"Woestijnogen, super intens, ik keek er recht in." Hij woont al jaren af en aan in Los Angeles, maar een jaar of zes geleden leerde singer-songwriter Jonathan Wilson de kracht van de woestijn pas echt kennen. Zijn auto begaf het midden de in Mojave woestijn. "Het was 126 graden Fahrenheit (52 graden Celsius, red.). Extreem heet. Ik zag ineens spinnen die ik nog nooit gezien heb. Uiteindelijk heeft een man me naar L.A. gesleept. Natuurlijk probeerde hij me op te lichten. Zo gaat dat. Auto gaat kapot, ze zeggen dat het duizend dollar kost, die heb je niet, en voor je het weet heb je een baan in een tankstation in de woestijn. Zo'n intense blik zag ik ook in de ogen van David Crosby, die ik onlangs ontmoet heb."

Palmares
Jonathan Wilson (1974) heeft al een heel muzikantenleven achter zich, en dat terwijl pas dit jaar zijn debuutalbum Gentle Spirit uitkwam. Eerder maakte hij ook al een solo-album, maar dat werd nooit fatsoenlijk uitgebracht. Al op zijn 19e trok hij vanuit North Carolina voor het eerst naar L.A. Sindsdien vertrok hij er ook een paar keer, om steeds weer terug te komen. Hij speelde onder andere in bands als Muscadine en Dawes, maar zijn palmares als producer en co-songwriter is veel indrukwekkender. Wilson werkte met onder meer J. Tillman, met Vetiver, met Erykah Badu en Elvis Costello. Op zijn eigen album doet onder meer Chris Robinson van de Black Crowes mee, en Barry Goldberg, een toetsenist die bij Bob Dylan in de band speelde tijdens het beruchte concert in Newport in 1964. Dylan zette de folkwereld op zijn kop door met een volledig versterkte band te spelen.

Jonathan Wilson kent zijn klassiekers. Hoogstpersoonlijk wordt hij verantwoordelijk gehouden voor een revival van de zogeheten Laurel Canyon scene. In de vallei bij L.A. vonden in de jaren zestig en zeventig legendarische muzikanten elkaar, mensen als Joni Mitchell, The Byrds en Buffalo Springfield. 'Het is een bijzondere plek, omdat je heel dicht bij de natuur zit, en tegelijkertijd net boven de Sunset Strip. Maar tegenwoordig is het daardoor ook onbetaalbaar. Van een echte, brede revival was geen sprake. Eigenlijk kwam het neer op mijn studio, waar regelmatig muzikanten over de vloer kwamen. In de jaren dat ik er woonde, hebben er honderden jamsessies plaats gevonden, met muzikanten van Wilco tot The Jayhawks, met artiesten die op tour door L.A. kwamen en via via bij ons belandden. We hebben nooit opnames gemaakt, dat was een heilige regel. Iedereen moest zich vrij voelen om buiten zijn terrein te treden. Er is daar muziek gemaakt in vreemde combinaties, die anders nooit ontstaan was.'