrie. "Ziet er vies uit, maar dit helpt me op de been te blijven. Alles biologisch, rechtstreeks van de boerderij." Haar galblaas werd verwijderd, evenals de buis die vanaf daar naar de maag loopt en een deel van de alvleesklier. De operatie was succesvol, vertelt Jones, maar haar kanker was agressiever dan bij de eerste diagnose gedacht werd, en dus werd gekozen voor een half jaar chemotherapie. "De dokter zegt dat mijn kans op herstel uitstekend is. Toch ben ik voor de zekerheid begonnen met het opstellen van mijn testament. Families kunnen er een puinhoop van maken als iemand met een klein beetje geld overlijdt. Wist je dat het lichaam van James Brown nog altijd niet begraven is omdat zijn familie nog steeds met elkaar overhoop ligt?"

Even memoreert ze de gehate ex-man van haar tante, een Jamaicaan met een lichte huid die alleen met haar tante trouwde om een verblijfsvergunning te krijgen. Toen die aap uit de mouw kwam, noemde hij haar alleen nog maar 'vet varken'. De jonge Sharon wilde hij niet in zijn buurt hebben omdat ze 'too damn black' was. Ook dat is familie, en dus kun je de boel maar beter goed regelen. "Och man, als ik die man in de goot zou tegenkomen, zou ik over hem heen stappen. Maar dat is lang geleden."

En dat testament, dat hoopt ze natuurlijk nog lang niet nodig te hebben. "Soms gaat het zo goed als vandaag, soms moet ik na zeven stappen lopen al stoppen om op adem te komen. Ik probeer nu gewoon zo goed mogelijk te doen wat ik kan. Je weet hoe het gaat in de muziekindustrie, je moet dingen voorbereiden, een tour moet je vooruit boeken. Mijn laatste behandeling is op 31 december, in het nieuwe jaar ga ik er weer vol tegenaan. Ik kijk er naar uit om weer op het podium te staan. Ik zeg altijd: ik geef 110 procent. En als ik dat misschien nog niet heb, dat toch op zijn minst 100." De gulle lach die volgt buldert voort tot de verbinding verbroken is. Aan Sharon Jones zal het niet liggen, die geeft de mensen wat ze willen.