3VOOR12 recenseert Disque Pop (week 23): Roisin Murphy

Kleine meisjes worden volwassen op Ruby Blue

Jarenlang deed Róisín Murphy het met producer/toetsenist Mark Brydon. Ook maakten ze onder de naam Moloko enorm aanstekelijke poppy house muziek met een funky edge. Voor haar ‘solodebuut’ Ruby Blue was een andere geluidskok nodig om Murphy te bevredigen. Het werd Matthew Herbert, de dj/producer die weet wat lekker klinkt. Resultaat: een echt Moloko album voor fijnproevers.

Kleine meisjes worden volwassen op Ruby Blue

Zie je Moloko niet als Róisín Murphy met band, dan zou je het album Ruby Blue als haar solo debuut kunnen zien. Maar feitelijk is het onzin natuurlijk. Moloko is net zoveel Róisín Murphy als Róisín Murphy de solo artiest dat is. Het enige verschil is de verandering van producer. Mark Brydon werd ingeruild voor Matthew Herbert. That’s it. Dus bij deze een oproep aan Moloko liefhebbers: laat je niet afleiden. Ze is het gewoon hoor! Toch is er één groot (hoorbaar) verschil. Elf jaar geleden was het producer Brydon die iets zag in de toen nog lentegroene Murphy. Nu zijn de zaken omgedraaid. Murphy is gegroeid. Van het meisje dat door Brydon werd rondgeleid in de wondere wereld van de popmuziek is ze veranderd in een zelfstandige zelfverzekerde vrouw. Die zich kennelijk afvraagt of er nog meer is dan muziek maken met Brydon. Het lijkt een beetje op zo’n stelletje dat al sinds de pubertijd bij elkaar is en waar een helft zich na elf jaar plots afvraagt wat ze mist. Vreemdgaan is de enige oplossing. Iedereen die zo’n koppel kent, weet dat het nieuwe vriendje na zo’n jarenlange relatie altijd een ‘rebound’ is naar het echte nieuwe leven. Het niemendalletje dat ingebakken gewoontes moet wegpoetsen, een soort LOI-cursus die gemiste levenslessen in sneltreinvaart alsnog erin ramt. Herbert – hoe groot zijn eigen ster ook is – zou je als dat tussendoortje kunnen zien. Was Brydon in eerste instantie de motor achter Moloko, nu is het voor het eerst Murphy die stuurt. Helemaal alleen!! Dat hoor je. Ze is iets minder poppy, neigt soms naar een meer jazzy sound. Nog nooit was de stem van Murphy zo netjes aangekleed. Rebound of niet, ook Matthew Herbert laat zich horen en hij houdt niet van geklooi. Hij is de geluidskunstenaar die dagen kan schilderen aan één klank. Die moet perfect zijn. Ruimte voor de humor die Moloko had, geeft hij niet. Het album is daardoor heel open en rustig, waardoor je automatisch gaat luisteren naar al dat mooie glasgerinkel, rammelende potjes en ander keukengerei waarmee Herbert zo graag speelt. Tel daarbij een warme blazerssectie op en je ziet ze al staan op het North Sea Jazz festival. Al blijf je hopen dat romantische koppel ooit weer bij elkaar komt. Dat laatste is overigens nu al zeker. Want al slapen Murphy en Brydon alweer een paar jaar gescheiden, muzikaal gaan ze straks weer verder als Moloko. En dat kan na deze mooie levensles alleen maar nog beter worden.