Life Of Agony is terug met de cd Broken Valley. Na acht jaar ruzie zijn ze weer bij elkaar. Op het nieuwe album zijn de heren nog altijd boos, alleen kunnen ze er nu mee om gaan. Zanger Keith Caputo en bassist Alan Robert over woede, pijn en de ‘bijbelse kracht’ die hen woest uit elkaar rukte en weer bij elkaar bracht. Vijftien jaar geleden kwam het debuut River Runs Red van Life Of Agony uit. Na zeven jaar hield zanger Keith het voor gezien en stortte zich op een solocarrière. Niet lang daarna gooide ook de rest van de bandleden de handdoek in de ring. “Iedereen was gekwetst”, zegt Caputo. “Ik sloeg de deur keihard in de neus van de rest dicht. Dat was niets persoonlijks. Ik kon er niet mee omgaan. Niet met de pers, de platenmaatschappij, de aandacht, ik moest gewoon weg.” In 2003 zochten de heren weer toenadering tot elkaar. Er volgde zelfs een reünietournee met een dvd, River Runs Again. Robert: “In de tijd dat we uit elkaar waren, leerden we onszelf accepteren. Het is anders als je er van een afstand naar kunt kijken. We misten de band. Op het scherpst van de snede zie je dat niet.” Volgens Caputo is een hogere kracht de oorzaak van de split. “Het is een bijbelse kracht die ons uit elkaar trok en ook weer bij elkaar bracht. Het heeft ons muzikaal, emotioneel en spiritueel op een nieuw pad gezet.” Robert: “We zijn antennes die de boodschap van die hogere kracht uitdragen, ook al weten we soms niet wat die boodschap is.” Op Broken Valley klinkt Life Of Agony nog altijd kwaad. “In de muziek zit nog net zo veel woede als vroeger. Het is alleen een ander soort woede, ik ga er nu anders mee om. Ik heb nu meer dan ooit vertrouwen in het leven”, aldus Caputo. “Dingen gebeuren met een reden”, vult Robert aan. “Broken Valley is het beste dat we ooit hebben geschreven. Waren we niet uit elkaar gegaan, dan was Life Of Agony langzaam uitgedoofd en was de nieuwe cd er nooit gekomen.”