Toen in de zomer een mooi retrospectief van Urban Dance Squad verscheen, was dat voor de band een mooie aanleiding een aantal reünieshows te organiseren. Eén daarvan was op het hoofdpodium tijdens Lowlands in Biddinghuizen. Oude tijden herleefden. In diezelfde maand werd bekend dat Claw Boys Claw aan het hergroeperen was en dat er naarstig naar een nieuwe bassist werd gezocht. Een kleine update.
Dance Squad manager Christoffel Cocquyt is zeer te spreken over de reünie: “Het was een plezante zomer: de jongens vonden het mooi. Ze vonden de try-outs in de clubs heel mooi en Lowlands was natuurlijk een soort thuiskomst.” Ook over de albumverkoop is Cocquyt te spreken: “Het is een album dat rustig doorverkoopt. Nu was het een Benelux release. Volgend jaar komt de verzamelaar in andere Europese landen uit en in Amerika. De hele catalogus wordt dan ook digitaal verkocht.”
De agenda’s van de leden van de Urban Dance Squad zitten bomvol met eigen projecten. Cocquyt: “Urban Dance Squad is dan ook eigenlijk een niet bestaande band. Daarom is het ook lastig om vaker op te treden. Maar augustus en september 2007 proberen we allemaal vrij te houden zodat ze weer kunnen toeren.”
Na de reünieshows van de Urban Dance Squad heeft Rudeboy zich op zijn nieuwe band Servants Of The Servants … gestort. Manager Henk Kuper: “Maar die band heet inmiddels Silver Servant en zal weer anders heten als het album verschijnt. We brengen het uit zonder naam, zodat het echt op de muziek beoordeeld zal worden. De muziek is een mix tussen The Beatles en Pavement.” Het album is inmiddels opgenomen in de Duitse Hazelwood Studio’s en helemaal af. Het zal ook op het Hazelwood label verschijnen. De release staat voor april 2007 gepland.
Zanger Peter te Bos van Claw Boys Claw: “We hebben een nieuwe bassist gevonden in Lya Spykstra, niet echt een bekende in het circuit. Ze speelde altijd in de band Bitchcock en speelt ook met Claw Boys drummer Marc Lamb in een jazzachtig trio Tomix. We zijn aan het oefenen en nemen een album op. We hebben de eerste sessie in de Eiland Studio’s gehad. In februari en maart gaan we verder en dan moet het klaar zijn. De liedjes zijn op zich af. We willen er veertig opnemen en uiteindelijk de vijftien beste op de plaat zetten. Er is nog geen titel.”
Te Bos is nog druk bezig met het schrijven van teksten. “What can I say? Het wordt een mooi album: soms dreigend, soms een luisterliedje en soms loeihard. Het kan nog alle kanten opgaan.”
Contact met platenmaatschappijen is er nog niet geweest: “Eerst gaan we kerst vieren. Maar we raadplegen op het moment vrienden en kennissen omdat er tegenwoordig hele andere strategieën mogelijk zijn. Je hebt eigenlijk alleen een maatschappij nodig om je muziek te laten distribueren. Er zijn ook weinig plekken op de radio waar je onze muziek kunt laten horen. En uiteindelijk is de vraag: hoeveel verkoop je er eigenlijk van?” Vroeger had de band het eigen Hipcat Records label. Te Bos: “Misschien is het wel tijd om Son of Hipcat te beginnen.” En terwijl er bij de Urban Dance Squad nog duidelijk sprake was van een reünie, praat Te Bos daar liever niet over bij Claw Boys Claw: “Wij hebben duidelijk iets nieuws te vertellen. Ik heb altijd zin op om te treden. Dat is goed voor mijn mentale welzijn. Niets is mooier dan bier drinken in een busje op vrijdagavond.”
Dance Squad manager Christoffel Cocquyt is zeer te spreken over de reünie: “Het was een plezante zomer: de jongens vonden het mooi. Ze vonden de try-outs in de clubs heel mooi en Lowlands was natuurlijk een soort thuiskomst.” Ook over de albumverkoop is Cocquyt te spreken: “Het is een album dat rustig doorverkoopt. Nu was het een Benelux release. Volgend jaar komt de verzamelaar in andere Europese landen uit en in Amerika. De hele catalogus wordt dan ook digitaal verkocht.”
De agenda’s van de leden van de Urban Dance Squad zitten bomvol met eigen projecten. Cocquyt: “Urban Dance Squad is dan ook eigenlijk een niet bestaande band. Daarom is het ook lastig om vaker op te treden. Maar augustus en september 2007 proberen we allemaal vrij te houden zodat ze weer kunnen toeren.”
Na de reünieshows van de Urban Dance Squad heeft Rudeboy zich op zijn nieuwe band Servants Of The Servants … gestort. Manager Henk Kuper: “Maar die band heet inmiddels Silver Servant en zal weer anders heten als het album verschijnt. We brengen het uit zonder naam, zodat het echt op de muziek beoordeeld zal worden. De muziek is een mix tussen The Beatles en Pavement.” Het album is inmiddels opgenomen in de Duitse Hazelwood Studio’s en helemaal af. Het zal ook op het Hazelwood label verschijnen. De release staat voor april 2007 gepland.
Zanger Peter te Bos van Claw Boys Claw: “We hebben een nieuwe bassist gevonden in Lya Spykstra, niet echt een bekende in het circuit. Ze speelde altijd in de band Bitchcock en speelt ook met Claw Boys drummer Marc Lamb in een jazzachtig trio Tomix. We zijn aan het oefenen en nemen een album op. We hebben de eerste sessie in de Eiland Studio’s gehad. In februari en maart gaan we verder en dan moet het klaar zijn. De liedjes zijn op zich af. We willen er veertig opnemen en uiteindelijk de vijftien beste op de plaat zetten. Er is nog geen titel.”
Te Bos is nog druk bezig met het schrijven van teksten. “What can I say? Het wordt een mooi album: soms dreigend, soms een luisterliedje en soms loeihard. Het kan nog alle kanten opgaan.”
Contact met platenmaatschappijen is er nog niet geweest: “Eerst gaan we kerst vieren. Maar we raadplegen op het moment vrienden en kennissen omdat er tegenwoordig hele andere strategieën mogelijk zijn. Je hebt eigenlijk alleen een maatschappij nodig om je muziek te laten distribueren. Er zijn ook weinig plekken op de radio waar je onze muziek kunt laten horen. En uiteindelijk is de vraag: hoeveel verkoop je er eigenlijk van?” Vroeger had de band het eigen Hipcat Records label. Te Bos: “Misschien is het wel tijd om Son of Hipcat te beginnen.” En terwijl er bij de Urban Dance Squad nog duidelijk sprake was van een reünie, praat Te Bos daar liever niet over bij Claw Boys Claw: “Wij hebben duidelijk iets nieuws te vertellen. Ik heb altijd zin op om te treden. Dat is goed voor mijn mentale welzijn. Niets is mooier dan bier drinken in een busje op vrijdagavond.”