3voor12 bespreekt Album van de Week (19): Beach House

Bloom: vervlogen dromen en beloftes over texturen van gitaar en synthesizer

Sjoerd Huismans ,

Bloom, het nieuwe album van het Amerikaanse dreampop duo Beach House is deze week album van de week. De band continueert de lijn die het inzette op doorbraakalbum Teen Dream uit 2010: de hese zang van Victoria Legrand voert je mee over melancholische synthesizer- en orgelmelodieën en lome, veelal elektronische beats. Bloom is wat minder catchy dan de voorganger, maar tracks als Lazuli, Myth en On The Sea zorgen voor een trip naar de vertrouwde weemoedige droomwereld van Beach House. Maar de plaat beoogt meer dan slechts een trip-down-memory-lane te zijn: met een bijna conceptueel eenvormige sound maken Legrand en Alex Scally een album dat als geheel moet worden beluisterd en gewaardeerd.

De van oorsprong Franse Victoria Legrand en de geboren Amerikaan Alex Scally begonnen in 2004 met Beach House, en bouwden sindsdien gestaag aan een groter publiek voor hun gelaagde, dromerige pop. Ondanks de weidse geluidstexturen die de band creëert, spelen Legrand en Scally alles met zijn tweeën: de vrouwelijke helft van het duo zingt en speelt orgel, haar collega neemt gitaar en keyboard voor zijn rekening. De eerste twee albums die ze uitbrachten leverden al positieve reacties vanuit de indie scene op: single Apple Orchard kwam op een compilatie van Pitchfork terecht, de gerenommeerde muziekwebsite omschreef de muziek van het duo als: ‘kermiswalsen, spookachtige slaapliedjes en boshymnen’. Met het tweede album Devotion bouwde Beach House zijn fanbase verder op, om definitief door te breken met Teen Dream uit 2010. Met een platendeal bij Sub Pop en prachtige songs als Zebra en Norway liep ook het grote publiek nu warm voor de mijmerende droommuziek van de band. Die had dan ook wat meer body gekregen met deze plaat, en was het punt van introspectieve navelstaarderij voorbij. "Ik hoop dat men bij het luisteren van Teen Dream herinneringen een plek geeft en dat men intimiteit, liefde en samenzijn ervaart”, zei zangeres Legrand destijds tegen 3voor12.

Op het nieuwe album Bloom daagt Beach House de luisteraar weer wat meer uit dan op de voorganger, die voor de standaarden van het duo uit Maryland verrassend radiofähig was. De band kwam er achter dat het geen trek had the-next-big-thing te zijn: “We voelden dat we te populair werden”, zei Scally in de nasleep van Teen Dream. Met Bloom maakt Beach House dus een wat minder pakkende plaat. Een langspeler met een eenvormige sound, die vooral bedoeld lijkt als omvattend geheel; meer dan slechts een verzameling nummers. Het leidt tot een album dat pas bij meerdere luisterbeurten volledig tot zijn recht komt, omdat de liedjes op het eerste gehoor wat veel op elkaar lijken. Vrijwel alle nummers op de plaat kennen de zelfde soort mid-tempo ritmes en weidse gitaartexturen. De band lijkt zich meer om sfeer dan om pakkende melodieën te bekommeren. Veel van Legrands melodieën lijken in eerste instantie onder te sneeuwen tussen de spacy geluidsmuren die Alex Scally optrekt, maar blijken bij een meer aandachtige luistersessie wonderschoon te zijn.

Wel vallen de uitschieters op Bloom meteen op: de plaat opent sterk met Myth, dat zowel qua tempo en sfeer als wat betreft lyrics meteen de toon van de rest van het album neerzet. Legrand zingt met haar wat schurende, rauwe en bij vlagen androgyne stem - vaak vergeleken met jaren ’60 zangeres Nico, bekend van haar samenwerking met The Velvet Underground - over vervlogen dromen en beloftes. Opvolger Wild is iets lichthartiger van toon: Our windy, endless springYou start to smile / the earth is wild, zo komt het thema bloei tot uitdrukking. Ook tweede single Lazuli is een hoogtepunt, met een aanstekelijk intro van keyboard arpeggio’s dat gedurende de track op de achtergrond door blijft pingelen. The Hours is wat steviger, met een wave-achtige gitaarriff van Scally die in het refrein weer net zo snel plaats maakt voor typisch loom getokkel, met tekstueel een andermaal bitterzoete vertelling over een onbeantwoord gebleven liefde. Troublemaker heeft wat vastere grond dan de meeste nummers. Met een stevige drumbeat, een fraai orgelmelodietje en een sterk refrein komt het nummer dicht in de buurt bij de wat meer down-to-earth muziek van Teen Dream. De meer abstracte afsluiters On The Sea en Irene (inclusief ‘hidden track’) weten het album met dezelfde klasse af te ronden waarmee Myth het opende.

De band slaagt er door de continuïteit wonderwel in om één bepaalde melancholieke sfeer tijdens het gehele album op te roepen. Wel kun je je afvragen of Beach House hier niet wat in doorslaat. Iets vaker afwijken van de paden die de band voor zichzelf geijkt heeft, had de plaat geen kwaad gedaan - af en toe een track die afwijkt van de mid-tempo ritmes, af en toe een keer vocalen zonder overheersend galmeffect, of juist een keer een heel klein liedje maken - had van Bloom een meer diverse plaat kunnen maken. Maar de puristische inborst van het duo, dat maling heeft aan radiohits en populariteit, valt te prijzen. In een digitaal tijdperk waarin complete albums als geluidsdragers steeds meer uit de mode raken is het een dappere zet om met een LP te komen die als één lange rit ervaren moet worden. Beach House beoogt precies dat, en slaagt met verve.

Bloom verschijnt 14 mei in Nederland via Bella Union/CoOp/V2 en is tijdelijk te beluisteren op de Luisterpaal.