Fokker heeft met vrijwel alle artiesten overeenstemming bereikt: “Het zit er net bijna op, ik was net nog met de manager van Miike Snow aan het pingpongen. Nu hebben we bijna toestemming.” Deels krijgt Fokker snel toestemming voor opnames en uitzendingen van de optredens op festivals, vertelt de mediaconsultant. “Maar voor een groot gedeelte is het nog niet zo makkelijk. Tegenwoordig gaat het ook om Cultura 24, 3voor12, 101tv. Het is een heel pakket geworden, niet alleen tv en radio.”
Waarom zouden bands eigenlijk geen toestemming geven om hun muziek uit te zenden? vraagt Annemieke zich af. Fokker: “Omdat ze heel vaak slechte ervaring hiermee hebben, in landen als Italië en Portugal. Daar worden ze vaak behandeld als honden. Televisiemakers en presentatoren staan er centraal, niet de bands. Dat is bij ons anders.” Fokker heeft niet het idee dat hij iets aan die mentaliteit zou kunnen veranderen: “Die culturen in die zuidelijke landen – het begint in Frankrijk al - ik heb niet die illusie die ik die kan veranderen. Ik zit hier wel veilig in mijn toko'tje, ik werk alleen in Nederland, België en Duitsland.”
De headliner van zondag, Linkin Park, speelde al twee keer eerder op het festival. Voor het eerst heeft de band nu clearance gegeven voor opnames en uitzending van hun muziek. “Vier nummers mogen we gaan gebruiken in onze uitzendingen”, vertelt Fokker. “How about that?” Met de clearance voor The Cure ging het voor Fokker van een leien dakje: “Ik kreeg in februari al een e-mail van Robert Smith. Ik ken hem persoonlijk, ik organiseerde in mijn studententijd in Nijmegen concerten voor Diogenes <een culturele studentenvereniging, SH>. The Cure was toen een van de eerste bands die bij ons optrad, in De Vereeniging. Het was echt fantastisch.” Een oude bekende dus, Robert Smith, maar iemand die zelf de vinger in de pap wil houden. “Die man is heel dedicated; heeft alles zelf in de hand. Maar uiteindelijk hebben we veel voor elkaar gekregen. Die persoonlijke band is leuk, zo van 'Aloha Hein, hoe gaat het?' Dat gebeurt echt niet zo vaak.”