Zal tromboniste en bandleider Sarah Morrow de ironie zelf werkelijk niet in de gaten hebben? Met veel aplomb roept ze ‘Does anybody need a doctor?’ door de zaal, waarna Dr. John met versierde krukken het podium bestijgt. Breekbaar gaat hij achter zijn piano zitten. Daarna spelen hij en zijn band een versie van de New Orleans-classic ‘Iko Iko’ waar al het bloed is uitgetrokken. De donkere bandleden met hun stoffen Cosby-caps grijnzen er niet minder om.
Het concert van Dr. John in de Ronda roept herinneringen op aan Rodriguez in juni 2013 in de Heineken Music Hall. Ook daar stond een legende die door de tijd gehavend is. Zoiets pikt het publiek echt wel als de show op niveau wordt gebracht door één ding: een steengoede band. Bij Rodriguez was die niet aanwezig en bij Dr. John evenmin. De funk, voodoo en jazz willen maar niet broeierig worden. Al vanaf ‘Iko Iko’ klinkt het pijnlijk ingedut en dat wordt niet bijgeschroefd. Veel van de jazzsolo’s missen brille. Het solo-moment van de organist hangt zelfs van clichés aan elkaar.
Het is haast ongemakkelijk om zulke uitgewrongen versies van klassiekers als ‘Right Place Wrong Time’ en ‘Walk On Guilded Splinters’ te horen. Hoeveel moeite de band ook doet om er een feestje van te maken. Gelukkig krijgt het stemgeluid van de als Malcolm John Rebennack Jr. geboren muzikant gedurende de show nog iets van de oude voodoo-sneer terug. Bij aanvang was zijn timing ook ver te zoeken. Dr. John staat er ook alleen voor, terwijl zijn niveau door de juiste mensen absoluut kan worden opgekrikt. Twee jaar geleden bracht hij nog het door Dan Auerbach geproduceerde Locked Down uit. Die plaat is zowaar beter dan de laatste The Black Keys. Daar had de legende wél de juiste persoon naast zich.
LGW14: Dr. John heeft zijn Yoko Ono gevonden
Jarige legende is een schim van zijn verleden
Dat Dr. John op zijn 74ste verjaardag gewoon op het podium staat, ligt in de lijn der verwachtingen. Al vanaf z’n jeugd in New Orleans speelt het fenomeen onophoudelijk door. Met de band The Nite Trippers voegt hij alleen een donkere pagina aan zijn legacy toe.
Het tegenovergestelde op het podium in Utrecht, voornamelijk in de vorm van de overaanwezige jazztromboniste Sarah Morrow. Tevens manager van de band. Zelden iemand met zoveel bad karma op een podium gezien. Waar soulvolle dameskoortjes hadden moeten klinken, zingt zij met misplaatste nonchalance en met de charme van een neerstortend vliegtuig. Als een dictator wijst ze medeblazers op hun bladmuziek, alsof ze zelf niet in staat zijn te bepalen wanneer hun partijen beginnen. Morrow blijft zichzelf maar op de voorgrond zetten, ook letterlijk, en haar eigendunk waait donker over het publiek. Iedereen moet weten dat zij de broek aan heeft. Ja, Dr. John heeft in haar zijn ware Yoko Ono gevonden.
Waar een deel van de zaal leegloopt, is er ook een deel dat optimistisch tot het einde blijft. Vanuit die groep wordt hard geklapt voor de jarige legende. Hij zit herkenbaar achter de piano met zijn lange staart, zonnebril en hoedje met glitters op. Dit had zoveel beter, warmer kunnen zijn. Nu barst Louis Armstrongs ‘What A Wonderful World’ krakend van mishandeling uit elkaar. Het concert van Dr John & The Nite Trippers is de soundtrack van een feest waar niemand komt opdagen omdat de gastvrouw een feeks is.